Corona zet streep door stage mbo’er
Mbo’ers zitten met de handen in het haar. Waar halen ze een stageplek vandaan in coronatijd? Vooral studenten die aan de slag willen in de horeca of kinderopvang zijn de klos.
Zijn stagebedrijf zit sinds medio oktober dicht. Frans Hoekman (17) uit ’s-Gravenpolder zou eigenlijk twee dagen in de week werkervaring opdoen bij lunchcafé-brasserie De Bult in Goes.
Vooralsnog gaat de student zelfstandig werkend gastheer niet op zoek naar een alternatieve plek. „Niemand wil nu stagiairs hebben. Hotels zijn wel open, maar ik hoor van klasgenoten dat ze dan klusjes moeten doen als ramen zemen. Daar leer je natuurlijk niet voor.” Ook de afhaalservice van een restaurant ziet hij niet als ideale leerplek. „Daar kun je alleen een pakketje afgeven en mensen eet smakelijk wensen. Geen opdrachten uitvoeren zoals een groep van acht personen bedienen of de gasten iets van de kaart aanraden.”
Vorig schooljaar zat hij ook ineens thuis toen de Goese horecagelegenheid de deuren sloot. Toen had hij zijn stageopdrachten al af. „Ik miste wel uren, maar daar deed school toen niet zo moeilijk over.” Na de Kerst verwacht Frans dat hij weer terechtkan in het lunchcafé. „Dan ga ik volle bak aan de slag met mijn opdrachten. De stage duurt nog tot april, dus dat komt waarschijnlijk wel goed.”
Zorgenkindje
Stageplekken voor de opleiding zelfstandig werkend gastheer of -vrouw zijn het zorgenkindje van stagecoördinator Bernard Speksnijder, docent aan het Hoornbeeck College in Rotterdam. Zo’n 40 procent van de eerstejaars heeft weliswaar een stage, maar kan daar niet terecht nu de horeca dicht zit. Meer dan de helft zoekt nog een adres. Andere studenten hebben wel een plek gevonden, maar niet bij een erkend leerbedrijf. Vereiste is bijvoorbeeld dat een bedrijf een drankenkaart heeft. Zorginstellingen zijn daarom geen optie.
Van de tweedejaars loopt nog zo’n 30 procent stage, vooral in hotels. „Sommige studenten helpen bij een verbouwing en lopen wekenlang te sausen, slopen en timmeren. Dat heeft niks met hun opleiding te maken, maar mijn motto is: beter iets dan niets.” Ga desnoods aan de slag bij McDonald’s of als pizzakoerier, zegt hij tegen studenten. „Alles beter dan uit verveling gaan netflixen op de bank.”
Teller
Landelijk gezien staat de teller van het tekort aan stageplaatsen en leerbanen in het mbo op ruim 20.500, meldt de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Die registreert sinds juni de door scholen gemelde tekorten. Oorzaak is in 41 procent van de gevallen het coronavirus. Vooral in de zorg, bij winkelambachten –zoals kappers– en in de gastvrijheidssector groeit het gebrek. In september startte 44 procent minder mbo’ers met een stage dan een jaar ervoor. Niet alleen door onvoldoende plekken, ook doordat sommige scholen studenten later in het jaar op stage sturen in de hoop de tekorten zo te beperken.
Stageperiodes meer spreiden over het schooljaar kan volgens de SBB een goede oplossing zijn. Andere opties: twee studenten één plek te laten delen of een leerplek zoeken in een aanverwante sector. Zo ging een student die zijn stage bij een logistiek bedrijf verloor aan de slag op de goederenafhandeling van een ziekenhuis. Scholen komen ook zelf met oplossingen. Mbo’s in Zwolle zetten bijvoorbeeld jongeren van de opleidingen doktersassistent en beveiliging in bij een door deze scholen opgezette teststraat.
Op het Hoornbeeck kampt ook de opleiding kinderopvang met een tekort. Daar wil men zo min mogelijk inloop omdat elke persoon extra de kans op verspreiding van het virus vergroot. Verder ervaren de financiële en secretariële opleidingen een „serieus probleem” bij het vinden van stageplaatsen. Mensen in deze sectoren werken in coronatijd vaak vanuit huis, waardoor er weinig stagebegeleiders op kantoor beschikbaar zijn. Bij de opleiding beveiliging neemt de vraag vanuit het werkveld juist toe.
Stagecoördinator Speksnijder hoopt dat zijn studenten na de Kerst de horeca weer in mogen, zodat ze hun achterstand nog kunnen inhalen. Opdrachten schrappen kan niet; het zijn verplichte examens. Na de eerste lockdown moest de Rotterdamse school wel alternatieve opdrachten bedenken, wilden studenten dat studiejaar nog hun diploma halen. Ze maakten toen maaltijden klaar en bezorgden die in de wijk.
Met de gemiste uren gaat het mbo soepeler om. „Daar ontkom je niet aan. Je kunt geen ijzer met handen breken als de horeca dicht is.”
De docent betwijfelt of iedereen bij wie de stage nu op pauze staat straks weer kan beginnen. Onder studenten proeft hij angst dat de stage alsnog wordt afgezegd. „Ik hoor dat sommigen geen contact meer krijgen met het bedrijf. Er zullen ongetwijfeld ook ondernemingen omvallen.”
Taart
Als enige uit haar klas begon Annejet Krijgsman (16) uit Dordrecht deze week als stagiair bij No.38 City Bakery Café. De studente probeerde bij zo’n twintig horecabedrijven tevergeefs binnen te komen. Soms kreeg ze een afwijzing, maar vaker helemaal geen reactie. Tot ze een lunchroom –met bakkerij– in het centrum van haar woonplaats aanschreef. Klanten kunnen er koffie, taarten en broodjes afhalen.
Eigenlijk is de plek geschikt voor studenten die een niveau lager doen. En ze mist echt klantencontact. „Want dat vind ik het leukst”, zegt de student, die normaliter ook op zaterdag in een lunchroom werkt. „Maar dit is beter dan niets. Ik heb geluk dat ik als enige in de klas nu stage loop.”