Ze waren moslim en werden christen. Oprechte christenen, zeggen betrokkenen uit een kerkelijke gemeente en deskundigen van stichting Gave. Maar de IND achtte hun bekering ongeloofwaardig en zette hen uit naar een moslimland.
Vuurbang is Evelien den Herder dat publiciteit gevaar oplevert voor het gezin dat gedwongen terugkeerde naar een land uit de top tien van de ranglijst christenvervolging van Open Doors. Daarom vertelt ze haar verhaal niet onder eigen naam en mag het desbetreffende land en het aantal kinderen niet worden genoemd. Toch wil ze het „onrecht” dat het gezin is aangedaan, aan de kaak stellen.
In een taalcafé ontmoette Den Herder de asielzoekers voor het eerst. „Ze vielen mij op, straalden harmonie en vrede uit. Toen ik meer contact met hen kreeg, kwam ik er al snel achter dat ze christen waren. Dat verbaasde mij –ik ben zelf ook christen– niet.”
Een aantal jaren trok Den Herder intensief op met het gezin. Ze vertelt dat de man in het land van herkomst kennismaakte met het christelijk geloof. Uiteindelijk bekeerde hij zich tot het christendom. Later kwam zijn vrouw tot geloof in de Heere Jezus. Daarbij speelde mee dat ze een bijzondere genezing ervoer en „dromen van God” kreeg. „Ze zei: God heeft mij geroepen en daar antwoord ik op.” Zowel de man als de vrouw is in Nederland gedoopt.
Den Herder: „Je kunt niet in iemands hart kijken, maar wel zien wat er uit het hart tevoorschijn komt. Ik heb gehoord hoe deze mensen tot geloof zijn gekomen en zag hen groeien in geloof. Het werkte op allerlei manieren door, ook in hun huwelijk en in de opvoeding. Zo kozen ze er bewust voor hun huwelijk alsnog kerkelijk te laten inzegenen, omdat ze indertijd als moslims waren getrouwd. Ze namen deel aan Bijbelstudies en een gebedsgroep en waren betrokken bij evangelisatiewerk en geloofsopbouw van jonge gelovigen uit hun cultuur. Op allerlei momenten spraken ze, zowel in het azc als daarbuiten, open over hun geloof, omdat ze het iedereen gunden.”
Een medebewoner in het azc stelde het echtpaar ten onrechte in een kwaad daglicht, vervolgt Den Herder. „Hun eer was aangetast, hun naam te schande gemaakt. Ze voelden zich heel erg gekwetst. Met deze situatie gingen ze als christen om door te bidden voor de persoon die hun dit had aangedaan en van wie ze wisten dat deze ook veel problemen had. En ze gingen toch weer vriendelijk met hem om.”
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) vindt de bekering van zowel de man als de vrouw intussen ongeloofwaardig. „Onbegrijpelijk”, zegt Den Herder. „Mensen uit de kerk, medebewoners van het azc, stichting Gave: iedereen zegt dat het oprechte christenen zijn. Mijn indruk is dat de IND hiernaar niet heeft wíllen luisteren. Het lijkt onwil te zijn.”
Dossier
In het kantoor van stichting Gave in Harderwijk zitten coördinator juridische ondersteuning dr. Marnix Visscher en hoofd beleidszaken Marco Vos aan tafel. Het dossier van het gezin ligt binnen handbereik. Een asieladvocaat legde de zaak van de vrouw zo’n twee jaar geleden aan Gave voor. Zelf wil de advocaat geen vragen over de kwestie beantwoorden omdat hij dit niet in het belang van zijn cliënten acht.
„We hebben alle informatie waarover de IND beschikt, beoordeeld”, zegt Visscher. „De eerste asielaanvraag van de vrouw was afgewezen. In de tweede aanvraag bracht ze nadrukkelijk haar bekering tot het christelijk geloof in, waarmee ze via haar man in aanraking was gekomen. De IND achtte de bekering van haar man echter niet geloofwaardig en daarom die van haar ook niet. De rechter floot daarop de IND terug en gaf deze de opdracht een nieuw besluit te nemen. Daarin moest het rapport van Gave worden meegewogen.”
In haar expertiserapport (zie ook kader) plaatst Gave kritische kanttekeningen bij de ondervraging door de IND. „De vraagstelling ging veel te ver. De vrouw voelde zich in de hoek gedreven”, zegt Visscher. Vos: „Er zat een ondertoon in van: Je hebt een geloof gekozen dat absurd is. De ambtenaar stelde geen open vragen en bood de vrouw geen gelegenheid om vanuit haar hart te verklaren waarom ze christen is geworden.”
Op grond van alle informatie waarover Gave beschikt, spreekt de organisatie van een authentiek relaas van een passieve bekering: de vrouw ging niet actief op zoek naar een ander geloof. Maar door gebeurtenissen in haar leven, werd ze „aangeraakt door God.” „Een soort Paulusbekering”, zegt Vos. De IND handhaaft na een nieuw gehoor echter zijn conclusie dat de bekering ongeloofwaardig is.
„Cruciale fout”
Door een „explosie” van aanvragen om bekeringen te toetsen, blijft het vervolg van de zaak van de vrouw bij Gave enige tijd liggen. Op het moment dat de organisatie het nieuwe besluit van de IND bestudeert, is het gezin al bijna uitgeprocedeerd.
Bij de beoordeling van het gehoor voor het herhaalde asielverzoek heeft de IND, zegt Visscher, een „cruciale fout” gemaakt. „De IND hanteerde richtlijnen die horen bij een actieve bekering, terwijl wij hadden aangegeven dat het om een passieve bekering ging. Dat is een wezenlijk verschil.”
Op meer punten heeft Gave forse kritiek op de IND. Zo wordt een verklaring van de kerk waartoe het gezin behoort in de ogen van Visscher niet serieus genomen. Daarin staat onder meer dat het echtpaar leidinggeeft aan een discipelschapscursus. „De IND stelt dat de vrouw heeft gezegd deel te nemen aan zo’n cursus, terwijl zij en haar man er leiding aan gaven. Dat vereist een grote mate van geestelijke rijpheid. De IND grijpt vooral terug op de uitspraak uit de eerdere asielaanvraag. Toen is het verhaal slecht beoordeeld. Dat blijft deze vrouw achtervolgen.”
Als de asielzoeker tegen de uitspraak in beroep gaat, stellen de rechter en de Raad van State de IND in het gelijk. Hoe verklaart Visscher dat? „Het hangt sterk af van de rechter. Soms neemt een rechter ons rapport serieus, zoals de eerste keer dat de zaak van deze vrouw voorkwam. De tweede keer is dat duidelijk niet gebeurd.”
De grootste verantwoordelijkheid ligt bij de IND, benadrukt Vos. „Dat begint bij de beoordeling van de zaak. Bovendien kan de IND bij de rechtbank gemakkelijk een sfeer oproepen van: Gave doet goed werk, maar wij doen het toch beter.”
Visscher: „De IND stelt: Wij zien meer bekeringszaken dan Gave, dus wij zijn deskundiger. Maar het totaalaantal van dit soort zaken dat de IND onder ogen krijgt, zegt niets over de deskundigheid van een individuele ambtenaar die er misschien incidenteel mee te maken heeft.”
Onthutst
Evelien den Herder volgt de ontwikkelingen rond het gezin op de voet. „Na weer een negatieve beschikking waren ze onthutst. Mijn vriendin zei: They do not wánt to listen, ze wíllen niet luisteren.”
Het gezin belandt in vreemdelingendetentie, het voorportaal voor uitzetting. „Toen ik hen daar bezocht, zei mijn vriendin, die altijd voor anderen de kerkdienst vertaalde: „Hoe moet het nu met mijn taalgenoten die zondag naar de kerk komen? Want ik kan niet meer voor hen vertalen.” Daar maakte ze zich nog zorgen om. In de gevangenis.”
Intussen is de angst voor gedwongen terugkeer groot. „Mijn vriendin had via de telefoon al eens concrete doodsbedreigingen gehad van mensen uit haar land: „Jullie zijn geloofsafvalligen, we mogen nu jullie bloed vergieten.” Ook dat is bij de IND naar voren gebracht.”
In een centrum voor vreemdelingendetentie heeft Den Herder een laatste ontmoeting met de uitgeprocedeerde asielzoekers. Huilend: „Nooit eerder heb ik in de ogen van vrienden zo’n angst en wanhoop gezien. Ze zeiden: „Waarom wordt er niet naar ons geluisterd? Dit is ”not justice”, niet rechtvaardig.””
Iedereen om hen heen, ook moslims, geloven dat ze christen zijn, behalve de IND, concludeert Den Herder. „Als ze in hun vaderland ooit gemarteld worden, is dat niet alleen de verantwoordelijkheid van dat land, maar ook van Nederland, dat hen willens en wetens heeft teruggestuurd naar een plek waarvan bekend is dat dit kan gebeuren.”
Protestbrief
Voor het eerst in haar bestaan stuurt Gave, in de week voor de uitzetting, een protestbrief naar de directie van IND met een klemmend verzoek om het gezin niet uit te zetten. Desondanks wordt het enkele dagen later op het vliegtuig gezet. „Volstrekt onredelijk”, zegt hoofd beleidszaken Vos.
Den Herder heeft na de uitzetting weinig meer gehoord dan dat het gezin in het land van herkomst is aangekomen. „Het is zeer onzeker hoe het nu met hen is en hoe het verder zal gaan.” Ook Gave is bezorgd. „Een land is wel zo slim om mensen niet direct bij aankomst het ergste aan te doen, maar wat gebeurt er na enkele maanden?” vraagt Vos zich hardop af. „Duidelijk is in ieder geval dat ze nu niet vrij kunnen uitkomen voor hun geloof. En een grote vraag is hoe mensen die al van hun bekering op de hoogte waren, gaan reageren.”
