Twee dagen na de capitulatie is Veenendaal nog steeds bezet door fanatieke SS-troepen die zich klaarmaken om zich dood te vechten.
Op 17 april zijn de naburige dorpen Ede en Lunteren door de geallieerden bevrijd, maar de militairen zijn niet verder naar het westen getrokken. Wel hebben ze tussen Ede en Veenendaal een stelling gemaakt, waarvandaan ze regelmatig de Duitse stellingen in het dorp met granaten bestoken.
Op 5 mei horen de Veenendalers van de capitulatie, maar van feestvieren is voor hen geen sprake. Ze blijven onder de knoet van de Duitsers. De bezetters laten op zondag 6 mei de Vaartburg aan het begin van de Kerkewijk, die de verbinding vormt tussen het noordelijke en het zuidelijk gedeelte van het dorp, in de lucht vliegen. Vanaf dat moment zijn de twee gedeelten van het dorp van elkaar gescheiden.
Twee dagen later gaan kinderen getooid met vlaggetjes en sjerpen de straat op. In de Hoofdstraat wapperen vlaggen en komen de dorpelingen bijeen, zeer tegen de zin van de SS’ers. De politie komt met de order dat de vlaggen binnengehaald moeten worden. SS’ers schieten met hun machinegeweren gaten in het Nederlandse dundoek. De vlaggen verdwijnen rap en de straten zijn weer leeg.
Steegjes
In de Molenstraat lopen Teunis de Man en Aartje van de Bovenkamp op straat. Ineens komt daar de SS’er Evert Verton aanrijden, waarna de kinderen zich uit de voeten maken via enkele steegjes. Verton gaat achter Teunis en Aartje aan, die zich beiden in dezelfde schuur verstopt hebben. Aartje komt op zijn aanwijzingen naar buiten, maar als Teunis niet komt, schiet de SS’er zijn machinegeweer leeg. Teunis wordt geraakt en blijft voor altijd verlamd.
Die middag komt een groep verzetsstrijders van de Binnenlandse Strijdkrachten vanuit Ede naar Veenendaal. Op het huidige kruispunt Prins Bernhardlaan-Buurtlaan-Stationsstraat-Blauwgras stuiten ze op een groep SS’ers. Er ontstaat een vuurgevecht, waarbij drie leden van de BS omkomen. De SS is niet van plan zich zomaar over te geven.
Op 8 mei lijkt alles anders en worden de straten versierd. Op de Mulderslaan hangen de slingers van boom tot boom en worden een paar mooie erebogen gemaakt, maar de tommy’s komen niet, schrijft onderwijzer J. C. Meeuse in het boekje ”De laatste oorlogsdagen in Veenendaal”.
Op 9 mei krijgt de 28-jarige majoor George Locket het bevel om een verkenningspatrouille uit te voeren naar Veenendaal. Per jeep komen hij en zijn chauffeur het dorp binnen. „We kwamen op de hoek van de Nieuweweg en het leek wel of alles verlaten was”, schreef hij later. „Opeens –ik begreep er niets van– werden we bijna ondersteboven gelopen door de mensen die overal vandaan kwamen. M’n chauffeur kon gewoon niet verder en we probeerden van alles om ze van de jeep te krijgen. Eindelijk lukte dat en m’n chauffeur zei op de terugweg: „Zo benauwd heb ik het nog nooit gehad.” We wisten namelijk nog helemaal niet dat Veenendaal nog niet vrij was.”
Tanks en pantserwagens
Na de verkenning krijgt hij de opdracht om Veenendaal te bevrijden. Op 9 mei om 16.45 uur rollen tanks en panterwagens van het Britse 55ste Anti-Tankregiment via de Nieuweweg het dorp binnen. Ze rijden via de Hoofdstraat naar de Markt zonder tegenstand te ontmoeten. Daar houden ze halt en is het tijd voor de bevolking om naar hen toe te komen. Vorige week doken hiervan nieuwe foto’s op, die A. Hoek-Van Kooten vond in de nalatenschap van haar ouders.
Het dorp viert de vrijheid, maar vanwege de kapotte Vaartbrug worden de Duitsers in het zuidelijk deel pas ontwapend op Hemelvaartsdag 10 mei 1945.
Veenendaal was het laatste stukje vasteland dat werd bevrijd. Alleen de Waddeneilanden kregen later hun vrijheid. Schiermonnikoog was op 11 juni 1945 het laatste deel van Nederland dat werd bevrijd.
serie
In het spoor van de bevrijders
Geallieerde troepen maakten 75 jaar geleden een eind aan de bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze serie volgt het spoor van de bevrijders. Deel 11: Veenendaal.