Na melding stopt huiselijk geweld niet
Bij ruim de helft van de gezinnen waarin sprake is van huiselijk geweld, blijft de situatie na melding bij Veilig Thuis onveilig. Dat blijkt uit onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut.
Beide ouders zijn opgegroeid in een gezin waarin geweld heel normaal was. Een moeder die het moest ontgelden, kinderen die klappen kregen: het stel weet niet beter.
Inmiddels heeft het duo zelf kinderen. Ze houden van hun kroost, daarover is geen twijfel mogelijk. Maar het leven is niet altijd makkelijk. De ouders worstelen met schulden, grijpen iets te vaak naar de drankfles en zitten soms met de handen in het haar als het gaat om de opvoeding. Kortom: ze hebben veel aan hun hoofd.
Het echtpaar is het van huis uit gewend dat problemen op anderen worden afgereageerd. Hun kinderen moeten het dan ook nogal eens ontgelden. Er vallen af en toe harde klappen.
Het gezin is gemeld bij Veilig Thuis. Dat advies- en meldpunt schakelde wijkteams in. Maar vader en moeder snappen niet helemaal wat het probleem is. Ze voeden hun kinderen toch redelijk normaal op? Af en toe een flinke klap hoort erbij. De kinderen zijn solidair met hun ouders en hangen de vuile was niet buiten.
Na ruim een handvol gezinsbezoeken zit het hulpverleningstraject erop. Maar oude patronen veranderen blijkt moeilijk. Het geweld stopt dan ook niet.
Traumaklachten
Bovenstaand voorbeeld toont aan hoe moeilijk het is het probleem van partnergeweld en kindermishandeling aan te pakken.
Huiselijk geweld staat namelijk nooit op zichzelf, zegt een woordvoerder van het Verwey-Jonker Instituut. „Armoede, werkloosheid, alcoholgebruik, opvoedstress, psychische stoornissen: het zijn allemaal factoren die meespelen. Dat maakt het lastig om gezinnen uit de vaak vicieuze cirkel van geweld te halen.”
Het Verwey-Jonker Instituut volgde anderhalf jaar lang 577 gezinnen. Daaruit bleek dat er in ruim de helft van de gezinnen anderhalf jaar na melding bij Veilig Thuis nog steeds sprake is van ernstig of veelvuldig geweld. Dat betekent jaarlijks minimaal 22 incidenten, variërend van schelden en slaan tot duwen tot verwonden. Majone Steketee, directeur van het Verwey-Jonker Instituut, toont zich bezorgd. „We weten welke schade dat aanricht bij kinderen: traumaklachten, hechtingsproblematiek en emotionele onveiligheid.”
Adem
Het onderzoek biedt echter ook goed nieuws. Zo blijkt bij drie op de tien gezinnen het geweld anderhalf jaar na melding helemaal gestopt te zijn. Het stemt Steketee voorzichtig optimistisch.
Volgens het instituut hebben de gezinnen langdurige en specialistische hulp nodig. Ook moet er oog zijn voor de samenhang tussen diverse vormen van kindermishandeling en huiselijk geweld, de risicofactoren en de problematiek bij de gezinsleden. Steketee: „Begeleiding is een kwestie van een lange adem.”