Busvervoer refoleerling in de knel door geldgebrek
Het reformatorisch leerlingenvervoer in Friesland zit in geldnood. Pech met de touringcar sloeg een gat in de begroting. „Sommige ouders kiezen noodgedwongen voor een niet-reformatorische middelbare school, omdat de kosten moeilijk meer op te brengen zijn.”
De Stichting Ondersteuning Reformatorisch Onderwijs Friesland werd opgezet om het busvervoer naar de Eben-Haëzerschool in Drachten te regelen. De kinderen komen uit de wijde omtrek. Vanaf hun twaalfde gingen ze per trein naar scholengemeenschap Pieter Zandt in Kampen. De reiskosten stegen tot 5000 gulden per kind per jaar. „Ik had vier kinderen tegelijk op de Pieter Zandt zitten. Reken maar uit”, zegt K. Wagenaar, bestuurslid van de Drachtster school en penningmeester van de vervoersstichting.
Hij was eigenaar van transportbedrijf Van der Veen, later door fusie opgegaan in Combex, een bedrijf in Oostermeer. „We besloten in 2001 een bus aan te schaffen die voor de stichting het vervoer naar de Pieter Zandt en naar het Hoornbeeck College in Kampen verzorgt. Dat kost de ouders 1350 euro per kind per jaar. Nog altijd een flink bedrag, maar het zou nog hoger geweest zijn als sponsors niet waren bijgesprongen. Het vervoer met een eigen bus was onmogelijk geweest als de chauffeurs voor overdag niet een aanstelling als conciërge op de Pieter Zandt hadden gekregen.”
In 2011 werd de huidige zeventigpersoons bus aangekocht. „Vooral de laatste twee jaren loopt het leerlingenaantal echter terug”, zegt Wagenaar. „De leegloop van het noorden is bekend: een deel van de hogeropgeleiden trekt naar de Randstad. Daarnaast zijn in onze achterban enkele grote gezinnen naar de Biblebelt verhuisd vanwege hun werk, of ze zijn in Kampen of Urk gaan wonen zodat ze niet langer vervoerskosten naar de scholen hebben. Het aantal kinderen dat we vervoeren, daalt ook doordat de gemiddelde gezinsgrootte in onze gezindte afneemt.
Enkele gezinnen hebben inmiddels vanwege de vervoerskosten besloten hun kind naar een niet-reformatorische middelbare school te doen. De kerkenraden betreuren dit en vrezen dat meer ouders dat besluit nemen als de vervoerskosten verder stijgen.”
Het aantal kinderen dat vanuit de Friese Wouden –ten noorden van Drachten– naar Kampen wordt vervoerd, daalde inmiddels van 70 naar ruim 35. „Gelukkig diende er zich een oplossing aan. Voor kinderen uit Gaasterland en de Noordoostpolder was de openbaarvervoersverbinding met Kampen nogal ongelukkig: op een vrij kort traject moesten ze twee keer overstappen. Daarom maakt onze bus nu tussenstops in Lemmer en Emmeloord. Voor de gezinnen in die streek scheelt het weinig geld, maar wel veel reistijd. Zo kregen we de bus weer vol, maar de kosten voor gezinnen uit de Friese Wouden stegen, want ouders uit Zuid-Friesland en de polder leveren uiteraard een kleinere financiële bijdrage.”
De stichting kreeg de begroting al niet sluitend. Pech gooit nu onverwacht roet in het eten. „Een maand geleden ging de versnellingsbak kapot. Kort daarna ook de turbo en dat ruïneerde de motor. Kosten: 12.200 euro. Omdat de stichting de verantwoordelijkheid voor dit vervoer draagt, moesten we een week lang een bus huren. Kosten: 3500 euro.”
De stichting hoopt nu op hulp van buitenaf. „Het is een groot voorrecht dat onze kinderen naar een reformatorische school kunnen. Daar hebben de gezinnen veel voor over, financieel, maar ook qua reistijd. De kinderen die het eerst instappen, in Damwoude, zitten dagelijks drieënhalf uur in de bus. Maar de onverwachte kosten zijn niet op te vangen, ondanks collecten in de kerken en verkoopacties van de leerlingen.”