Waar het vertrouwen in de politiek aan het begin van de coronacrisis sterk was gestegen, is dat inmiddels weer een stuk lager. Dat meldt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) vrijdag. De overheid wordt volgens het SCP nu ook medeverantwoordelijk gehouden voor de omvang van de crisis, met name omdat de overheid zich in de ogen van veel mensen nu beter had kunnen en moeten voorbereiden.
Het vertrouwen van Nederlanders in de politiek is nog steeds wel aanzienlijk hoger dan voor de coronacrisis. De verwachting is echter dat dit vertrouwen tijdelijk is en op termijn daalt naar het niveau van voor de crisis.
Een van de verklaringen voor het dalende vertrouwen ten opzichte van de eerste golf is dat corona niet meer wordt gezien als een externe crisis die ons is overkomen. De overheid wordt daarom nu ook medeverantwoordelijk gehouden voor de omvang van de crisis, aldus het SCP. Er is meer kritiek op de coronamaatregelen, mensen maken zich zorgen over toenemende tegenstellingen tussen groepen vanwege tegengestelde belangen en controverses over de maatregelen. Een kleine groep geeft de regering een ruime onvoldoende en vindt dat de maatregelen meer schade aanrichten dan het virus.
Ook het vertrouwen in anderen steeg tijdens het begin van de crisis licht en mensen waren optimistischer over omgangsvormen, wat normaal juist een veelgenoemde zorg is. Sinds de zomer is het sociaal vertrouwen echter weer gedaald naar het niveau van voor de crisis. Het aandeel mensen dat vindt dat met te weinig respect met elkaar wordt omgegaan is tussen april en oktober flink gestegen, van 46 procent in april naar 63 procent in oktober, waarmee ook dit percentage weer terug is op het niveau van voor de coronacrisis.
Intussen gaven Nederlanders hun leven in oktober, tijdens de tweede coronagolf, een 7,2. Dat is slechts een tiende lager dan voor de pandemie. Toch zegt bijna de helft (46 procent) zich (iets) somberder te voelen dan voor corona. „Mensen voelen zich dus wel somberder, maar dit vertaalt zich nog niet in een algehele toename van psychische problemen”, aldus het SCP.
Toch zijn er zorgen over het welbevinden van specifieke groepen, geeft het planbureau aan. Zo is met name de gemiddelde levenstevredenheid van jongvolwassenen dit najaar gedaald, naar een 6,8. „De vraag is daarnaast wat de effecten op langere termijn zullen zijn van deze aanhoudende pandemie en de bijkomende beperkingen en onzekerheden op het welbevinden van burgers. De veerkracht van de Nederlandse samenleving is niet onbegrensd.”