Dr. C. A. van der Sluijs over Spurgeons ”Rondom de enge poort”
Het is maar een dun boekje, met minder dan honderd pagina’s. Toch is ”Rondom de enge poort” een van de bekendste werken van de Engelse prediker Charles Haddon Spurgeon. Dr. C. A. van der Sluijs, hervormd emeritus predikant in Veenendaal, noemt het „een puntige samenvatting van al zijn preken.”
Spurgeon schreef ”Around the Wicket Gate” twee jaar voor zijn overlijden in 1892. De titel ontleende hij aan Mattheüs 7:13: „Gaat in door de enge poort.”
Dr. Van der Sluijs verdiept zich al bijna zijn hele leven in ”de prins der predikers”. Hij promoveerde in 1987 op hem en publiceerde in 2010 de biografie ”Spurgeon. Een spelbreker”.
Waar komt uw betrokkenheid bij Spurgeon vandaan?
„Als student in Utrecht vond ik op de markt een beduimeld boekje over Spurgeon van C. S. Adama van Scheltema, een Nederlandse tijdgenoot en geestverwant van Spurgeon. Ik was meteen verkocht voor de rest van mijn leven. Zijn levendigheid en directheid en ook zijn grote betrokkenheid en bewogenheid spraken me aan. Gaandeweg werd ik meegenomen door zijn originaliteit en begaafdheid. Spurgeon moet hoogbegaafd zijn geweest. Hij had een bibliotheek met 12.000 boeken en las 5 tot 6 dikke boeken achter elkaar uit. Je zou kunnen zeggen: daar ging hij een keer voor zitten. Met zijn fotografische geheugen onthield hij wat hij las, zodat hij in zijn prediking feilloos kon citeren. Deze hoogbegaafde man was tegelijkertijd kinderlijk eenvoudig, op het naïeve af. Zijn integriteit en zelfopoffering waren boven alle twijfel verheven. Toen de cholera in Londen uitbrak, bezocht hij tal van zieken en stervenden, tot het hem uitputte en hij dacht zelf ziek te zullen worden. Toch hield hij vol, ondanks de besmettelijkheid van de ziekte. Zijn geheim? Hij vertelde dat hij op een gegeven moment in een raam een papier zag met een tekst uit Psalm 91: „Wie bij God zijn schuilplaats zoekt, overnacht in de tent van de Almachtige.”
Er is niemand onder de predikers van wie ik meer heb gehouden en nog altijd houd dan van deze man. Alles wilde ik van hem weten, zelfs zijn oogopslag interesseerde me. Ik stond driemaal bij zijn graftombe op Norwood Cemetery in Londen. Daar beleefde ik de gemeenschap der heiligen door het graf heen. Zachtjes fluisterend: „Dear friend, my dear friend.””
Wat is de kracht van Spurgeons prediking geweest?
„Dat is voor mij altijd het boeiende geweest. Gód sprak door deze man. Zondag aan zondag preekte hij tweemaal in zijn Metropolitan Tabernacle bij Elephant and Castle voor ruim 5000 mensen. Nooit had hij een vrije zondag. Jaren geleden ben ik daar enkele keren geweest en ik liet er het geheim op me inwerken, het geheim van de wezenlijke en waarachtige bediening van het Woord. Klokslag 11.00 uur kwam Spurgeon de trappen af die naar het platform leidden. Op de tafel stond een lessenaar, ernaast lag een Bijbel. Spurgeon keek rond, het werd stil. Hij hief zijn rechterhand op en zei: „Now let us pray” (laten we bidden). Een diepe rust daalde over de grote gemeente in de Tabernacle en legde zich over talloze harten. God was opgestaan tot Zijn rust; Hij en de ark Zijner sterkte.
Als prediker maakte Spurgeon in de loop der jaren een sterke ontwikkeling door. Zijn preken werden milder van toon. Zijn voordracht werd minder dramatisch en sensationeel. Tegelijkertijd werd zijn prediking meer pastoraal en didactisch van aard. De onstuimige en schuimende waterval werd tot een alsmaar dieper en breder wordende rivier die uitmondde in de zee van Gods eeuwige liefde en de wateren van vrije genade.”
Spurgeon wordt afwisselend getypeerd als hypercalvinist en als remonstrant. Wat is hij wat u betreft?
„Geen van beiden. Spurgeon bevond zich op de smalle weg daartussenin. Dat is de weg die gebaand wordt in de bediening van de verzoening vanuit Gods eeuwig welbehagen. Deze weg is zo smal dat de mens daar wegvalt en God verschijnt, om mensen gaandeweg te zaligen uit vrije genade. Daarbij wordt ons de adem ontnomen, om te gaan ademen in de vrije gunst die eeuwig God bewoog. Daarom werd het daar in de Tabernacle in Londen adembenemend stil om op te ademen in de zuivere lucht van vrije genade.
