Met de voeten in de modder in vluchtelingenkamp op Lesbos
Onderlinge zorg, maar ook veel spanning en uitzichtloosheid. In het grootste vluchtelingenkamp op het Griekse eiland Lesbos kwam Marlene Pors, projectcoördinator bij Bijzondere Noden, het allemaal tegen.
De een is elektricien, de ander huisvrouw, docent Engels of zakenman. Hun overeenkomst? Ze bivakkeren allemaal in vluchtelingenkamp Mavrovouni op Lesbos. Marlene Pors (27) ontmoette hen tijdens het vrijwilligerswerk dat ze de afgelopen vier weken deed.
Precies twee jaar is Pors in dienst van het deputaatschap tot hulpverlening in Bijzondere Noden van de Gereformeerde Gemeenten. Ze onderhoudt vanuit Nederland contacten met projectpartners en kerken waarmee de diaconale organisatie in diverse landen samenwerkt, vertelt ze op haar eerste werkdag na terugkeer uit Lesbos. Ze nam een maand onbetaald verlof om daar aan de slag te gaan.
Hoe kwam u ertoe om als vrijwilliger naar Lesbos te gaan?
„Vanuit Bijzondere Noden had ik contacten op Lesbos, omdat we daar sinds drie jaar het werk van de christelijke organisatie EuroRelief steunen. Ik wist dat hulp ter plekke hard nodig was en wilde zelf graag praktisch iets betekenen. In mijn werk ben ik vooral organisatorisch, op afstand, betrokken bij hulpprojecten. Het leek me mooi om zelf met de voeten in de modder te staan als vrijwilliger voor EuroRelief.”
Wat voor situatie trof u in het vluchtelingenkamp aan?
„Een georganiseerde chaos. Nadat kamp Moria in september is afgebrand, is er keihard gewerkt aan het nieuwe kamp Mavrovouni. Daar wonen nu meer dan 7000 vluchtelingen, vooral uit Afghanistan. De omstandigheden zijn slecht. Vaak zitten er twee gezinnen in een tent. Het is heel krap. Afgelopen maand was het vaak koud. Als er dan geen stroom is voor een heater is het echt afzien. En na een regenbui loop je letterlijk in de blubber.”
Wat hebt u in het kamp gedaan?
„EuroRelief werkt met tientallen vrijwilligers. Aan het begin van elke dag wordt een werkverdeling gemaakt. Sommigen bemannen het infopunt, anderen houden zich bezig met verhuizingen binnen het kamp, sociale zorg of scholing. Ik heb vooral bijgedragen aan distributies, waarbij we steeds voor verschillende doelgroepen iets uitdeelden, zoals kleding, dekens of vochtige doekjes. Verder heb ik een paar keer geassisteerd bij volleybal. Een van de grote problemen in het kamp is verveling. Dan is het prachtig om een sportactiviteit te organiseren.”
Wat verraste u het meest?
„Ik werd verrast door de gastvrijheid van mensen en ook door hun onderlinge zorgzaamheid. Zo bezocht ik een jong Afghaans echtpaar met een baby van een halfjaar, die vlak voor de brand in Moria geboren was. Ze hadden een klein deel van een tent. Achter een afscheiding van dekens zat een ander gezin met zeven personen. De moeder van dat grote gezin hielp de jonge moeder met de zorg voor haar baby. Dat was mooi om te zien.”
Een wanhopige Afghaanse vrouw die zwanger is, stak zichzelf begin vorig week in haar tent in brand. Kreeg u zulke situaties ook mee?
„In samenwerking met de vluchtelingenorganisatie UNHCR hebben we dekens, slaapzakken en kleding uitgedeeld aan mensen die door die brand spullen waren kwijtgeraakt. Pas later hoorde ik dat een vrouw zichzelf in brand had gestoken. Zulke verschrikkelijke situaties komen helaas voor. Er is veel spanning. Mensen moeten lang wachten, mogen door corona nauwelijks het kamp uit en zijn gestrest.”
Wat raakte u het meest?
„We hebben onderzoek gedaan naar de achtergronden en behoeften van alleenstaande mannen, een vergeten groep. Ze slapen soms met acht personen in één kleine ruimte. Vaak wordt gedacht: Zij redden zich wel. Maar velen zijn getraumatiseerd en hebben psychologische hulp nodig. Zo sprak ik een Syriër van 39 die een zelfmoordpoging had gedaan. Hij dacht welkom te zijn in Europa maar dreigt te worden teruggestuurd naar Turkije of Syrië. Zijn situatie lijkt zo uitzichtloos. Dat heeft te maken met asielprocedures. Daar kan ik als vrijwilliger niets aan doen. Dat geeft zó’n machteloos gevoel.”
Op Lesbos zijn vele organisaties actief. Wat is de meerwaarde van het werk dat Bijzondere Noden daar steunt?
„EuroRelief is elke dag in het kamp aanwezig als een spin in het web. Bijna iedereen die voor die organisatie werkt is christen. Vaak zijn dat de eerste christenen die moslimvluchtelingen in hun leven ontmoeten. Dat biedt soms mogelijkheden tot een gesprek over het geloof, al is het niet toegestaan in het kamp te evangeliseren of Bijbels uit te delen. Op andere plekken zijn daar wel mogelijkheden voor, bijvoorbeeld in een gemeenschapscentrum van mennonieten op het eiland, al zijn er nu veel beperkingen vanwege corona.”
In een blog schreef u: „God werkt in het kamp.” Waaraan merkte u dat?
„Er komen mensen tot geloof in de Heere Jezus. Dat gebeurt door gesprekken met de vrijwilligers, maar ook door dromen. Dat is heel mooi om te merken. Zo krijgen mensen die in een uitzichtloze situatie leven niet alleen praktische hulp, maar ook perspectief voor de eeuwigheid.”