‘Piusarchieven” vanwege corona alweer gesloten
Peter Jan Margry (63) verliet woensdag als laatste onderzoeker de Vaticaanse archieven. De hoogleraar Europese etnologie aan de Universiteit van Amsterdam en onderzoeker aan het Meertens Instituut moest uiteindelijk ook voor het coronavirus wijken.
Dinsdag werd het Vaticaan, inclusief het Sint Pietersplein, al van de wereld afgesloten. Vermoedelijk de enige deur die woensdag nog geopend was, was die van het archief van de Congregatie voor de Geloofsleer, voorheen Heilig Officie genaamd, ook wel bekend als Inquisitie. Donderdag ging ook die deur op slot.
In dit archief deed Margry onderzoek naar de kwestie rond de zieneres Janske Gorissen, die in de jaren tussen de beide wereldoorlogen een groot deel van de rooms-katholieke bevolking in Nederland in haar ban kreeg omdat ze meende Maria-verschijningen te hebben gehad. Ze zou ook de zogenoemde stigmata dragen. Vanaf 1945 zond het Heilig Officie drie relatores naar Nederland om de zaak te onderzoeken. Zij oordeelden dat het een vorm van valse mystiek betrof. Over de zaak bestaat een dossier van 900 pagina’s, dat voor een belangrijk deel in het Latijn in het archief ligt. Margry had al jaren zijn oog daarop laten vallen, maar consultatie was niet mogelijk.
Dat veranderde een jaar geleden toen paus Franciscus ordonneerde dat alle archieven uit de periode dat Pius XII paus was (1939-1958) voor onderzoekers openbaar zouden worden gemaakt. Over de rol van deze paus in de Tweede Wereldoorlog bestaat veel discussie wegens zijn vermeende weifelende houding ten opzichte van Hitler. Het beeld is dat alle onderzoekers zich sinds vorige week storten op de stukken die alleen gaan over de Jodenvervolging en de houding van Pius, maar de ‘Pius-archieven’ bieden ook veel ander rijk materiaal.
„Het archief van de voormalige inquisitie houdt zich bezig met geloofszaken en rechtzinnigheid. Vandaar dat dit archief ook zoveel interessant materiaal oplevert”, zei Margry woensdagmiddag voor het statige gebouw van de Congregatie voor de Geloofsleer, dat aan de rand van Vaticaanstad ligt. „Ik was in de gelukkige positie dat ik als een van de eersten ben toegelaten tot het archief. Wegens het uitbreken van het virus, was het een hectische toestand. In plaats van veertien andere collega’s, waren er maar drie. We gingen niet naar het toilet en we hebben nauwelijks met elkaar gesproken om maar zoveel mogelijk informatie uit de bronnen te krijgen. Het archief kon immers elk moment worden gesloten.”
Zijn drie buitenlandse collega’s vertrokken dinsdag al, bang als ze waren dat ook het luchtruim zou worden afgesloten. Margry had woensdag daardoor de luxe alleen te zijn in een van de meeste ‘geheime’ archieven ter wereld. Hij denkt niet dat zijn dossier voor openstelling nog is gemanipuleerd. „Absoluut niet. De meest delicate documenten zaten er gewoon in.”