Hoe de christelijke universiteit met Zuid-Afrika mee veranderde
De naam Potchefstroom was meer dan honderd jaar wereldwijd een begrip voor christelijke wetenschap. Maar Zuid-Afrika veranderde en de universiteit in Potchefstroom veranderde mee. Christelijke wetenschap mag nog, maar niet meer als enige. Daarvoor wordt het calvinisme na de apartheid als te blank gezien.
Het is gradenplechtigheid. En dat betekent een campus vol mooie kleren. De Noordwes-Universiteit (NWU) spaart diploma’s op tot enkele grote plechtigheden per jaar, waarbij de kanselier –vaak een bisschop of een president– alle geslaagden hun bul uitreikt. Vlak voor de coronacrisis flaneren studenten en hun ouders nog nietsvermoedend langs het statige hoofdgebouw, om daar met toga en baret op de foto te gaan.
In het grote auditorium klinkt het universiteitslied. In de jaren voor 2004, toen dit nog de Potchefstroomse Universiteit vir Christelike Hoër Onderwys (afgekort PUK) was, klonk dit lied: In U lig sien ons die lig (naar Psalm 36). Het nieuwe lied spreekt van drie stromen die samenvloeien, naar de drie gefuseerde universiteiten.
Toch lijkt de gradenplechtigheid nog behoorlijk op die van vroeger. De bijeenkomst wordt geopend met gebed. Net als de colleges. „Maar we sluiten niemand uit”, verzekert vicekanselier prof. Dan Kgwadi in een toelichting. „Ook een moslim kan beginnen met gebed. Wie zich er niet bij thuis voelt, mag vijf minuten later komen.”
Dat laatste komt onder studenten weinig voor, vertelt Zakumi Mtsweni. De zwarte student ratelt aanhoudend in het Afrikaans, vanouds vooral een taal voor blanken.
Ze zit in de studentenraad en geniet van de vernieuwing op de universiteit. De wortel blijft steeds dezelfde, verzekert ze. „De christelijke waarden zijn ons lief. Je hoeft je niet te schamen als je bidt. Maar niet alle docenten bidden.”
Thuisland
Dan Kgwadi is de topbestuurder van de universiteit. Op het moment van de afspraak zit Kgwadi onverwacht enkele honderden kilometers verder op de campus in Mafikeng, een van de twee andere vestigingen. Tijdens de apartheidsjaren was dat de universiteit van Bophutatswana, een thuisland voor de zwarten. Een videoverbinding maakt een gesprek toch mogelijk.
Zelf kwam hij in de jaren negentig naar Potchefstroom om te promoveren. „Toen telde ik dus al helemaal mee. Ik ging mee naar conferenties en zo. Ik begon mijn studie op de thuislanduniversiteit.”
De overgang van de oude PUK naar de nieuwe NWU is relatief, zegt Kgwadi. „Altijd al was Potch een staatsinstelling en dat is zo gebleven. Maar de staat is veranderd. Doorgaan op de oude voet zou ongrondwettelijk zijn.”
De vernieuwing betekent wel dat de NWU alle religies omhelst, zegt Kgwadi, zelf een christen. „We hebben een totale aanvaarding van het vaderschap van God. We sluiten christenen niet uit. Maar we geven ook ruimte aan anderen. Hier in Mafikeng zie je bijvoorbeeld vaak een joodse rabbijn lopen.”
De weerstand tegen het afscheid van de christelijke grondslag was niet eens zo groot, zegt Kgwadi. „Toen ik hier kwam, was dat allemaal al geregeld. Mijn prioriteit ligt meer bij gelijkheid voor vrouwen. Ik vraag bij besluiten weleens: Wat betekent dit voor een zwarte vrouw? Veel weerstand heeft ook te maken met angst. Daar moet je doorheen.”
Toch wil Kgwadi de wortels van de universiteit niet verloochenen. „We zijn begonnen als een opleiding voor gereformeerde predikanten. De theologie blijft ons daarom dierbaar. Bovendien zijn bijna alle studenten christen.”
Schandvlek
Een paar straten van het hoofdgebouw van de NWU zit prof. Fika van Rensburg in een kantoortje aan de rand van een winkelcentrum. Al tientallen jaren is de theoloog een bekende verschijning in Potchefstroom, als hoogleraar Nieuwe Testament, voorganger in de gereformeerde studentenkerk Cachet en uiteindelijk rector van de Potchefstroomse campus. Nu geniet hij van zijn emeritaat.
