Gewetenskeuze vaccinatie vraagt afhankelijkheid
Wat maakt een keuze in een gewetenszaak –zoals vaccinatie– goed? Niet de uitkomst geeft de doorslag, maar wat eraan voorafging. „Was het een persoonlijke worsteling voor Gods aangezicht?”
Die vraag legde ds. H. J. Agteresch vrijdagavond voor aan studenten uit de Gereformeerde Gemeenten (GG). De predikant van de gereformeerde gemeente te Werkendam sprak tijdens de –online– winterconferentie voor studerenden van de GG in Gouda over het thema ”Ziekte, lijden en genezing”.
Ds. Agteresch, die voorheen als internist werkzaam was, wees de studenten erop dat de Bijbel op meerdere plaatsen wijst op een verband tussen ziekte en zonde, zoals bij de pest die uitbrak na de volkstelling door David. Tegelijk kan die relatie niet altijd worden gelegd. Zo wijst de Heere in het boek Job de gedachte af dat lijden altijd het gevolg is van een zonde.
De predikant ging in het bijzonder in op de „pestilentiën” waarover de Bijbel spreekt, als tekenen van de eindtijd. Hij tekende enkele grote pestpandemieën uit de wereldgeschiedenis. Ook wees hij op het coronavirus dat wereldwijd samenlevingen ontwricht. „In de pestilentiën horen we de ruisende voetstappen van de komst van Christus. Gelukkig als je gezeten mag zijn in de schuilplaats des Allerhoogsten. Alleen dan is er verwachting.”
De predikant citeerde J. C. Ryle die sprak over ziekte als een weldaad. „Ziekte, zei hij, is een vriend voor ’s mensen ziel, want die helpt hen de dood te herinneren, ernstig over God na te denken, zich te vernederen en hun godsdienst te beproeven. Zo, zei Ryle, is ziekte een van Gods belangrijkste middelen tot redding van een mens.”
Nut
Voor Gods kinderen hebben ziekten vaak een bijzonder nut. „Voor hen is ziekte geen rechterlijke straf, zoals het voor ongelovigen kan zijn, want Christus heeft hun krankheden op Zich genomen. Daarom is het lijden voor hen een vaderlijke kastijding, die met liefde is gemengd.”
„In onze gemeenten is ten aanzien van vaccinatie nooit censurerend opgetreden”, zei ds. Agteresch toen hij sprak over het gebruik van middelen voor genezing. „Het betreft een gewetenszaak. Dat gaat om een persoonlijke beslissing die aan anderen niet kan worden opgelegd.”
De predikant wees op vier houdingen ten opzichte van inenting. Zo zijn er „bezwaarden zonder geloof.” Hun weigering is bijvoorbeeld traditioneel bepaald –het hoort niet, want anderen doen het ook niet– of kan ontstaan onder druk van familie of de kerk. Ook zijn er onder deze groep die oprecht worstelen met de vraag, maar niet durven te vaccineren.
Een tweede groep zijn de „bezwaarden vanuit het geloof.” Zij ervaren vaccinatie als strijdig met een leven in afhankelijkheid en als een vooruitlopen op de Heere.
Er zijn ook „voorstanders zonder geloof”, die ten diepste hun vertrouwen op het middel van de inenting stellen en niet leven in afhankelijkheid.
Ten slotte zijn er de „voorstanders vanuit het geloof.” Zij belijden dat ziekte uit Gods hand komt, maar dat God „in Zijn voorzienig beleid middelen schenkt”, niet alleen ter genezing, maar ook om te behoeden voor ziekte.
Vertrouwen
De predikant wees erop dat vaccinatie binnen de gereformeerde gezindte weleens „onterecht geïsoleerd kan worden als op zichzelf staand vraagstuk. Het is bijvoorbeeld opmerkelijk dat men ter voorkoming van ziekten geen probleem heeft met beïnvloeding van ons stollingssysteem –bijvoorbeeld een prikje met bloedverdunner die voor een operatie wordt toegediend om een longembolie te voorkomen– maar wél met beïnvloeding van ons immuunsysteem. Ethisch gezien is hiertussen geen verschil. Bij beiden wordt een ziekte voorkomen die er nog niet is.”
De kernvraag is die naar afhankelijkheid, zo hield ds. Agteresch de studenten voor. „In deze worsteling voor Gods aangezicht liggen in het geweten naast elkaar mijn afhankelijkheid van de Heere en mijn eigen verantwoordelijkheid, Gods zorg en mijn zorgen, wat de Heere wil en wat ik wil. De kernvraag is: Ben ik een kind van God en hoe kan ik in het geloof mijn vertrouwen stellen op Gods Vaderlijke hand?”