Voor elke reis kies ik een boek uit dat bij het reisdoel past. Zo voel ik me ruim drie uur in Wit-Rusland Konstantin Paustovski, de Russische schrijver en journalist.
Op het moment dat mijn trein vanuit Brest naar Minsk vertrekt, hervat ik zijn memoires ”Verhaal van een leven” bij hoofdstuk 18 en lees de eerste regel: „Vanuit Brest trokken wij naar het stadje Kobrin.” En wanneer ik Baranovitsji passeer, lees ik hoe hier Paustovski op tragische wijze afscheid neemt van zijn vriendin Ljolja die overlijdt.
Zo treed ik begin oktober vorig jaar per trein in Paustovski’s voetsporen. Ik rijd de route die hij ruim honderd jaar geleden op een paard aflegde als ziekenverzorger van het Russische leger tijdens de Eerste Wereldoorlog. Dat ik een eeuw later Paustovski’s weg kruis, is geen toeval. Sinds ik door Oost-Europa reis, neem ik literatuur mee over de regio waar ik op dat moment verblijf. Zo leer ik meer over de geschiedenis, cultuur en mensen van dat gebied.
Deze traditie begint in 2004 tijdens een taalcursus Russisch in Sint-Petersburg. Daar lees ik ”Misdaad en straf” van Fjodor Dostojevski. Het boek speelt zich af in de donkere straten van het Sint-Petersburg van de negentiende eeuw. Het is lente en de avonden worden langer. Dit geeft mij de gelegenheid om tot laat door de tweede stad van Rusland te dwalen. Op mijn route neem ik vaak Sennaja Plosjad mee, ”Het Hooiplein”. Hier zwalken de dronken zwervers over straat, staan de krakkemikkige huizen op het punt van instorten en bestaan de wegen vooral uit gaten en scheuren. Het kost me amper moeite om de sfeer van ”Misdaad en straf” voor me te zien.
Wanneer ik in 2016 naar het oorlogsfront in Oost-Oekraïne afreis, zit in mijn rugzak ”Een schrijver in oorlog” van Vasili Grossman. Hierin trekt hij tijdens de Tweede Wereldoorlog op met het Rode Leger door Europa, onder meer door Oekraïne, naar nazi-Duitsland. Hij schrijft over de bikkelharde Slag om Stalingrad, noteert de wreedheid onder Oekraïners jegens de Joodse bevolking en komt met een hartverscheurend verslag over kamp Treblinka.
De oorlog die Grossman beschrijft, zie ik terug in Oost-Oekraïne, waar soldaten in de modder, loopgraven en schuttersputten de dag en nacht doorbrengen. Grossman schreef een internationale bestseller met zijn epos ”Leven en lot”, vol aanklachten tegen het Stalinisme. In de trein terug naar Kiev bekijkt een medepassagier de kaft van ”Een schrijver in oorlog”, leest de naam van de auteur en geeft mij een goedkeurend knikje.
Drie reizen, en dus drie boeken, heb ik op het oog voor in de nabije toekomst. Mits het coronavirus dat toelaat. Voor mijn bezoek aan de Russische stad Rostov aan de Don en Taganrog heb ik ”De dame met het hondje” van Anton Tsjechov gereserveerd. Tsjechov groeide op in Taganrog. De oorlog in Oost-Oekraïne verdient weer aandacht in de Nederlandse media. Hiervoor heb ik ”Ze kwam uit Marioepol” door Natascha Wodin klaarliggen. Marioepol ligt op 25 kilometer van het front. In de zuidelijke Kaukasus zijn de verhoudingen veranderd sinds de oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan vorig jaar. Dat vraagt om een bezoek. In mijn rugtas stop ik opnieuw een boek van Grossman, met de toepasselijke naam: ”Reis door Armenië”.