Diverse kerken belijden schuld aan de Joodse gemeenschap om het leed dat hun in de Tweede Wereldoorlog is aangedaan. Er zijn ook kanttekeningen.
Woensdag verscheen een tweetal handreikingen om woorden te geven aan de schuldbelijdenis. De Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), de Gereformeerde Bond (GB) in de Protestantse Kerk in Nederland, de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV), de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) en de Hersteld Hervormd Kerk (HHK) stelden samen een handreiking op voor een zondag van verootmoediging en schuldbelijdenis, op 15 november. De handreiking wordt plaatselijke kerken aangeboden.
In de ”belijdenis van schuld” spreken de kerken uit dat ze „nalatig zijn geweest in het opkomen voor de bedreigde Joodse gemeenschap in ons land tijdens de Holocaust.” Ze zijn „nalatig geweest toen het antisemitisme in het Europa van voor de oorlog toenam en wij onze stem daar niet tegen hebben verheven.”
De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) kwam woensdag met een eigen schuldbelijdenis. „Wij schoten tekort in spreken en in zwijgen, in doen en in laten, in houding en in gedachten”, staat daar onder meer in. Scriba ds. R. de Reuver zal de verklaring op 8 november uitspreken in de Rav Aron Schuster synagoge in Amsterdam, tijdens de herdenking van de Kristallnacht.
Donderdag wilde de PKN geen verdere toelichting op de schuldbelijdenis geven. Volgens een woordvoerder is de tekst in eerste instantie bedoeld voor de Joodse gemeenschap. Door er nu te veel op in te gaan, verliest de tekst zijn zeggingskracht op 8 november.
Verlegenheid
Het Deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten ondertekende de verklaring van de kerken niet. „Aan de bestrijding van hedendaags antisemitisme werken we van harte mee”, zegt voorzitter ds. A. Schot. „Dat staat ook in een verklaring die de generale synode in 2017 deed uitgaan. We hebben toen ons best gedaan om andere kerken daarbij te betrekken, maar kregen daarvoor helaas de handen niet op elkaar. Waarschuwen tegen antisemitisme lijkt ons een betere weg dan plaatsvervangend schuldbelijden voor hen die niet meer onder ons zijn. De Bijbel kent maar één zonde die aan anderen wordt toegerekend, en dat is de zonde van ons verbondshoofd Adam. Dat is niet alleen in de christelijke maar ook in de Joodse theologie het uitgangspunt: nabestaanden dragen geen schuld met zich mee als zij niet volharden in de zonde van het voorgeslacht. Daardoor hebben we al meermalen in gesprekken met Joden gemerkt dat zij er juist verlegen mee zijn als mensen excuses maken voor wat het voorgeslacht tijdens de oorlog deed. Laten we trouwens ook voorzichtig zijn met het be- en veroordelen van iemands handelwijze in vroeger tijd, in een heel andere context dan de onze.
Onze schuld aan het Joodse volk is dat we hun het Evangelie moeten verkondigen. Daar voelen wij ons als deputaatschap voor Israël wel verantwoordelijk voor.”
Anne Frank
Volgens opperrabbijn Binyomin Jacobs is schuldbelijdenis niet nodig, maar is de verklaring wel een goed signaal. „Vorig jaar wilden enkele christenen bij me op bezoek komen om boete te doen voor de houding van hun voorgeslacht. Ik zei: Dat hoeft helemaal niet, want u heeft niets fout gedaan. Je kunt en mag kinderen niet verantwoordelijk stellen voor fouten van ouders.
Tegelijk is het niet verkeerd dat erop wordt gewezen dat er meer voor de Joden had kunnen worden gedaan. Dat corrigeert het beeld dat vaak bestaat: Nederland is het land waar zoveel Joden zijn gered. Dit vertekende beeld is mede ontstaan door alle aandacht voor Anne Frank: zij is door Nederlanders verborgen en door Duitsers opgepakt. Zelf ben ik ook opgevoed met chronisch respect voor niet-Joden: ze hebben mijn moeder gered en zonder die belangeloze hulp was ik er niet geweest. Naarmate ik ouder werd, ging ik de andere kant zien: 80 procent van mijn familie is vermoord, zeer veel Joden zijn verraden door Nederlanders en het was doorgaans de Nederlandse politie die hen arresteerde.”
Jacobs ziet de verklaring ook als een waarschuwing tegen antisemitisme.
Dr. P. J. van Midden, voorzitter van het Overlegorgaan van Joden en Christenen (OJEC), zegt „heel blij” te zijn met de verklaring die de PKN heeft opgesteld voor de herdenking van de Kristallnacht. „Het is een verklaring waarover diep is nagedacht, en waarbij is aangegeven hoe men tot deze formulering is gekomen. Iets roepen is één, iets uitleggen is twee.”
Hoe de reacties uit de Joodse gemeenschap ook zijn, „het alternatief is een zwijgende kerk en van dat idee kan ik alleen maar verdrietig worden.”