Politiek

SGPJ-congres: NAVO blijft onmisbaar

„Een Europees leger: nee! Maar wel meer samenwerking binnen de NAVO.” Dat stelde Barbara Visser, staatssecretaris van defensie, zaterdag op het voorjaarscongres van SGP-jongeren in Gouda.

1 April 2019 11:58Gewijzigd op 17 November 2020 05:46
Staatssecretaris Visser en de Amerikaanse ambassadeur Hoekstra schudden elkaar de hand, op het voorjaarscongres van SGP-jongeren zaterdag. beeld Rick van de Waerdt
Staatssecretaris Visser en de Amerikaanse ambassadeur Hoekstra schudden elkaar de hand, op het voorjaarscongres van SGP-jongeren zaterdag. beeld Rick van de Waerdt

Op het congres stond de toekomst van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) centraal. Aanleiding voor het thema is het zeventigjarig bestaan van de alliantie. Het NAVO-verdrag werd op 4 april 1949, dus bijna 70 jaar geleden, ondertekend.

Visser is geen voorstander van een Europees leger. Veel belangrijker vindt ze dat NAVO-landen met elkaar samenwerken. Nu oefent Nederland al samen met de Duitse landmacht en met de Belgische marine. Cruciaal vindt ze interoperabiliteit: dat wapensystemen van verschillende landen met elkaar kunnen communiceren. De marine en de luchtmacht kunnen dat al, de landmacht echter nog niet.

Defensie-uitgaven

Ook de Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra vindt een Europees leger onrealistisch. „EU-lidstaten hebben nu al grote moeite om de 2 procent te halen, laat staan dat ze een duur Europees leger op de been kunnen brengen”, zei hij. Met de 2 procent doelt Hoekstra op het percentage van het bruto binnenlands product dat lidstaten volgens de NAVO-norm aan defensie dienen te besteden.

Visser zou ook aan de NAVO-norm van 2 procent willen voldoen. De 1,5 miljard euro die het kabinet heeft gereserveerd voor de krijgsmacht verheugt haar, „maar er is meer nodig.”

Veel geld is er nodig voor munitie, uitrusting, huisvesting, personeelsbeleid en arbeidsvoorwaarden. Wat dat laatste betreft „lopen wij een beetje achter. We hanteren nog een loongebouw dat in 1917 is opgezet. Inmiddels zijn we honderd jaar verder en is er best wat veranderd.” Nederland zou jaarlijks 6 tot 7 miljard euro aan defensie moeten spenderen om de NAVO-norm te halen.

Hoekstra benadrukte evenals Visser het belang van de NAVO. Volgens hem zal het bondgenootschap in de toekomst alleen maar belangrijker worden, om gezamenlijk mondiale uitdagingen aan te gaan. Grote uitdagingen ziet hij in de dreiging van Rusland, de opkomst van de economische wereldmacht China, radicalisering, migratie en cybercriminaliteit.

Kameraadschap

Amerika zal een trouwe partner van de NAVO blijven, verwacht Hoekstra. Dat is opmerkelijk, gezien eerdere uitspraken van de Amerikaanse president Trump. Volgens The New York Times zou hij vorig jaar enkele malen gedreigd hebben de VS terug te trekken uit de NAVO.

Waardering

Staatssecretaris Visser gaf aan dat Nederland weliswaar een kleine speler is binnen de NAVO, maar dat ons leger wel gewaardeerd wordt. Vorig jaar speelde de Nederlandse marine nog een belangrijke rol bij de grootste NAVO-oefening sinds de Koude Oorlog (1945-1991).

Heel sterk aan ons leger is dat militairen „buiten de poort” opgeleid worden. Zo oefenen ze in Noorwegen en Litouwen. „Andere landen kijken daar met jaloezie naar. Wij zijn goed”, aldus de staatssecretaris.

Ook roemde ze de flexibele inzetbaarheid van het leger. „Onze mannen en vrouwen kunnen heel effectief optreden, en snel schakelen.” Dat geldt voor oorlogssituaties, maar ook op de werkplaats. „Ik was eens in een fabriek waar F-35 gevechtsvliegtuigen gemaakt worden. De Britten waren daar met circa twintig monteurs aan het werk. Wij deden hetzelfde met slechts twee monteurs.”

Sterke onderdelen van onze krijgsmacht zijn volgens haar cyberdefensie en speciale eenheden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer