Agrarisch onderwijs verlegt accent van techniek naar visie en ondernemerschap
„Wat voor boer wil jij zijn, wat past bij jou?” Dat vraagt docent Ron Methorst van Aeres Hogeschool Dronten steeds aan zijn studenten. Hij hoopt dat er een grote diversiteit aan boeren blijft. „Van productiegericht voor de export of de lokale markt tot zorgboerderij.”
Vakkennis op het gebied van de veehouderij en de akkerbouw wordt de studenten in Dronten nog altijd bijgebracht. Maar het accent is verschoven naar de persoon van de boer en de vereiste competenties, zegt docent Methorst. „Je bent nog geen succesvolle boer als je alles technisch goed toepast. Je visie is ook van belang, je strategie, je ondernemerschap.”
De laatste jaren voegt Aeres daar nadrukkelijk de maatschappelijke context aan toe. Methorst draagt daar met colleges ”omgevingsinclusief ondernemen” aan bij.
Waanzinnig succesvol
„Jonge mensen voorbereiden op een loopbaan in de wereld van landbouw en voeding, dat doen we nog steeds,” zegt de docent. „Heel lang was de omgeving waarin ze gingen werken voorspelbaar. Het onderwijs was toegespitst op het doorontwikkelen van bedrijven, op schaalvergroting en technisch optimaliseren. Daar is de Nederlandse landbouw waanzinnig succesvol in. Heel efficiënt, hoge kwaliteit, goed opgeleide boeren, erg innovatief ook.”
Maar, zo stelt Methorst vast, in grote lijnen waren de boeren zo gefocust op hun eigen bedrijf dat ze bijna een blinde vlek ontwikkelden voor hun omgeving: de natuur, het landschap, de maatschappij én de burger. Die is op onderdelen anders gaan denken over natuur, milieu en dierwelzijn. „Daar zijn de boeren –overtuigd dat ze goed bezig waren– niet in meegegroeid.”
Er verandert wel wat, merkt Methorst. „De nieuwe generatie studenten is opener. Op school, met sociale media en op vakantie doen zij al meer indrukken van buiten de vertrouwde agrarische omgeving op.”
Aeres stimuleert dat studenten een eigen kijk op agrarisch ondernemerschap ontwikkelen. „Niet langer hebben wij hier één recept ”Zo moet je boeren”, wat in de jaren tachtig en negentig meer het geval was. Het onderwijs is nu gericht op de vraag: Hoe vind je die manier van boeren die bij jou past, bij je bedrijf, bij de omgeving, bij de markt? Wat wij doen is inzicht en overzicht bieden. Het antwoord is aan de boer.”
Methorst ziet legio kansen. „Waarom zou een boer klagen over een nieuwe woonwijk in de buurt? Allemaal potentiële klanten, zei een student terecht. Steeds meer boeren vermarkten hun eigen producten. Zo kun je tegenwoordig melk kopen van een specifieke koe.
Een kippenboer die hier tien jaar geleden studeerde zei pas in een artikel: „Iedereen in de klas dacht aan schaalvergroting. Docenten vertelden ons toen al dat het anders kon, maar dat wilden we niet horen. Nu doe ik het toch anders en dat geeft voldoening. Ik bepaal zelf mijn prijs, geen handelaar die er vat op heeft.” Die oud-student heeft in vier steden automaten met eieren en fruit staan, waarmee hij direct de burger bereikt.”
Bloemen
Enthousiast is Methorst ook als boeren meer rekening houden met de natuur, bijvoorbeeld door water vast te houden of akkerranden in te zaaien met een mix van bloemen en grassen. „Grasland met meer kruiden doet het veel langer goed bij droogte en heeft een positieve uitwerking op de gezondheid van de bodem.”
serie Rondom de boerderij
Een serie van acht artikelen over bedrijven en beroepen die afhankelijk zijn van de landbouw. Deel 7: de docent in het hoger agrarisch onderwijs.