Of de theologie voor het NWU-bestuur echt zo dierbaar is als Kgwadi zegt, betwijfelt Van Rensburg. „In 2019 wilde ik het 150-jarig jubileum van de theologische school herdenken. Maar er was niets om te vieren, zo werd mij gezegd. Alles wat hier voor 2004 was gebeurd, werd gezien als een schandvlek. Als er al iets zou gebeuren, moesten we belijdenis doen voor alles wat de blanke PUK de mensen had aangedaan. Dat de christelijke identiteit van de PUK ook verbonden is aan de politiek van apartheid, is natuurlijk een gerieflijk argument voor mensen. Daarmee is de afschaffing van christelijke wetenschap politiek correct.”
Hier en daar hangt op de universiteit nog het oude vignet van de PUK: een kandelaar met daaronder de woorden: In U lig. Daarin lag het motief voor de christelijke wetenschap: wij onderzoeken de schepping in het licht van Gods openbaring.
Fika van Rensburg dacht dat het niet erg was als het zou verdwijnen. „Zolang ”In U lig” in ons hart is geschreven, hoeft het niet in een logo te staan. Niets weerhoudt docenten om vanuit een christelijk wereldbeeld te werken. Maar het is niet langer de sturende benadering.”
Prof. Michael Heyns, voormalig hoofd van de afdeling filosofie, schudt echter zijn hoofd. „Toen Fika zei dat ”In U lig” in ons hart zou liggen, wist ik al dat we daar niet vreselijk ver mee zouden komen. Als zoiets niet de basis is voor beleid en benoemingen, verzwakt de universiteit”, stelt Heyns. Hij zit nu in zijn kantoor van AROS (Akademie Reformatoriese Opleiding en Studies) in Pretoria, 200 kilometer verderop. Sinds anderhalf jaar is hij vicerector aan deze christelijke pabo (vergelijkbaar met gewoon rector in Nederland).
Hij had nooit gedacht Potchefstroom te verlaten. Maar van lieverlee merkte hij dat er minder ruimte kwam voor de christelijke filosofie in de lijn van de Nederlanders H. Dooyeweerd (1894-1977) en D. Th. Vollenhoven (1892-1978). „In het nieuwe Zuid-Afrika wordt christelijk gelijkgesteld aan christelijk-nationaal; de ideologie van apartheid. Terwijl Potchefstroomse filosofen als Ponti Venter en Bennie van der Walt al veertig jaar geleden protesteerden tegen die koppeling van christelijk en nationaal. Bovendien zijn er ook zwarten die christelijke wetenschap willen.”
Toch was de koers niet te keren, zegt Heyns. „In deze tijd is een christelijke universiteit niet meer aanvaardbaar, denk ik. Kijk naar grote universiteiten als de VU in Nederland, naar Cambridge, Oxford, Harvard en Yale. Allemaal zijn ze begonnen als christelijke universiteiten. Maar ze zijn geëindigd als seculiere instellingen.”
Toen Heyns daarom kans zag bij AROS verder te werken aan de uitbouw van een private christelijke opleiding, koos hij daarvoor.
Biko
Potchefstroom heeft bijgedragen aan het uitdragen van apartheid. Dat geeft Fika van Rensburg toe. Maar er is meer. „Juist vanuit christelijke waarden kwam apartheid onder kritiek. Ikzelf was in 1977 betrokken bij de Koinonia-verklaring. Na de dood van Steve Biko hebben wij kritiek geleverd op het verbod op gemengde huwelijken van zwart en blank.”
Een ander die in 1977 betrokken was bij ‘Koinonia’ was prof. Ponti Venter. De filosoof loopt al vanaf 1964 rond op de universiteit in Potchefstroom. Tussendoor was hij weleens een paar jaar weg, onder meer naar Nederland voor studie aan de Vrije Universiteit. Na zijn pensionering zit hij tussen de ordners en dossiers in een hoekje van het advocatenkantoor van zijn dochter.
Hij maakte Potchefstroom mee in de bloeitijd van apartheid. De universiteit werd geacht een steunpilaar te zijn van de gescheiden samenleving. „Van lieverlee zagen we hoe de overheid in handen raakte van de veiligheidsdiensten”, vertelt hij. „Dat betekende dat iedereen die kritisch was op het beleid, door de staat als gevaar werd gezien.”
