Zijn geboortehuis aan de Zwolse gracht houdt Thorbeckes gedachtegoed levend. En dat is nodig, want het spreekwoordelijke ”Huis van Thorbecke” wankelt, zegt eigenaar Ben Keizers.
Zelfs op de koffiekopjes prijkt de beeltenis van de liberale staatsman. Hier, op zijn geboortegrond, moet Thorbecke bezoekers aan het denken zetten. Daarom kijkt hij in de vergaderruimtes toe vanaf een borstbeeld of schilderij. En hangt de complete tekst van ‘zijn’ Grondwet aan de muur.
Een inspiratieruimte moet deze plek zijn, waar geregeld beleidsadviseurs en bestuurders vanuit de overheid, politiek, maatschappelijke organisaties en het onderwijs vergaderen. „Hij hangt hier toch om je heen”, zegt Renske Adema van het zogeheten Staatshuys.
Ze trekt een grote glazen schuifdeur open – Thorbeckes gezicht prijkt levensgroot op het glas. Naast hippe vergaderzetels telt de ruimte twee stoeltjes uit het familiebezit van Thorbecke. „Gelieve niet op te zitten.” In een vitrinekast staan geschriften, een biografie en een portret van de vrijzinnig-hervormd predikant G. H. de Haas. Tijdens de Tweede Wereldoorlog redde deze ‘rode dominee’ vanuit Thorbeckes geboortehuis Joden van de gang naar kamp Westerbork.
Een hobbelig trappetje leidt naar de zolder – nog grotendeels in oude staat met onder meer originele balken. Vanuit het zolderraam tuurde Thorbecke zo over de Zwolse gracht, want de appartementen aan de overkant van de straat stonden er toen nog niet. Misschien mijmerde hij daar al over de Grondwet die in 1848 onder zijn leiding zou worden herzien. Of over de vraag hoe het land bestuurd moest worden.
Maar wellicht kwam dat allemaal pas toen hij uit Zwolle vertrok en ging studeren. De jonge Rudolph groeide op in armoede. Zijn vader bleef werkloos, nadat de familiefirma failliet was gegaan. Het woonhuis mocht het gezin houden, maar verder was het aangewezen op financiële steun van familie uit Duitsland.
Omdat zoonlief zo slim bleek, besloten zijn ouders in hem te investeren. Rudolph moest uitgroeien tot de geleerde die vader zelf nooit was geworden. Niet wetend dat hij zou uitgroeien tot een van de grootste staatsmannen uit de Nederlandse geschiedenis. Dat hij de grondlegger zou worden van de Nederlandse parlementaire democratie en drie kabinetten zou leiden.
Aan Thorbecke heeft Nederland de Kieswet, Provinciewet en Gemeentewet te danken. Zo’n 175 jaar later vormen die nog altijd de basis voor het Huis van Thorbecke: het staatkundige ‘gebouw’ dat de verhouding regelt tussen rijk, provincies en gemeenten.
Dat gedachtegoed wil eigenaar Ben Keizers doorgeven aan de Thorbeckegracht 11. „Het Huis van Thorbecke staat nog steeds, maar er wordt van alle kanten aan gefrommeld”, stelt hij. „Zoveel dat er geen vezel in de samenleving is waar je de overheid niet tegenkomt.” Zo heeft Thorbecke het niet bedoeld, betoogt hij. Oplossingen zouden volgens Keizers veel meer vanuit de samenleving moeten komen; de overheid heeft slechts een faciliterende rol.
Toen Keizers zijn zorgen in 2013 met een wethouder uit Zwolle besprak, nam die hem mee naar het monumentale pand dat al jaren te koop stond. Het diende toen nog als kantoor van de vrijzinnige geloofsgemeenschap NPB. Niets herinnerde meer aan de beroemde bewoner. Alleen een schilderij, ooit geschonken door een oudtante van Thorbecke.
Keizers kocht het Rijksmonument en transformeerde het tot ”Staatshuys”. Bij de restauratie kwamen behang en kranten uit de negentiende eeuw tevoorschijn. Die hangen nu ingelijst aan de muur op de benedenverdieping, als tastbaar erfstuk van de liberale staatsman. De bevlogen eigenaar vertelt zijn gasten graag welke oplossingen de denkwijze van Thorbecke vandaag de dag biedt voor maatschappelijke vraagstukken. Niet vanuit het belang van de overheid, maar vanuit de vraag wat de samenleving nodig heeft om een probleem op te lossen.
Johan Rudolph Thorbecke
Thorbecke kwam op 14 januari 1798 ter wereld in een arm gezin. Tot zijn zeventiende woonde hij in het statige grachtenpand in Zwolle. Daarna trok hij in bij de lutherse predikant Sartorius in Amsterdam, die hem klaarstoomde voor de universiteit. In 1836 trouwde hij met de 19 jaar jongere Adelheid Solger. Het stel kreeg vier zoons en twee dochters, van wie twee zoons jong stierven. Thorbecke overleed op 4 juni 1872 aan de gevolgen van een longontsteking.
Huizen met historie
Dit is het zesde deel in een serie over woonhuizen van historische personen. Dinsdag deel 7.
::