Tonke Dragt (90): wereldberoemd dankzij Netflixverfilming
Het is een bijzonder jaar voor Tonke Dragt. Ze vierde vorige maand haar negentigste verjaardag en werd wereldberoemd door een Netflixserie over haar boek ”Een brief voor de koning”. Maar waar haar woorden juist de verbeelding prikkelen, biedt de film vooral amusement.
Als Tonke Dragt in 1962 het manuscript van ”De brief voor de koning” inlevert bij uitgeverij Leopold, heeft ze geen flauw vermoeden dat er meer dan een miljoen exemplaren van worden verkocht.
”De brief voor de koning” is een van de belangrijkste boeken, zo niet het belangrijkste, uit de Nederlandse jeugdliteratuur. De schrijfster die vorige maand 90 jaar is geworden, schreef een indrukwekkend avonturenverhaal en verzorgde zelf de illustraties. Er verschenen 56 drukken, het werd in tientallen talen vertaald, twee keer verfilmd, er werd een musical van gemaakt en in 2004 werd het bekroond met de Griffel der Griffels, als mooiste jeugdboek sinds 1954. Nu het verhaal in het voorjaar als Netflix-serie verschenen is, is de hoogbejaarde Tonke wereldberoemd.
Verbeelding
Al het werk van Tonke Dragt getuigt van een rijke verbeelding. Die verbeelding was voor haar geen spelletje, maar levensnoodzaak. Ze werd geboren in Batavia en kwam in 1942 in een jappenkamp terecht. Er was niet veel te lezen, daarom begon ze zelf te schrijven. Ze droomde een werkelijkheid en zo hielp haar verbeeldingskracht de akelige realiteit van het kamp te ontvluchten. Na de oorlog volgde ze een opleiding tot illustrator en werd ze tekenlerares.
Dragt maakte zelf de illustraties voor ”De brief van de koning”. In het Literatuurmuseum worden die bewaard; niet alle tekeningen konden trouwens in het boek worden opgenomen. Opvallend is dat de personages op al haar tekeningen slechts silhouetten zijn. Dat is op verschillende boekomslagen (zie de afbeeldingen) ook goed te zien.
Silhouetten
Voor mij zijn ze een mooi voorbeeld van hoe literatuur werkt. De silhouetten duiden personages slechts aan. Pas in de loop van het verhaal krijgen ze kleur. En dat betreft niet zozeer hun uiterlijk, maar vooral hun karakter en hun eigenschappen, hun worstelen met goed en kwaad, hun falen en doorzetten, hun vriendschap en loyaliteit, hun worsteling met grote vragen. Deze universele zaken spreken lezers van alle leeftijden aan. Hun verbeelding wordt door het verhaal gestimuleerd. Als lezers meegenomen worden in zo’n verhaal vindt er een proces plaats –emotionele transportatie– waarin empathie ontstaat die net zo sterk is als bij een échte ontmoeting. En dat werkt optimaal als de schrijver niet alles inkleurt maar ruimte laat voor verbeelding en interpretatie. Daarom tekent Tonke Dragt haar personages als silhouetten.
Tiuri
Hoe explicieter de tekst, hoe minder ruimte voor de verbeelding. En dat geldt nog veel sterker voor beeld. Wie de Netflix-serie ”The Letter for the King” bekijkt, ziet een totaal ander verhaal dan dat in ”De brief voor de koning”. De scène waarmee de roman begint, is verstild en beklemmend. Tiuri wordt tot ridder gewijd; hij mag de kapeldeur voor niemand opendoen maar moet zich bezinnen op zijn nieuwe taak. En dan wordt er op de deur geklopt – en wordt de lezer door het verhaal gegrepen. Hij identificeert zich met Tiuri en weegt voors en tegens af. Opendoen mag niet, maar als er iemand aan klopt die hulp behoeft? Dit morele dilemma is een ijzersterk begin van het verhaal.
Eigentijds
Zo’n begin past niet bij een Netflix-serie. Die begint met veel spektakel van riddertrainingen en -oefeningen, en pas veel later komt de scène in de kapel. Nu is dat voor zo’n bewerking niet vreemd: het verhaal wordt aangepast aan een bepaalde doelgroep en dan is uitbreiden een bekende strategie. Die wordt ook gebruikt als een klassieke tekst bewerkt wordt tot een boek voor lezers van nu. Maar wat vraagt een publiek anno 2020?
Naast het spektakel en het weinig impliciete van de film, zijn er een paar dingen die opvallen: Tiuri is zwart, wat past in de Black Lives Matter-tijd die we nu beleven. Deze keus vind ik niet verkeerd; het is voor zwarte jongeren belangrijk dat ze zich ook in de Nederlandse cultuur terugzien. En huidskleur is immers niet bepalend voor het gedrag. Wat mij stoort is dat Tiuri in plaats van zijn trouwe vriend Piak nu het meisje Lavinia aan zijn zijde heeft. Met haar komt de liefde in de film en verschuift de trouw van Piak naar de achtergrond. Liefde is kennelijk een onmisbaar ingrediënt.
Met bepaalde details zoals zoenende schildknapen willen de filmmakers klaarblijkelijk laten zien dat ze bij de tijd zijn, maar ze hebben geen enkele functie in het verhaal. Het is dan ook niet vreemd dat meer dan één recensent verzucht: „Geef mij maar het originele verhaal.” De serie is slechts een losse interpretatie. „Meer Netflix dan Tonke Dragt”, schreef Mark Moorman in de Volkskrant.
Tonke Dragt wist niet eens wat Netflix was, toen haar gevraagd werd of het verhaal verfilmd mocht worden. Enkele eisen heeft zij wel aan de verfilming gesteld. Zo moest de hoofdpersoon een jongen blijven en mocht Piak niet verdwijnen – wat de filmmaker van plan was. Hij moest eigenlijk het veld ruimen voor Lavinia. Ondanks het feit dat het geen getrouwe verfilming is, maar een serie die losjes gebaseerd is op haar beroemde verhaal, beschouwt Dragt het als een eer dat ”The Letter for the King” in 26 landen te zien is.
Ik heb een sterke voorkeur voor het oorspronkelijke verhaal. Het is subtiel, je kunt de silhouetten zelf inkleuren. Voor mij zien ze er nu anders uit dan veertig jaar geleden; een goed verhaal groeit met je mee. Wat is er fijner in coronatijd dan je –binnen vier muren– te begeven in een land met kastelen, wouden, bergen en rivieren?