Wie dit niet verstaat moet zonder genade zelf wat wezen: óf een hypercalvinist óf een remonstrant. Spurgeon had voor beiden geen ruimte bij God en benam beiden het leven. Van de weeromstuit werd hij daarom een hypercalvinist of een remonstrant genoemd. Er was bij Spurgeon echter alleen maar ruimte voor de gangen van zijn God en Vorst Jezus Christus in het heiligdom. Dat is een geheim dat vandaag niet meer verstaan wordt door een godsdienst zonder genade. Maar dat geheim legde zich over Londen in de negentiende eeuw. Als een wonderlijke en uitzonderlijke zegen van God.”
Voor wie schreef Spurgeon ”Rondom de enge poort”?
„Blijkens het voorwoord voor mensen die niet ver zijn van het Koninkrijk der hemelen. Die naar zijn eigen zeggen al een kortere of langere weg achter zich hebben om tot geloof te komen, maar intussen nog altijd zijn blijven staan – terwijl de rijksweg van de hemelse Koning, die zij zoeken, recht voor hen ligt. Spurgeon schrijft dat hij hoopt dat zijn boekje gebruikt mag worden tot het gezegende einddoel van zoekende zielen: het komen tot een onverwijld kinderlijk geloof in Jezus Christus.”
Is het boekje niet eenzijdig?
„”Rondom de enge poort” lijkt weinig onderscheidend, maar is in werkelijkheid scheidend: het gaat om leven of dood. Dat is het punt. We vergeten gemakshalve weleens dat Spurgeon een baptist was, net als zijn grote voorbeeld John Bunyan. Dit betekent dat Spurgeons verbondsopvatting een andere was dan de onze. Ik ben me dit door de jaren heen gaandeweg gaan realiseren. Spurgeon doopte alleen als iemand tot bekering was gekomen en ervan mocht getuigen met Christus te zijn gestorven en met Hem te zijn opgestaan. Dat is de geloofsdoop, waar wij niet achter staan.
Maar waar is bij ons de inhoud van de kinderdoop gebleven? Dat er tweeërlei kinderen van het verbond zijn, zoals ds. I. Kievit stelde, is in veel gevallen vervaagd in pure oppervlakkigheid. Het daarbij behorende automatisme dient doorbroken te worden met de beleving van de rechtvaardiging van de goddeloze.
Daarom schreef ik recent het bij De Banier uitgegeven boekje ”Zonder ervaring geen leven”. Het bevindelijke leven wordt in grote delen van de gereformeerde gezindte gemist. En daarom verstaan we Spurgeon in ”Rondom de enge poort” ten diepste niet. Er was voor Spurgeon geen geloven zonder leven. Dit mogen wij van de baptist Spurgeon wel ter harte nemen.”
Wat zou men van Spurgeon naast dit boekje moeten lezen om (eventueel) een evenwichtiger beeld van zijn prediking te krijgen?
„Zijn preken! De gigantische uitgave van al zijn preken kan worden gerekend tot het indirecte publicitaire werk van Spurgeon. Daarmee werd in 1855 al begonnen tijdens de periode dat Spurgeon verbonden was aan de New Park Street Chapel. De eerste zeven delen werden gedrukt in een zeer klein lettertype, waardoor elke preek acht pagina’s in beslag nam.
De afschaffing van de ”paperduty” (papierbelasting) in 1862 maakte het mogelijk met een meer leesbaar lettertype te werken, zodat daarna elke preek ongeveer twaalf pagina’s besloeg. Het gehele preekoeuvre van Spurgeon omvat 63 boekdelen, met in totaal 3561 preken. De preken werden uitgegeven door Passmore and Alabaster te Londen. Josph Passmore was lid van de New Park Street Chapel en verzorgde wekelijks de uitgave van de preek die op de eerste dag van die week was gehouden. De preken zijn velen tot zegen geweest.”
”Rondom de enge poort” is talloze malen herdrukt en wordt nog altijd gelezen; wat is de verdienste ervan (geweest)?
„Het boekje geeft een puntige en toegankelijke samenvatting van Spurgeons preken. Als het maar verstaan wordt in de rechtvaardiging van de goddeloze, en als we het maar verstaan vanuit het welbehagen van de Vader, de verlossing door de Zoon, en de toepassing door de Heilige Geest. Dan zou het tijdgeloof in de kerk worden ontdekt, en het arme zondaarsgeloof worden bedekt in de verzoening door voldoening. Deze rechtvaardiging, als vrijspraak, wordt alleen uit genade verkregen. De heiliging was voor Spurgeon niets meer dan de keerzijde van de rechtvaardiging.”
Hoe verklaart u dat Spurgeon in de breedte van de gereformeerde gezindte tegenwoordig wordt gewaardeerd?
„Dit lijkt me een heilzame ontwikkeling, die hopelijk ontsproten is uit een honger en dorst naar God in het dorre en dorstige land van het huidige kerkelijk leven. Daarbij mag de boodschap van Spurgeon gaandeweg worden verstaan vanuit een samensmelting van calvinisme, puritanisme en piëtisme. Spurgeon werd wel de ”laatste der puriteinen” genoemd. Het wordt tijd dat het via het puritanisme tot een herwaardering komt van het calvinisme. Alleen samen met alle heiligen mogen we de rijkdom van Gods genade verstaan en belijden. Dit zou heilzaam zijn voor de gehele gereformeerde gezindte en daarmee voor de kerk in ons land.”