Gave stelt niet dat een bekeerling nooit naar een land als Afghanistan of Pakistan kan worden teruggestuurd. „Maar dat mag niet gebeuren op basis van slecht werk door de IND”, zegt Vos. „Daarvan is in dit geval wel sprake. Er is uitermate onzorgvuldig gehandeld. Intussen zijn er meerdere gezinnen die als ex-moslims dreigen te worden uitgezet. We willen niet dat hun hetzelfde zal overkomen.”
Gave: Bekering authentiek en geloofwaardig
Stichting Gave heeft zich diverse keren uitgesproken over de gang van zaken tijdens de asielprocedure van een bekeerlinge die onlangs met haar gezin werd uitgezet naar een moslimland. Enkele citaten.
n Gave is allereerst kritisch over het eerste asielgehoor door de IND over de bekering van de vrouw. Enkele door de gehoormedewerker gestelde vragen leveren „groot bezwaar op.” „De vraagstelling gaat wezenlijk verder dan het onderzoek naar de geloofwaardigheid van de bekering en begeeft zich op het terrein van het kritisch bevragen van de godsdienst van betrokkene zelf.” Ook vindt Gave het onjuist dat de vrouw niet de gelegenheid kreeg om al haar dromen te vertellen. „De opmerking dat die voor de beoordeling van de aanvraag niet relevant zouden zijn achten wij pertinent onjuist aangezien de dromen voor het bekeringsproces van betrokkene van belang zijn.”
In een 25 pagina’s tellend rapport gaat Gave in op het bekeringsverhaal van de vrouw. De stichting concludeert onder meer: „Op basis van de door betrokkene afgelegde verklaringen in deze procedure kan een duidelijk beeld gevormd worden van haar bekeringsproces. Dit proces is aan te merken als authentiek en geloofwaardig, en in overeenstemming met hetgeen uit de literatuur bekend is inzake de passieve bekering die betrokkene heeft ondergaan. Betrokkene heeft de wijze waarop zij tot geloof is gekomen uitvoerig en heel persoonlijk en uniek vertolkt. (...) Betrokkene heeft tevens duidelijk en aannemelijk uiteengezet waarom de islam voor haar niet langer voldeed. Ook geeft ze blijk van haar persoonlijke geloofservaringen als christen in het leven van alledag; Jezus speelt een zeer grote rol in de wijze waarop ze haar leven leeft.”
IND: Zorgvuldige beoordeling voor uitzetting
Een woordvoerder van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zegt zich niet te herkennen in de kritiek van stichting Gave op de beoordeling van het bekeringsverhaal van een asielzoeker die werd uitgezet naar een islamitisch land. „De beoordeling vindt plaats binnen een zorgvuldige procedure waarin de asielzoeker alle ruimte krijgt om te verklaren waarom hij of zij bescherming nodig heeft van de Nederlandse overheid. Vervolgens is het de wettelijke plicht en de verantwoordelijkheid van de IND om te beoordelen wat de feiten zijn, hoe de situatie zal zijn in het geval van terugkeer naar het land van herkomst en of er een reëel risico is dat zich in die situatie ernstige mensenrechtenschendingen zullen voordoen. Deze beoordeling voert de IND uit conform nationale en internationale normen. De IND neemt hierin alle informatie mee die beschikbaar is in het dossier. Asielzoekers van wie het asielverzoek is afgewezen, hebben bovendien de mogelijkheid om daartegen in beroep te gaan.”
De woordvoerder zegt dat Gave, de advocaat en de kerk „vanuit hun eigen achtergrond” een interpretatie hebben van de verklaringen van de vreemdeling die de IND niet deelt. „We hebben een wettelijke verplichting om zelf op basis van de feiten en verklaringen tot een integrale beoordeling te komen, waarin ook (feitelijke) informatie van derden wordt meegewogen en waarbij ook de visie van andere partijen wordt betrokken. Op grond van die integrale beoordeling kan het zijn dat de IND –op basis van het gehele dossier– tot een andere conclusie komt dan bijvoorbeeld stichting Gave”, aldus de woordvoerder. Hij ziet „geen basis voor de conclusie dat de IND in deze zaak fouten heeft gemaakt.”
Vanwege de privacy van de desbetreffende asielzoeker, kan de IND „niet ingaan op de individuele afwegingen in deze zaak. Wel kunnen we aangeven dat voorafgaand aan de uitzetting een zorgvuldige beoordeling heeft plaatsgevonden en dat uitzetting pas heeft plaatsgevonden nadat de beroepen van de vreemdeling door de rechtbank en de Raad van State zijn afgewezen.”