„Druk van de ketel voor eerstejaars”
Eerstejaars aan universiteiten hoeven dit jaar toch minder studiepunten te halen om de opleiding niet gedwongen te hoeven verlaten. Dat verlicht de druk, die door corona toch al hoger ligt, voor veel studenten.
Eerder weigerden universiteiten te tornen aan het bindend studieadvies (bsa), die al langer onder vuur ligt. Het onderwijs ging immers vrijwel volledig door en ze signaleerden nauwelijks studievertraging. Na een maandenlange discussie veranderde dat standpunt donderdag toch.
De Tweede Kamer had universiteiten al opgeroepen om niet hetzelfde aantal studiepunten te eisen in dit door corona getekende collegejaar. Studentenbonden stuurden brandbrieven met de oproep het bindend studieadvies te schrappen.
Hogescholen besloten in november al om de bsa dit studiejaar op te schorten. Daarmee verviel het dreigement dat eerstejaars na 1 februari van de opleiding gestuurd worden als ze onvoldoende punten hebben gehaald. Gemiste vakken en opdrachten kunnen ze volgend studiejaar inhalen. Hogescholen wilden daarmee „rust creëren in een hectische tijd.”
Nu zijn dus ook de universiteiten om. Anders dan in het hbo laten zij het bsa niet helemaal vervallen. Wel wordt de norm verlaagd met 10 tot 15 procent.
De universiteiten zeggen het nog steeds belangrijk te vinden om vast te houden aan het dwingende advies. Wel erkennen ze dat het welzijn van studenten „stevig onder druk staat” en dat de verlengde lockdown dat versterkt.
Stress
Studieprestaties zullen lijden onder de versoepeling, verwacht Rob Kickert, die in december promoveerde op het bsa. „Maar met zoveel minder offline onderwijs kunnen universiteiten ook niet dezelfde prestaties verwachten.” Hij begrijpt hun terughoudendheid wel om de eis te laten varen. „Voor veel studenten is het bsa een goede stok achter de deur.”
Kickerts onderzoek toonde aan dat studenten beter presteren door het bsa. Tegelijk bezorgt die hen druk en stress. Het blijven vasthouden aan het omstreden advies zou dus ten koste gaan van het welzijn van studenten.
In een onderzoek van het ministerie van Onderwijs na de eerste coronagolf scoorde het welzijn van studenten al lager. Stress, eenzaamheid, depressieve klachten en een gebrek aan motivatie kregen meer de overhand sinds studenten vanuit huis onderwijs volgen. Overigens bleken de prestaties van studenten toen niet zozeer te lijden onder corona.
De verlaging van het bsa haalt de druk van de ketel voor veel studenten, denkt ook Dahran Çoban van het Interstedelijk Studenten Overleg. „Universiteiten laten hiermee zien dat dit geen normaal jaar is.” De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) noemt het besluit een mooie stap in de goede richting, maar ziet het liefst dat het bsa helemaal van tafel gaat. In de praktijk betekent de verlaging volgens LSVb dat eerstejaars één groot vak minder hoeven af te ronden om het vereiste aantal punten te halen.
Langstudeerders
Het bsa krijgt al langere tijd forse kritiek. De Tweede Kamer nam afgelopen najaar een motie aan die het bindend studieadvies wil vervangen door een advies dat puur adviserend is – een bsa zonder b dus. Minister Van Engelshoven staat daar welwillend tegenover, maar de universiteiten zijn tegen afschaffing. Die zeggen door het advies geschikte studenten er vroegtijdig uit te kunnen filteren.
Het bsa zou langstudeerders ontmoedigen en voorkomen dat jongeren pas laat ontdekken een verkeerde studie te hebben gekozen. Tegenstanders wijzen er echter op dat zo’n 80 procent van de studenten die door een negatief advies weggestuurd wordt, overstapt naar dezelfde of een vergelijkbare studie aan een andere instelling.
Dat de politiek af wil van de eis, vindt Kickert merkwaardig omdat de financiering van het hoger onderwijs afhangt van hoe snel studenten door het programma gaan. Instellingen krijgen namelijk alleen geld voor de eerste paar jaar dat iemand studeert. „Apart dat de Kamer vasthoudt aan dat rendement, maar het vervolgens wel kwalijk neemt dat het hoger onderwijs aan rendementsdenken doet.”
Zelf vindt hij het bsa „geen onredelijke eis. Een student laat daarmee zien dat hij een goed niveau heeft en kan het in volgende jaren rustiger aan doen.” Bij een lagere drempel, bijvoorbeeld minimaal 40 in plaats van 60 punten, bestaat het risico dat veel studenten die 40 als streefgetal zien, zegt hij. „Hoe hoger de lat ligt, hoe beter studenten presteren. Tegelijk gun je ze minder prestatiedruk. En door het leenstelsel denk ik dat veel studenten het zich al niet kunnen permitteren om eindeloos te studeren.”