Wie wil weten waar Anna Maria van Schurman in haar Utrechtse jaren woonde en werkte, heeft aan een paar minuten lopen genoeg: het Domplein, de Dom, Achter de Dom.
Op Domplein 16 woonde Van Schurman als kind. Achter de Dom 6-10 is de plaats waar ze schreef, dichtte en bezoek ontving. Daartussen staat de Domkerk, waar ze diensten bijwoonde én soms colleges volgde.
Dr. Pieta van Beek (61), die zich al veertig jaar met Van Schurmans leven en werk bezighoudt, kerkte zelf ook in de Utrechtse Dom. In de doorgang onder de toren heft ze een baksteen omhoog: afkomstig van Walthastate in Wieuwerd, waar Van Schurman de laatste drie jaar van haar leven met een groep labadisten woonde. Ze kwamen daar terecht nadat hun leidsman, ds. Jean de Labadie, in het Deense Altona overleed.
Anna Maria van Schurman (1607-1678) werd internationaal bekend door haar contacten in de academische wereld. En de basis daarvan lag hier, rond de Dom.
Domplein 16 is 20e-eeuws, maar de kelder dateert van 1000 jaar geleden, uit de tijd dat hier een keizerlijk paleis stond. Nu zit er een disco. Verlichting is er kennelijk niet nodig; die er is niet. Voetje voor voetje daalt Van Beek de trap af, het schemerduister in. „Hierboven”, wijst ze, „woonde Anna Maria toen ze haar vader ervan kon overtuigen haar Latijn te laten leren, net als haar broers.”
Sara Nevius
Omhoog gaat het weer, naar het Domplein. „Van Schurman leerde Sara Nevius dichten en koppelde haar aan Wilhelmus à Brakel”, zegt Van Beek terwijl ze haar koffer vol documentatie voorttrekt naar de andere kant van de Domkerk.
Waar nu de Voetiusstraat begint, stonden vroeger de huizen Achter de Dom 2 en 4. Daar ongeveer stond het huis van Voetius, bij wie Van Schurman college liep. In de zijmuur van nummer 6 is een tegeltableau aangebracht waarop de situatie van vroeger te zien is. Boven de ingang van nummer 8 meldt een grijze steen dat Van Schurman hier woonde. Het moet in 1879 geweest zijn dat haar huis werd afgebroken. Er kwam een blokje van drie voor in de plaats.
Van Schurman baande voor Van Beek de weg naar de wetenschap: „Ik kwam in 1978 met broer Kees bij Lindenberg en daar lag het nieuwe boek van Dieuwke Winsemius over Anna Maria. Ik vroeg: Mag ik dat boek? Kees vond het te duur. Ik zeurde er nog eens om. En die goeierd kocht het voor me.” Met dat boek overtuigde Pieta haar ouders dat ze ook haar, als meisje, moesten laten doorstuderen. „Ik leer nu m’n elfde taal.”
Van Schurmans leven liet haar niet meer los. Nog altijd ontdekt ze nieuwe gegevens die ze dan publiceert. „Voor de uitgave van Van Schurmans verzameld werk is er helaas voorlopig geen geld.” Het is eenzaam werk. „Ik zou liever een groep om me heen hebben die zich met Van Schurman bezighoudt.”
Plagiaat
Van Beeks werk is tot buiten de landsgrenzen bekend. „Het wordt soms zonder bronvermelding overgeschreven. Er wordt veel gestolen.” Lastig ook voor een kenner: „Ik zie zo veel fouten in publicaties. In de expositie over Van Schurman op de zolder van het Martenahuis in Franeker stonden veel onjuistheden in de teksten. Soms krijg ik een dankbare reactie als ik daarop wijs. Meestal is de academische wereld niet zo aardig.”
Ze haalt het ene boek na het andere uit haar tas. „Hier, Van Schurmans ”Opuscula”, derde druk uit 1652.” Er komt een boekrol tevoorschijn waarop Van Beek 76 aspecten van Van Schurmans werk heeft vermeld. „Ik ben nu bezig met het bijbehorende boek: ”Het wereldwonder van Utrechts Academie. Naam en faam van Anna Maria van Schurman (1636-2016)”. Het gaat zo’n duizend pagina’s tellen.”
Anna Maria van Schurman
Anna Maria van Schurman was een 17e-eeuwse taalkundige, theologe, dichteres en kunstenares. In Utrecht was ze de eerste vrouw die colleges in de Aula mocht volgen, zij het vanachter een gordijn. Later ontving ze in haar woning Achter de Dom duizenden bezoekers, onder wie de koningen van Zweden, Polen, Frankrijk en Engeland.
serie Huizen met historie
Dit is het vijfde deel in een serie over woonhuizen van historische personen. Zaterdag deel 6.