Daan Molenaar (34) ontsnapte in maart aan de tramaanslag in Utrecht. Een paar uur na de terreurdaad las hij samen met zijn hoogzwangere vrouw thuis psalm 91. „Dat was troostrijk.”
Waarom gaat de tram vol in de remmen? Is het een aanrijding? Die gedachten flitsen maandagochtend 18 maart rond half elf door het hoofd van Daan Molenaar. Als in zijn compartiment mensen naar voren stormen en de tram op het 24 Oktoberplein tot stilstand komt, beseft hij dat er een schietpartij gaande is. Vanuit het andere deel van de tram klinken knallen. „Door het tramraam zag ik dat een vrouw buiten werd weggesleept naar geparkeerde auto’s”, blikt Molenaar in zijn woning terug.
Molenaar, die bij de EO werkt, vangt een glimp op van de schutter, naar later blijkt Gökmen T. (38). „Ik zag hem op zijn rug. Hij leek met getrokken pistool op iemand af te lopen. Ik vermoedde dat het om een criminele afrekening ging.”
De geschrokken Molenaar weet aan het dodelijke geweld te ontkomen. Aan de andere kant van de tram vlucht hij naar buiten. „Gelukkig gingen de tramdeuren open. Samen met een paar anderen ben ik hard weggerend richting flatgebouwen en daarna naar het centraal station.”
Beschermer
Als hij even later „buiten adem” in de trein richting Hilversum zit en het nieuws op zijn telefoon volgt, dringt tot hem door „hoe groot” de gebeurtenis in Utrecht is. Later blijkt dat Gökmen T. vier mensen heeft vermoord, hoogstwaarschijnlijk met terroristische motieven. In T’s vluchtauto ligt een brief met de tekst: „Ik doe dit voor mijn geloof, jullie maken moslims dood en willen ons geloof van ons afpakken, maar gaat niet lukken. Allah is groot.”
In Hilversum verschijnt Molenaar kort na de aanslag even op zijn werk bij de EO, maar al snel gaat hij terug naar huis in Utrecht. Hij woont in die tijd nog aan de rand van de wijk Kanaleneiland, vlakbij de plek van de aanslag.
Een paar uur na de terreur leest Molenaar samen met zijn hoogzwangere vrouw aan tafel psalm 91. „Dat was troostrijk en gaf ons perspectief”, blikt Molenaar terug, terwijl hij zijn dochtertje–drie weken na de aanslag geboren– in slaap probeert te wiegen. „In die psalm staat dat de Heer je Beschermer en Burcht is. Hij zal je redden van de val van de vogelvanger. Zo heb ik dat ervaren.”
Een flink deel van de dag van de aanslag is Molenaar druk met het te woord staan van media. Hij verschijnt onder meer bij de NOS, in een talkshow van Jeroen Pauw en Eva Jinek en doet zijn verhaal tegen het ND en RD. Blij is hij met de hulp van een communicatieman van de EO. „Die adviseerde me bij de feiten te blijven en geen zaken zelf in te kleuren.”
Kort na de aanslag doet Molenaar een ommetje in een winkelcentrum in de wijk Kanaleneiland, waar hij altijd boodschappen deed. „Ik had mijn verhaal in de media gedaan en wilde weten of ik van islamitische buurtgenoten vervelende reacties zou krijgen. Dat viel mee. Dat was goed voor mijn gemoedsrust.”
Over Gökmen T. wil hij niet uitwijden. Diep getroffen is hij wel over het leed dat de man anderen aandeed. „Ik vond het heftig dat een dag of tien na de aanslag nog een gewonde overleed. Die vierde dode, een oudere man, leed kennelijk zo aan zijn verwondingen dat hij om euthanasie vroeg. Hij wilde niet meer verder leven.”
Apeldoorn
Molenaar, vader van twee kinderen, was „bizar genoeg” vaker betrokken bij calamiteiten met nationale impact. Op Koninginnedag 2009, tijdens een journalistieke stage bij de EO, was hij in Apeldoorn getuige van de aanslag bij De Naald. „Ik zag de auto met daarin Karst T. voorbij schieten.” De EO-man zegt de heftige gebeurtenis in Utrecht „redelijk snel” een plek te hebben gegeven. „Dat ligt aan mijn nuchtere karakter. Ik heb geen behoefte aan slachtofferhulp of een stille tocht. Ik verwerk dit soort zaken zelf of in gesprekken met mijn vrouw.”
Op de grens van oud naar nieuw
Betrokkenen bij het nieuws van 2019 blikken terug, terwijl anderen juist vooruitkijken. Maandag deel 5.