Studieschuld van 35.000 euro is onverantwoord
Volgens statistiekbureau CBS bouwen studenten een studieschuld op van gemiddeld 35.000 euro. Schokkend, want een doorsnee huishouden bezit niet eens de helft van dat bedrag aan spaargeld.
Dat het leenstelsel tot hoge schulden leidt is geen nieuws, wel begint nu duidelijk te worden dat veel afgestudeerden aan hun volwassen leven beginnen met een zware financiële last.
Zeker nu de toekomst voor jongeren zo ongewis is, vormt die opgebouwde schuld een extra bron van onzekerheid en stress. Toch zijn er opnieuw enkele kanttekeningen te plaatsen bij de alarmerende cijfers van het statistiekbureau.
Zo zijn het met name uitwonende studenten die maximaal lenen vanwege de hoge kamerhuur. Dat is een serieus probleem, maar toch is het vaak genoeg ook een optie om thuis te blijven wonen. Zo ken ik een student die het ouderlijk huis verliet om 15 kilometer verderop op kamers te gaan wonen. Daar kunnen tal van redenen voor zijn, maar financieel gezien is het geen verstandige keuze.
Het lijkt ook wel eens of er met twee maten wordt gemeten als het om studenten gaat, want ik herinner me nog goed dat iedereen het maar zwaar vond dat mijn oudste zoon elke dag vanuit de regio Rotterdam op en neer moest pendelen naar zijn HBO-opleiding in Breda.
Daarmee was hij inderdaad extra tijd kwijt, maar iedereen leek te zijn vergeten dat ik ruim twintig jaar op en neer ben gereden naar mijn werk in Amsterdam zonder ooit op het idee te komen te verhuizen.
Stappen
Wat verder opvalt is dat studeren anno 2020 geheel synoniem is geworden aan stappen. Bij elk krantenartikel over deze leeftijdsgroep staan foto’s afgedrukt van jongeren op een terras of in de keuken van het studentenhuis met een glas bier of wijn in de hand. Ging het in mijn tijd nog in de eerste plaats om het vergaren van zoveel mogelijk kennis en inzicht, nu lijkt een studie eerder op een spoedcursus vinologie.
Die gemiddelde studieschuld van 35.000 euro maskeert ook het feit dat er studenten afzwaaien met een veelvoud van dat bedrag. Er zijn er die hun diploma in ontvangst nemen met een schone lei, maar ook die voor een halve ton of meer in het krijt staan. In die zin is het probleem eigenlijk nog veel groter, zij het dat de lasten niet evenredig zijn verdeeld onder alle studenten.
Huishoudens
Voor dit onderwerp geldt eigenlijk hetzelfde als voor de vermogenspositie van huishoudens. Daarover werden onlangs rooskleurige cijfers gepubliceerd die niet alleen ernstig werden vertekend door het bezit van de rijkste 10 procent maar ook door de gestegen woningprjjzen. Zo lijkt het of de meeste gezinnen, zeker die met een eigen huis, een aardig appeltje voor de dorst hebben voor slechtere tijden.
Kijk je alleen naar spaartegoeden, vergeet je die overwaarde en filter je de allerrrijksten uit de statistieken, dan blijkt een doorsnee (om precies te zijn: mediaan) huishouden ongeveer 17.000 euro aan spaartegoeden te bezitten. Dat is teleurstellend weinig, net zoals je omgekeerd kunt stellen dat een studieschuld van 35.000 euro of meer onverantwoord veel is vergeleken met dat spaarsaldo.
De auteur is publicist. Voor eerdere columns zie rd.nl/hormann. Reageren? hormann@refdag.nl