De grote politieke thema’s van deze weken in het Midden-Oosten zijn olie en Jemen. Die hebben op het eerste gezicht weinig met elkaar te maken, maar de verbindende factor is een virus: corona. Saudi-Arabië voelt zich door de corona-uitbraak gedwongen om verregaande afspraken te maken.
Zoals het virus het Westen beheerst, zo beheerst het ook het Midden-Oosten. Dat blijkt als de twee grote kwesties onder de loep genomen worden die op dit moment in het Midden-Oosten spelen.
Allereerst is daar de oliekwestie. Al vóór de coronacrisis mondiale proporties had aangenomen, waren Saudi-Arabië en Rusland met elkaar in een gevecht om het zwarte goud. Saudi-Arabië wilde de olieprijs opdrijven door minder te produceren, maar wilde dat Rusland dan ook minder zou produceren. De Russische president Poetin bedankte daarvoor, waardoor Saudi-Arabië voor straf juist méér ging produceren – met als doel om de Russen uit de markt te spelen.
Daar ging Saudi-Arabië ook nog mee door toen de coronacrisis wereldwijd zijn tol ging eisen en de vraag naar olie gigantisch afnam. Een overproductie van historische omvang was het gevolg. Begin deze maand lagen vraag en aanbod verder uit elkaar dan ooit. Er was zóveel aanbod dat de prijs per vat Brent-olie zelfs naar de 21 dollar zakte – terwijl dat in januari nog bijna 70 dollar was.
Eind vorige week sloten de twee kemphanen toch een overeenkomst: de komende twee jaar worden er maar liefst 10 miljoen vaten olie per dag (!) minder geproduceerd, een reductie waarvan Saudi-Arabië en Rusland samen de helft voor hun rekening nemen. De andere helft komt voor rekening van andere olieproducerende landen, waaronder de VS en Mexico. Die gingen maandag (tweede paasdag) akkoord met het voorstel.
Uit de markt prijzen
De doorbraak in de olie-oorlog was een direct gevolg van de coronacrisis. Wat Saudi-Arabië eigenlijk wilde, was zijn tegenstander Rusland uit de markt prijzen, door net zo lang goedkope olie aan te bieden totdat Rusland zou buigen. De plotselinge sterke daling in de olievraag wereldwijd maakte echter dat de strategie om de tegenstander te vloeren door middel van overproductie simpelweg niet meer houdbaar was.
En wellicht zit er, om in vaktermen te blijven, meer in het vat. „Ik ben hoopvol dat de Covid19-pandemie zal resulteren in een wereldwijde samenwerking op een schaal die de wereld nooit heeft gezien”, zei de Amerikaanse olie-expert Ryan Sitton vorige week. Het is te hopen dat hij gelijk heeft, anders gaat deze olie-oorlog nog grote gevolgen krijgen voor de landen in het Midden-Oosten die sterk afhankelijk zijn van hun olieopbrengsten.
Staakt-het-vuren
Op een soortgelijke manier heeft het virus ook gezorgd voor een doorbraak in een ander hoofdpijndossier in het Midden-Oosten: Jemen. Ook hier is Saudi-Arabië de hoofdrolspeler. Dat soennitische koninkrijk is, samen met een internationale coalitie, al vijf jaar bezig met een zeer dodelijke oorlog in buurland Jemen. Het doel daarvan is de sjiitische Houthi-rebellen in noord-Jemen te elimineren.
Dat doel is echter ver weg; de Houthi’s hebben juist opmerkelijke overwinningen geboekt. De onophoudelijke luchtaanvallen van Saudi-Arabië kosten wel veel (burger)levens, maar brengen een politieke oplossing geen stap dichterbij.
Tot vorige week donderdag. Toen werd plotseling een staakt-het-vuren afgekondigd tussen de Saudi’s en de Houthi’s. Dat wil zeggen: de Saudi’s spraken het eenzijdig af. Voor twee weken stoppen zij de gevechten en tot nu toe lijken ze zich daar aan te houden. Vanwaar die draai?
Gezichtsverlies
Analisten verwijzen naar een recente oproep van de Verenigde Naties om nu niet te investeren in gewapende conflicten, maar in de gezamenlijke strijd tegen het coronavirus. Doordat Saudi-Arabië daar nu gehoor aan geeft, laat het koninkrijk zien dat het begaan is met mensenlevens, zo analyseren zij. Met andere woorden: de coronacrisis is voor Saudi-Arabië de ideale gelegenheid om zonder gezichtsverlies uit een vuile oorlog te stappen waar het land steeds dieper in wegzakte.
Een bijkomend voordeel voor Saudi-Arabië is bovendien dat het koninkrijk niet meer zoveel geld hoeft te spenderen aan deze oorlog. Dat geld is hard nodig voor andere dingen, juist vanwege de sterk afgenomen olie-inkomsten. En corona zorgt er ook voor dat de bedevaart van miljoenen pelgrims naar Mekka, later dit jaar, op losse schroeven staat. Ook dat zou een miljardenstrop voor de Saudi’s betekenen. Als er dus ooit een geschikt moment is om de oorlog in Jemen te stoppen, is het nu wel.
Of dit staakt-het-vuren inderdaad tot het eind van de oorlog in Jemen gaan leiden, is overigens nog zeer de vraag. Saudi-Arabië was immers niet de oorzaak van de oorlog; die ligt in de complexe politieke situatie in Jemen zelf. Ook zonder Saudi-Arabië blijven de Jemenitische partijen waarschijnlijk vechten. Maar desondanks is deze gevechtspauze het beste nieuws dat de Jemenitische burgers in lange jaren hebben gehoord. Hoe wrang het ook klinkt: met dank aan corona.