Dat laatste trof Venter persoonlijk. Zodra hij vanuit Bijbelse uitgangspunten vragen stelde bij apartheid, werd hij marxist genoemd. „Toen ik in 1985 na enkele jaren bij een andere universiteit weer solliciteerde in Potchefstroom, kreeg ik de vraag: ben jij nog communist?”
Toch werd Venter aangenomen. Hij zag de universiteit verzakelijken: „De nadruk kwam te liggen op geld, het Afrikaans als taal, en rugby. Ik drong erop aan om de universiteit open te stellen voor zwarten en om te kiezen voor tweetaligheid. Volgens mij kon het Afrikaans blijven bestaan náást het Engels. Maar dat wilde men niet. Zwarten moesten een eigen universiteit oprichten. Dat klopte met de theorie van de apartheid, maar werkte in de praktijk natuurlijk niet.”
Het resultaat ziet hij vandaag. „De christelijke PUK is gekaapt door linkse mensen. Agnosten zitten op belangrijke posten. Bezoekende hoogleraren worden doorgezaagd over het homohuwelijk. Gender is een heel gevoelig onderwerp. Door angst te zaaien hebben lobbygroepen grote invloed. Als we ons eerder hadden aangepast, was dit niet nodig geweest. Eerlijk gezegd maakt mij dit woedend.”
Voor Ponti Venter is het duidelijk: niet de nieuwe zwarte politici hebben de christelijke universiteit laten verdwijnen, maar de Afrikaners. „Blanke gereformeerde christenen hebben de PUK laten seculariseren. Zij hebben gekozen voor het nationalisme en het managementmodel. De christelijke wetenschap is daar het slachtoffer van geworden.”
Federaal
Voor Fika van Rensburg kwam de grote klap pas in 2017. „Van 2004 tot 2017 hanteerden we een federaal bestuursmodel: drie campussen met hun eigen karakter. Maar dat werkte niet langer. Werkgevers vroegen de sollicitant specifiek van welke vestiging van de NWU hij kwam, omdat men de kwaliteit van Mafikeng niet vertrouwde. Dat kon zo niet langer. Toen is het eenheidsmodel gekomen. Dat betekent dat colleges, docenten en tentamens op alle drie campussen gelijk moeten zijn. Alles wat nog van de oude PUK was overgebleven, is toen welbewust aan de kant gezet.”
Op de website van de studentenraad staat voorzitter Hein Schoeman-Struwig in een pak. Maar op de universiteit loopt hij in een geblokt overhemd boven een spijkerbroek met geknipte scheuren. Achternamen draagt hij van zowel vader als moeder. Dat wordt steeds normaler, zegt hij. „De samenleving is nog altijd patriarchaal, maar dat verandert.”
Verandering: dat is het woord dat steeds terugkeert in de woorden van Schoeman-Struwig. Hij houdt van „aanpassen”, zegt hij. „Mijn hoofd staat open. Maar de kernwaarden blijven. De theologische wortels moeten we veel meer uitgraven en benutten.”
Hij is een druk persoon. In een halfuur krijgt hij drie telefoontjes. Na het gesprek beent hij snel weg naar een volgende afspraak.
Transgenders
Toen hij zes jaar geleden in Potchefstroom kwam, kende hij geen woord Afrikaans. Dat hoorde bij een conservatief volk, dacht hij. Zelf was hij Engels opgevoed en liberaal. „Maar ik wilde schrijven voor de studentenkrant Wapad, die grotendeels in het Afrikaans is.” Inmiddels spreekt hij het accentloos.
De aanpassing van de universiteit is moeilijk. „De universiteit is gebouwd voor blanken. In Zuid-Afrika blijken witte mensen een enorme vaardigheid te hebben om de macht te behouden. Maar de nieuwe leiders van het land worden hier gekweekt, dus laten we ons best doen.”
Hij wijst op de regenboogvlag die op de muur langs het centrale studentenplein is geschilderd. Als symbool van de nieuwe openheid van Potchefstroom, ook voor homoseksuelen. „We zijn allemaal verenigd hier”, zegt Schoeman-Struwig. „De komende vijf jaar zal er nog veel meer gebeuren. Transgenders zullen zich melden in de studentenflats, die nu nog voor jongens en meisjes apart zijn. Dat zal nieuwe vragen brengen. Laten we vooral onze vooroordelen opgeven.”
