„Antwoorden Van Ruler ook in coronatijd waardevol”
A. A. van Ruler voelde zich tijdens zijn leven vaak genegeerd. Maar na zijn dood was er zeker aandacht voor de hervormde theoloog.
Dat betoogde dr. Dirk van Keulen dinsdagavond tijdens de presentatie van een nieuw deel van het verzameld werk van Van Ruler.
Het was dinsdag precies vijftig jaar geleden dat Van Ruler overleed. Op de ochtend van dinsdag 15 december 1970 sprak hij omstreeks 9.00 uur voor de AVRO-radio een meditatie uit. Van Keulen: „Twee uur later overleed hij, zittend achter zijn bureau. Een derde hartinfarct werd hem fataal.” Kinderen van Van Ruler woonden dinsdag de digitale bijeenkomst bij.
Oecumenicus dr. Hans Kronenburg typeerde Van Ruler als „misschien wel de meest katholieke Nederlandse theoloog van de twintigste eeuw.” Van Ruler ontwikkelde een geheel nieuw begrip van katholiciteit, doordat hij deze eigenschap niet allereerst betrok op de kerk, maar op de drie-enige God en Zijn Rijk. In Van Rulers woorden: „God is trinitarisch, daarom is Zijn Rijk katholiek.”
Prof. dr. Hans Schaeffer, hoogleraar praktische theologie in Kampen, onderstreepte de waarde van de liturgie bij Van Ruler. „Het leven wordt pas echt spannend in de liturgie. Je kunt nog zo intens leven, maar de kerkdienst zet alles onder spanning. Daar doordenken we ons leven tot op het bot. Liturgie is geen binnenkerkelijk feestje, maar brengt de hele werkelijkheid als schepping voor God.”Voor de kerk in 2020, in tijden van corona, blijven Van Rulers antwoorden waardevol, aldus dr. Schaeffer. „Kerkgangers en voorgangers maant hij tot een vreugdevolle ernst: blijf werk maken van de liturgie. Als christenen de diep-vormende praktijken van voorbede en lofprijzing niet meer serieus nemen, wie doet het dan nog? Laten we het verdriet om kerkdienstloze zondagen aangrijpen om de vormende kracht van liturgie te herontdekken.”
Wichelroede
Dr. Ciska Stark, docent homiletiek en liturgiek aan de Protestantse Theologische Universiteit, memoriseerde drie punten die volgens haar relevant zijn in Van Rulers visie op de prediking: het blijven bij de Schriften, de aandacht voor de geschapen werkelijkheid van mens en wereld en het beeld van de prediker als „wichelroedeloper.”
Ten aanzien van het laatste: de preek voelt volgens Van Ruler als het ware aan waar God aan het werk is. „Zij leidt toe naar de onderstromen, de bronnen van het levende water. Ik vind dat een prachtig beeld. Want het houdt iets overeind van het oude ambacht van de mysticus, de wichelroedeloper. Het erkent de bronnen en het wijst de weg. Het is zoekend, tastend en tegelijkertijd volstrekt zeker: in de preek gebeurt het.”
Na Van Rulers dood haalden velen in de pers persoonlijke herinneringen op. Van Keulen: „Algemeen is de waardering voor zijn originaliteit en zijn onafhankelijkheid, al spreken sommigen ook over eigenzinnigheid. Van Ruler gaf altijd te denken. Breed gedeeld is het besef dat Van Ruler een eigen plaats innam binnen het Nederlandse protestantse milieu, maar geen school heeft gemaakt. Zijn theocratisch visioen bleef voor velen een struikelblok.”