Ingelast beraad EU-ministers vrijdag over Wit-Rusland
De ministers van Buitenlandse Zaken van de EU-landen vergaderen vrijdagmiddag over de omstreden verkiezingen in Wit-Rusland. Op de ingelaste bijeenkomst komen ook de toegenomen spanningen met Turkije en de ontwikkelingen in Libanon ter sprake, liet EU-buitenlandchef Josep Borrell weten.
Volgens de Zweedse minister Ann Linde komen sancties tegen het regime van president Aleksander Loekasjenko ter sprake. Hij regeert met harde hand sinds 1994 en is zondag volgens de officiële uitslagen weer herkozen met een enorme meerderheid van stemmen. Hij is aan zijn zesde ambtstermijn begonnen. Oppositieleider Svetlana Tichanovskaja stelt dat in werkelijkheid de oppositie de meeste stemmen heeft gekregen. Zij voelde zich gedwongen het land uit te vluchten. Ze is nu in Litouwen, een EU-lid.
Borrell schreef dinsdagavond in een verklaring dat de relatie tussen de EU en Wit-Rusland grondig wordt bekeken. Dat zou volgens hem kunnen inhouden dat er maatregelen worden genomen „tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor het geweld, ongerechtvaardigde arrestaties en verkiezingsfraude”. De verkiezingen waren vrij noch eerlijk, stelde hij vast.
In 2016 werden 170 Wit-Russen, onder wie president Alexander Loekasjenko, van de Europese sanctielijst gehaald na de vrijlating van de laatste zes politieke gevangenen. Wel is sinds 2011 een wapenembargo van kracht, dat afgelopen februari nog werd verlengd. Producten die kunnen worden gebruikt om de bevolking te onderdrukken mogen niet worden uitgevoerd naar het land.
Er gelden nog EU-sancties tegen vier Wit-Russen die twintig jaar geleden betrokken waren bij de verdwijning van een zakenman, een journalist en twee oppositieleden. Zij mogen niet naar de EU reizen en hun financiële tegoeden in Europa zijn bevroren.
De relatie met Wit-Rusland, een van de zes voormalige Sovjetrepublieken waarmee de EU samenwerkt in het zogeheten Oostelijk Partnerschap, is na 2015 volgens Borrell beter geworden. „Maar zonder vooruitgang op het vlak van mensenrechten en de rechtsstaat, kan de relatie alleen maar slechter worden”, aldus de EU-vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid