Binnenland

De eenzame strijd van getuige Astrid Holleeder

Ze leeft als onderduikster. Kan niet zomaar op visite bij haar kleinkinderen. Koopt een hond om de eenzaamheid te verdrijven. In het vrijdag uitgekomen boek ”Familiegeheimen” beschrijft Astrid Holleeder haar leven als getuige tegen haar misdadige broer. Een aangrijpend verhaal van een dappere vrouw.

6 July 2019 12:10Gewijzigd op 17 November 2020 06:18
Politiebewaking bij de extra beveiligde rechtbank in Amsterdam, waar Astrid Holleeder diverse malen moest opdraven als getuige tegen haar broer Willem Holleeder.  beeld ANP, Koen van Weel
Politiebewaking bij de extra beveiligde rechtbank in Amsterdam, waar Astrid Holleeder diverse malen moest opdraven als getuige tegen haar broer Willem Holleeder.  beeld ANP, Koen van Weel

Met een kogelwerend vest komt Astrid Holleeder (53) een ziekenhuis binnen. Ze heeft een afspraak bij de cardioloog wegens haar lekkende hartklep. Ze moet plaatsnemen in een wachtruimte. Daar zitten ook een vrouw en twee mannen. Ze heeft het gevoel dat de heren „meer dan gewone” belangstelling voor haar hebben. „Ik raak gespannen. Zitten ze er voor mij? Mijn hoofd begint te bonken. Rustig blijven. Niemand weet ik hoe ik eruit zie, zeker vandaag de dag niet.”

Ze schrikt zich „wezenloos” als de receptioniste haar naam roept, zo luid dat ook de anderen in de wachtruimte die horen. „Mevrouw Astrid Holleeder, kunt u even komen?” „Ik zie de dame en de heren opkijken. Ze hebben mijn naam gehoord. De receptioniste heeft zojuist een enorm uithangbord om mijn nek gehangen. Het liefst ga ik gelijk weg, dan maar geen onderzoek. Maar wat als deze heren er zitten om het sein te geven als ik naar buiten loop?”

Schrikken

Voor de zekerheid appt ze naar een vriend. „Kun je nu naar me toe komen en buiten de boel in de gaten houden tot ik weer veilig in mijn auto zit?” De helper appt terug. „Ik kom eraan.” Tegen de receptioniste zegt ze: „U heeft me erg laten schrikken zojuist. Ik ben namelijk erg gebaat bij anonimiteit.” Gaandeweg merkt ze dat de mannen uit de wachtkamer niets kwaads in de zin hebben.

Het verhaal staat opgetekend in het vrijdag verschenen ”Familiegeheimen” (uitg. Lebowski) van Astrid Holleeder. Dat is, na haar bestsellers ”Judas” en ”Dagboek van een getuige” het derde en laatste boek over haar strijd tegen haar criminele broer Willem Holleeder. Die werd donderdag veroordeeld tot levenslang voor een reeks liquidaties in de onderwereld. Mede dankzij belastende verklaringen van zijn zussen Astrid en Sonja Holleeder.

Uit ”Familiegeheimen” blijkt duidelijk dat Astrid Holleeder wraak van haar broer vreest, ook al zit die vast in de EBI in Vught, de strengst beveiligde gevangenis van Nederland. Haar relaas is ronduit beklemmend. Ze kampt met nachtmerries, heeft sombere buien, lucht haar hart bij een hulpverleenster, trekt van onderduikadres naar onderduikadres, heeft daar last van muizen en spinnen, is bang dat iemand via een door bouwvakkers neergezette steiger haar woning in kan en ze lijdt aan eenzaamheid.

Beschermen

Om wat gezelschap te hebben, gaat Astrid Holleeder op zoek naar een hond. Het dier kan haar beschermen en misschien tijdig op huurmoordenaars aanvliegen. Ondanks de ernst waarmee de pagina’s zijn doordrenkt, beschrijft ze op hilarische wijze hoe ze het met bijvoorbeeld de loodzware Duitse herder Kaiser kort uithoudt. „Thuis aangekomen had hij binnen het uur een plaid, een bezem, het kussen van mijn ligstoel en een drinkbak tussen zijn angstaanjagende kaken vermalen. Hij draaide de hele tijd neurotisch rondjes achter zijn eigen staart aan.” Uiteindelijk kiest ze een „piepklein” hondje. „Haar persoonlijkheid vult de hele kamer.”

Astrid Holleeder doet uit de doeken hoe gespannen ze was toen ze afgelopen maanden in de gerechtsbunker in Amsterdam moest getuigen tegen haar broer. Hoewel ze in een afgeschermde cabine zat, gierden de zenuwen door haar lijf. „Jij kunt mij niet zien. Ik kan jou niet zien. Maar ik voel je aanwezigheid”, schrijft ze. „Ik hoor je kuchen, je keel schrapen. Je doet het als je zenuwachtig bent. Als je in het nauw zit. Het gaat mij door merg en been, jouw zenuwen raken mijn zenuwen. Elke zenuw. Het doet pijn. Overal. Hier zit ik dan, in een hok, gevangen in het drama van onze familie.”

Oude buurtjes

Schrijnend is dat de oude moeder Holleeder, ze is de tachtig gepasseerd, moest verhuizen uit de Amsterdamse Jordaan vanwege de kennelijke dreiging van haar zoon. En dat bevalt de oude vrouw niet. Ze kan niet wennen aan haar nieuwe huis. „Ik mis mijn oude buurtjes”, tekent Astrid Holleeder op uit haar mond.

De rechtbank toonde het donderdag aan en het jongste boek van Astrid Holleeder zet er een streep onder: Willem Holleeder heeft veel levens verwoest.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer