Gezondheidseconoom Postma: Levens redden is niet te duur
De maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus redden levens, maar zijn extreem duur. Sommige gezondheidseconomen protesteren al. Prof. Maarten Postma doet dat niet. „Zuiver economische afwegingen vallen weg als het echt om leven of dood gaat.”
Prof. dr. Postma is hoogleraar gezondheidseconomie aan onder meer de universiteit van Groningen en gespecialiseerd in de economie van infectieziekten. Hij reageert op uitspraken van zijn collega Helsloot, hoogleraar besturen en veiligheid aan de Radboud Universiteit. Die kwam afgelopen week in het nieuws met zijn mening dat de maatregelen die zijn genomen om het coronavirus te bestrijden meer doden kosten dan ze opleveren. Hij doelde daarmee op de gevolgen van de economische schade die uiteindelijke ook de gezondheid van velen beïnvloeden. „Alleen zie je nu de doden niet die er over twee jaar vallen”, aldus Helsloot. Volgens hem had met het noodpakket van 80 miljard euro in de toekomst ongeveer één miljoen levens kunnen worden gewonnen.
Postma is als adviseur van de ontwikkeling van nieuwe vaccins in Engeland maar al te goed op de hoogte van de kosten die gewoonlijk maatgevend zijn. „Maar zo’n berekening gaat in dit soort gevallen niet op. Er is niet echt sprake van paniek, maar het gaat wel om leven en dood. Via de media krijgen patiënten een gezicht. Ook bij kanker in de laatste levensfase zie je dit. De testen op het hiv-virus bij bloedbanken vergden indertijd een veelvoud van wat in de gezondheidseconomie acceptabel was.”
Voor de kosten van preventie in de Engelse gezondheidszorg geldt 15.000 pond als grens voor een gewonnen gezond levensjaar. In Nederland wordt uitgegaan van een min of meer vergelijkbare 20.000 euro. „Maar op dit moment hebben we het over misschien wel een miljoen per gewonnen levensjaar. “
Adempauze
Postma verwacht niet dat de economische recessie zo zwaar ingrijpt als prof. Helsloot voorspelt. „Natuurlijk zal er sprake zijn van baanverlies, faillissementen en psychische problemen als gevolg van de crisis. Dat heeft ook invloed op de kwaliteit van het leven. Maar aan de andere kant verwacht ik een soort inhaalactie. Als mensen terugkeren op hun werk ontstaat een sprong in de productiviteit.”
Bovendien heeft een adempauze in de economie voor hem niet alleen maar negatieve gevolgen. „Veel Nederlanders liepen op hun tenen. Dan kun je wel wat rust gebruiken. Voor mensen die tegen een burn-out aanzaten, kan dit betekenen dat ze weer kunnen herstellen.”
De gezondheidseconoom is niet ontevreden over de maatregelen die de Nederlandse overheid nam om het coronavirus te bestrijden. „In het begin vond ik, net als veel anderen, de elkaar opeenvolgende acties een tikkeltje overdreven. Je zit nog een beetje gevangen in de gedachte dat het om een griepje gaat, hooguit iets ernstiger dan normaal. De mathematische modellen voor een ‘gewone’ griepgolf zijn ook nog steeds sterk bepalend voor de aanpak. Gaandeweg besef je echter ook hoe dodelijk deze ziekte kan zijn.”
Tweede uitbraak
Een normale griep besmet ongeveer 10 procent van de mensen. „In dit geval zal het wellicht rond de 50 procent van de mensen raken. Doordat we sociaal afstand nemen, blijft het mogelijk daarbij. Dat zou mooi zijn, maar besef dat naarmate de besmettingscijfers dalen, het potentieel dat niet immuun is voor corona toeneemt. Die mensen komen misschien dit najaar aan de beurt. Je hoopt dat bij een volgende uitbraak er een vaccin beschikbaar is, maar zekerheid daarover is er niet.”
Ook in China valt een tweede uitbraak zeker niet uit te sluiten. „We hebben uit dat land geen betrouwbare cijfers gekregen, maar het zou me verbazen als het virus daar niet opnieuw actief wordt. Het zou eigenlijk tegen alle modellen ingaan als het niet gebeurt.”
De maatregelen waren redelijk op tijd, maar het enige wat echt kan helpen is een vaccin. „Tot die tijd kan er misschien gebruik worden gemaakt van oude middelen of afgeleiden daarvan tegen bijvoorbeeld malaria en tbc. Jammer, want deze uitbraak werd al in 2007 voorspeld. Met relatief geringe middelen had gewerkt kunnen worden aan een vaccin.”
Vooralsnog vindt Postma uitgebreid testen de beste oplossing. Hij noemt het een stap in de goede richting dat het kabinet heeft besloten om het aantal testen flink op te voeren. „Dat geeft meer kennis en daarmee kun je veel beter passende maatregelen nemen. Nu blijft het een beetje gissen.”
Salarissen
Nederland was wat noodvoorraden en het aantal ic-bedden betreft niet goed voorbereid op een crisis, is zijn mening. „Na het uitbreken van het SARS-virus was er even aandacht voor ons gebrek aan bijvoorbeeld mondkapjes. Dat ebde al snel daarna weer weg. We leven hier te veel bij de waan van de dag.”
Dat Nederland maximaal 15 procent van het nationaal inkomen uitgeeft aan de zorg, vindt hij aanvechtbaar. „Er gaat hier echt te weinig geld naar de zorg. Een rijk land mag rijk leven. Als je dan mondkapjes te lang in voorraad hebt of een aantal ic-bedden niet bezet wordt, moet je je verlies nemen. De sector is al snel het mikpunt van bezuinigen. Maar nu zien we het belang van de werkers in deze beroepen. Ik verwacht dat deze crisis gevolgen heeft voor de salarissen van verpleegkundigen.” Of we het dan al niet weer vergeten zijn? „De vraag stellen is hem beantwoorden. Maar ik denk dat deze bijzondere crisis toch wel enig effect op ons denken zal hebben.”
Discussie over economisch gevolgen laait op
De discussies over de economische gevolgen van de maatregelen om het coronavirus te beteugelen, namen de afgelopen dagen steeds heftiger vormen aan.
De voormalige hoofdredacteur van het tijdschrift Quote Jort Kelder meldde vanuit zijn huis op Terschelling bij Omroep Friesland: „We zijn 80-plussers die te dik zijn en gerookt hebben aan het redden. Dat is statistisch dus wel wat er gaande is. Sowieso vind ik dat Nederland een beetje moet blijven nadenken in plaats van de hysterische stuip waar politici, bestuurders en eerlijk gezegd ook medici nu in schieten. Alles moet nu verboden worden en alles moet op slot.”
Zijn uitspraken riepen op de sociale media veel verontwaardiging op.
Toch zijn soortgelijke geluiden ook vanuit de ondernemende hoek te horen. De uit Den Bosch afkomstige Maarten de Gruyter, vastgoedman van het jaar in 2018, schreef in een opiniestuk het volgende: „Niemand durft publiekelijk te zeggen dat de prijs die we momenteel voor mensenlevens betalen te hoog is. Dit zijn bijzondere tijden, waarin je bijzondere discussies moet voeren.”