Bedrijfsverzorger vervangt boer bij ziekte of vakantie
Roel Bouwhuis is agrarisch bedrijfsverzorger. Zo’n tijdelijke hulp vervangt een boer bij ziekte of vakantie. Bouwhuis’ werkterrein is de omgeving van Hasselt. „Ik doe het lopende werk op het bedrijf, zoals het melken en voeren van de koeien.”
Vrijheid. Dat spreekt Bouwhuis (54) vooral aan in zijn beroep. „’s Morgens en ’s avonds melken bij een boer, daarin ben ik wel gebonden. Maar overdag heb ik tijd voor mezelf, terwijl ik toch dagelijks acht uur in touw ben. In feite werk ik zelfstandig. En deels buiten, met de seizoenen mee. Dat ligt me beter dan een kantoorbaan.”
Sinds 1987 is Bouwhuis in dienst van Abeos, een agrarisch uitzendbureau dat actief is in Drenthe, Overijssel, Gelderland en Flevoland. „Ik ben op een boerderij opgegroeid”, vertelt hij. „In vakanties werkte ik al op een groot melkveebedrijf. Toen ik van de middelbare landbouwschool kwam, met rundveehouderij als specialisatie, lagen de banen niet voor het oprapen. In de bedrijfsverzorging was altijd wel werk. Er was toen ook een tekort aan rundveepedicures. Daar werd ik meteen voor opgeleid. Tussen het melken door vulde ik de dag op met klauwverzorging.”
De agrarische bedrijfsverzorging ontstond rond 1960. De grote vraag naar arbeidskrachten in handel en industrie en de opkomende mechanisatie in de landbouw leidden ertoe dat de traditionele boerenknecht verdween. Veel boerderijen werden eenmansbedrijven. Die zijn kwetsbaar bij ziekte en arbeidspieken. Er werden verenigingen opgericht om boeren te helpen. Abeos komt voort uit zo’n coöperatie.
Takenpakket
Abeos, inclusief dochterondernemingen, heeft zo’n 4500 mensen aan het werk. De organisatie is tegenwoordig ook actief buiten de agrarische sector, onder meer in de bouw, de grond-, weg- en waterbouw, de groenvoorziening en de transportsector.
Onder de medewerkers zijn 250 agrarisch bedrijfsverzorgers. Een jaarlijkse bijdrage geeft de aangesloten boeren bij ziekte of arbeidsongeschiktheid recht op hulp tegen een lager uurtarief. Het takenpakket van de bedrijfsverzorgers is geleidelijk uitgebreid. Ze doen vaak ook aan klauwverzorging, vee scheren, ontsmetten en pluimvee vangen.
De laatste zeven jaar heeft Bouwhuis een vast melkadres bij een boer met gezondheidsklachten. Hij is er minstens drie ochtenden in de week. „Het liefst voer ik meteen na het melken, dan is het meeste werk voor die dag gedaan. ’s Middags kom ik rond half zes terug om opnieuw te melken, want koeien houden van regelmaat.”
Op zijn werkdagen gaat bij Bouwhuis om kwart over vijf de wekker af. „Vroeg, maar dan kan ik tenminste tussen acht en negen uur op een ander adres met klauwverzorging beginnen. Dat is vooral belangrijk als die boer zijn koeien liever niet de hele dag op stal wil laten staan.”
Jongere generatie
Een bedrijfsverzorger komt op heel verschillende boerderijen. Maar het werk is in grote lijnen gelijk, zegt Bouwhuis. „Vroeger waren er boeren die meenden dat niemand hun werk kon overnemen. Ze gingen daarom niet met vakantie. De jongere generatie is daar soepeler in. Vervangen kan zonder problemen omdat er tegenwoordig veel wordt geregistreerd. Ik kan in het bedrijfssysteem precies zien welke koeien er gemolken moeten worden en welke niet.”
serie
Rondom de boerderij
Een serie van acht artikelen over bedrijven en beroepen die afhankelijk zijn van de landbouw. Deel 8 (slot): de bedrijfsverzorger.