Studentenkerk groeit
Ds. Brahm Robinson trekt een van zijn hondjes op schoot. Hij zit in een kring met studenten. Die vormen de meerderheid van de gereformeerde kerk Cachet. Van de 340 lidmaten hebben er slecht 40 een baan. De kerkenraad van dertig mannen bestaat voornamelijk uit studerenden.
Vroeger kwam de gemeente –net als andere studentenkerken– samen in het grote auditorium van de universiteit. Totdat die zaal op zondag ook voor andere evenementen gebruikt ging worden en de huur omhoogging. Toen kocht Cachet een gebouw aan de rand van de campus.
Veel studenten komen naar Potchefstroom in het voetspoor van hun ouders. Of ze hebben geen keus, zoals Izak. „Als je gereformeerd predikant wilt worden, kun je nergens anders terecht.”
Ze merken allemaal dat de universiteit anders is dan in de tijd van hun ouders. In de koshuise, de studentenflats, worden bijvoorbeeld lezingen gegeven over homoseksualiteit. Markus, student economie: „Men wil laten zien dat het goed is om homo te zijn en je eigen geslacht te kiezen. Terwijl ik weet dat het niet goed is.”
Johan, student theologie en diaken: „Het gay-ding is erg aanwezig op de campus.”
Estmia, student farmacie: „Als je iets tegen homoseksualiteit inbrengt, denkt men dat je ze niet aanvaardt. Daarom zeg ik dus niets.”
Vroeger kregen alle studenten bij filosofie een blik op de wereld vanuit de calvinistische wereldbeschouwing. Nieuwe docenten doceren nu een andere visie en het gerucht gaat dat de boeken over reformatorische wijsbegeerte massaal uit de bibliotheek zijn verwijderd. Anri: „Hoe liberaler je antwoordt, hoe hoger je scoort op het tentamen.”
Anri, student rechten: „De meeste studenten zijn christelijk. Ze bidden bijvoorbeeld wel. Christenen zijn niet in de minderheid; gereformeerden wel.”
Markus: „Ik zit bij de Afrikaanstalige toneelclub. Er zit ook een zwarte jongen bij ons, die bewust niet naar de Engelse groep gaat. Dat is het mooie van de nieuwe tijd.”
Opleiding predikanten in gevaar
Aan de rand van de campus, tegenover de sportvelden, staat de gereformeerde kerk van Potchefstroom-Noord. In de bijgebouwen huist de Teologiese Skool. Voor rector prof. Gert Breed is dit historische grond: hij werd zelf hier als predikant opgeleid.
Dat was in de jaren van apartheid. De Gereformeerde Kerken (GKSA) hadden toen voor zwarte studenten een afzonderlijk seminarium in Hammanskraal. „De overheid verbood ons gezamenlijk onderwijs. Ook onze classes en streeksynodes waren gescheiden, maar de algemene synode was gemengd. Zodra de apartheid werd afgeschaft, kwamen zwarte theologiestudenten naar Potchefstroom.”
Dat is echter geschiedenis. Op dit moment staat niets minder dan het voortbestaan van de theologische school naast de universiteit op het spel.
Het seminarium heeft een afspraak met de universiteit dat 10 van de 25 theologiedocenten van de Gereformeerde Kerken komen. Zodra er een vacature is, geeft de kerk een lijst met gepromoveerde predikanten. De universiteit bepaalt daaruit een voorkeur, waarop de kerk die predikant beroept als docent.
De universiteit wil echter alle vacatures openlijk adverteren, zegt prof. Breed. „De huidige werkwijze zou niet in overeenstemming zijn met de nieuwe grondwet.” In 2021 wil de synode besluiten over een nieuwe regeling.
Kiezen voor een algemene faculteit religie waar orthodoxie en Schriftkritiek naast elkaar bestaan, is voor Breed geen optie. „Het moet een herkenbare gereformeerde faculteit zijn.”
Breed staat wel open voor nieuwe werkvormen. „De Heere schept gelegenheden”, zegt hij mijmerend. „Ik aanvaard dat er een nieuwe bedeling in het land is. Binnen die orde moeten wij het beste ervan maken.”
De theologische school vormde in 1869 dan wel het begin van de universiteit, historische rechten geeft dat niet. Glimlachend: „Die hadden we al opgegeven toen we staatssubsidie aanvroegen. Je bent alleen echt zelfstandig als je geen staatsgeld ontvangt. Maar niets gebeurt toevallig. Paulus pakte zelfs de kansen in de gevangenis.”