Urker vlagkotter lost eerste ‘Britse’ vis in Harlingen
In alle vroegte is donderdag de eerste ‘Britse’ Noordzeevis in Harlingen gelost, gewogen en ingeklaard. De primeur was voor de FD 283 van de familie Koffeman uit Urk.
De 330 kisten schol, tarbot, kabeljauw en nog een paar soorten zijn door de Urker vissers gevangen in het Nederlandse deel van de Noordzee. Toch staan twee medewerkers van voedselwaakhond NVWA en een douaneagent op de kade de kotter op te wachten. Reden: het schip vaart onder Britse vlag.
Het is een dik uur na middernacht, als de FD 283 de haven binnenvaart. Een druilerig buitje maakt de kade glad. Als schipper Arie Koffeman de kotter aanmeert, grijpt vader Frans de tros. Koffeman senior, met vijf broers eigenaar van het familiebedrijf dat drie schepen in de vaart heeft, is uit Urk komen rijden. Hij wil erbij zijn als de eerste vlagkotter na de brexit zijn vangst in een Nederlandse haven lost.
FD staat voor Fleetwood, een kustplaatsje in het Engelse graafschap Lancashire. De familie Koffeman kocht in 1992 zijn eerste Britse kotter. Het was de tijd dat Nederlandse vissers te weinig vangstrechten hadden, terwijl de Britten de hunne bij lange na niet opvisten. Diverse Urkers kochten een Brits schip en gingen ermee op schol vissen. „Na vijf jaar kregen we een Brits quantum”, zegt Koffeman. Dertig jaar later is de toekomst onzeker. Voorlopig kunnen de Urker ‘Britten’ hun vangst in Nederland blijven lossen, maar het Verenigd Koninkrijk werkt aan aanscherping van zijn visserijwet. Het land wil meer economische vruchten plukken van de eigen visquota. En daarom moet straks wellicht een groot deel van de vangst verplicht in het VK aan land worden gezet.
Teruggestuurd
Koffeman is een beetje zenuwachtig. „Samen met onze belangenorganisatie, de Urker visafslag en de douanagent hebben we alles zo goed mogelijk voorbereid. Maar er kan altijd iets fout gaan. Dinsdag is een andere vlagkotter in een Zeeuwse haven mét zijn vis de zee weer op gestuurd.”
Het Verenigd Koninkrijk is geen lid meer van de Europese Unie. Op 31 december eindigde een overgangsperiode waarin de Britten zich nog aan de EU-regelgeving hielden. Nu is het VK een zogeheten derde land. En dat betekent dat bij invoer van Britse producten douaneformaliteiten en kwaliteitscontroles van toepassing zijn. De deal die de EU en het VK eind december bereikten, verandert daar niets aan. Wel hoeft dankzij die deal over de vis geen invoerheffing te worden betaald.
Visveiling Urk heeft zijn locatie Harlingen beschikbaar voor het wegen van de vangst. Dat wegen is vereist, ook al is de vis aan boord al gewogen. De uitkomst steekt nauw: als die afwijkt van de opgave van de schipper komt er geen toestemming om de vis in te voeren in de EU. Voorwaarde is dat de vis schoon wordt gewogen: het ijs, dat voor een goede bewaring op de kisten vis ligt, moet eraf. En dat betekent omstorten.
„Het leek er eerst op dat we de vis in Harlingen ook nog moesten sorteren op maat”, zegt Klaas Nentjes, voorman van de vissorteerders van Visveiling Urk. „We hadden al een ploeg van 25 man klaar staan, die met een aantal sorteertafels naar Harlingen zou rijden. Gelukkig verviel die eis op het laatste moment.”
Twee controleurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit houden toezicht op het lossen en het wegen van de vangst. „Het is voor ons ook aftasten. We staan voortdurend in contact met ons hoofdkantoor in Limburg”, zegt Joost („doe maar even geen achternaam”). Als het schip gelost is, vraagt hij aan Frans Koffeman of hij nog even het visruim in mag. „Ik moet controleren of dat echt leeg is”, legt hij uit. Koffeman lacht. „Ga gerust je gang.”
De sfeer is gemoedelijk. Binnen pakken de mannen van Visveiling Urk stevig aan. Na anderhalf uur zijn alle kisten omgestort, gewogen en in een gereed staande vrachtwagen geladen, klaar voor transport naar Urk. Pas na toestemming van de NVWA-controleurs mag de chauffeur rijden.
Besomming
Maar dan is de vis nog steeds niet vrijgegeven, zegt douaneagent Binne Toering, die het inklaren regelt. Het douaneformulier heeft een voorlopige status. Als de vis op de afslag in Urk is gesorteerd, nogmaals gewogen en geveild, en daarmee ook de verkoopprijs bekend is, is er definitieve toestemming voor invoer in de Europese Unie.
Schipper Arie Koffeman is tevreden. „We hebben een mooie reis gemaakt, met flink wat tarbot (een dure vissoort, TR). En we zijn vroeg aan de markt. Ik reken op een goede besomming.”