Hebben onze kerken heden ten dage behoefte aan een prediker als Spurgeon?
„Ja. Maar we hebben daar geen recht op. Alleen door het nulpunt heen bezoekt God ons met Zijn heil.”
Klassieker
De actualiteit van bekende boeken uit de kerkgeschiedenis. Dit is de zevende en laatste aflevering in deze serie.
De vrees om te geloven
„Het is een zonderling product van onze ongezonde natuur: de vrees om te geloven. Toch ben ik haar dikwijls tegengekomen, zo dikwijls, dat ik wou dat ik haar nooit meer zal ontmoeten. Zij ziet eruit als de nederigheid en probeert door te gaan voor juist de ziel van de bescheidenheid en toch is zij een afschuwelijk hoogmoedig ding: feitelijk is zij verwaandheid in de rol van huichelaars. Als de mensen bang waren om niet te geloven, dan zou er in de vrees een goede zin liggen. Maar bang zijn om op hun God te vertrouwen is op zijn best een ongerijmdheid en in werkelijkheid is het een listige manier om aan de Heere de eer te ontzeggen, die aan Zijn trouw en waarheid toekomt.
Hoe nutteloos is de ijver, die zich bezighoudt met het zoeken naar redenen, waarom het geloof in ons geval niet zaligmakend zou zijn! Wij hebben er het Woord van God voor, dat een iegelijk die in Jezus gelooft niet zal verloren gaan, en wij zoeken naar argumenten op grond waarvan wij, als wij geloofden, zouden verloren gaan. Als iemand mij een landgoed schonk, zou ik niet beginnen vragen te stellen over eigendomsrecht. Wat kan het nut zijn van het bedenken van redenen, waarom ik niet in het bezit zou zijn van mijn eigen huis, of enig ander eigendom zou bezitten, in het genot waarvan ik mij verheug? Als de Heere er genoegen mee neemt zalig te maken door de verdiensten van Zijn dierbare Zoon, dan kan ik er ongetwijfeld genoegen mee nemen om op die manier zalig te worden. Als ik God aan Zijn Woord houd, dan ligt de verantwoordelijkheid voor de vervulling van Zijn belofte niet bij mij, maar bij God die de belofte deed.
Maar u bent bang, dat u misschien niet één van hen zij voor wie de belofte is bedoeld. Wordt niet verontrust door dat ongegrond vermoeden. Geen enkele ziel kwam ooit tevergeefs tot Jezus. Niemand kan komen, tenzij de Vader hem trekt. En Jezus heeft gezegd: „Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.” Geen enkele ziel greep ooit Christus aan door middel van roof. Hij, die Hem bezit, bezit Hem krachtens goddelijk recht: want het zichzelf geven van de Heere voor ons en aan ons is dermate vrij, dat iedere ziel die Hem aanneemt, een uit genade geschonken recht heeft om dat te doen. Als u Jezus vastgrijpt bij de zoom van Zijn kleed, zonder verlof daartoe en achter Hem, zal er toch kracht van Hem in u overvloeien, even zeker als had Hij u bij uw nam geroepen en u gevraagd op Hem te vertrouwen. Laat alle vrees varen wanneer u op de Zaligmaker vertrouwt. Neem Hem aan en van harte. Hij, die in Jezus gelooft, is een van Gods uitverkorenen.
Kwam de gedachte bij u op, dat het iets verschrikkelijks zou zijn, als u op Jezus zou vertrouwen en toch verloren zou gaan? Dat zou het zijn. Maar omdat u verloren moet gaan, als u niet vertrouwt, is ook in het ergste geval het waagstuk niet zeer groot.
Uit: Rondom de enge poort (uitg. De Banier)
Dr. C. A. van der Sluijs
Cornelis Anthony van der Sluijs werd op 14 september 1942 geboren in Oude Tonge. Hij studeerde psychologie (1963-64) en theologie (1965-1972) aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Hij promoveerde in 1987 op ”Charles Haddon Spurgeon. Een Baptist tussen Hypercalvinisme en Modernisme”.
In 1972 werd hij hervormd predikant in Poederoijen en Loevestein. In 1977 verbond hij zich aan de hervormde gemeente van Veenendaal. Zijn laatste gemeente was Rotterdam-Zuid. Hij ging in 2004 met emeritaat.
Dr. Van der Sluijs schreef een aantal boeken, waar onder ”Huwelijk en gezin” (1982), ”Kerk of afscheiding” (1998), ”De kerk van mijn vader” (2001), ”Prediking in de crisis” (2005), ”Reformatorisch leven in deze tijd” (2008), ”Spurgeon, een spelbreker. Een unieke man in een bijzondere tijd” (2010), ”Reizend naar die stad” (2015) en ”Zonder ervaring geen leven” (2019).
Dr. Van der Sluijs woont weer in Veenendaal.
Dit is het tweede deel van een tweeluik. Deel 1 verscheen op 14 mei.