Hij heeft ze bijna allemaal weleens meegemaakt. „Er zijn maar een paar predikanten die ik niet ken of die mij niet kennen”, zegt Adrie van Es.
De beheerder van het Centraal Bureau van de Gereformeerde Gemeenten ging donderdag met pensioen. Dat ging niet ongemerkt voorbij. Op speciaal verzoek van de directie hees Van Es om tien uur de vlag met een afbeelding van hemzelf bij het kantoor aan de Houttuinlaan in Woerden, waarna er een korte samenkomst met een toespraak was.
Het gebouw waar hij werkt, is redelijk groot. Het nieuwe kantoor werd in 2015 gerealiseerd, waarbij een herinrichting van de binnenruimte plaatsvond en er ongeveer 50 vierkante meter extra kantoor- en vergaderoppervlakte ontstond.
Van Es rekent uit dat er op een gemiddelde werkdag 40 à 45 mensen werken bij de afdelingen Zending, Evangelisatie, Kerkelijke Dienstverlening, Jeugdbond, Helpende Handen, Bijzondere Noden en De Vluchtheuvel. De beheerder zorgt er voor koffie en thee, maar ook voor onderhoud, het bereiden van broodmaaltijden en voor alles wat zich voordoet.
En natuurlijk is hij vaak present bij de vele vergaderingen van de deputaatschappen. „Er zijn maar een paar predikanten die ik niet ken of die mij niet kennen”, zegt de voormalige brandweerman, die altijd oproepbaar is. „Het is belangrijk dat er hier iemand is die altijd te bereiken is. Ik vind het niet erg om ’s avonds laat de deuren te moeten sluiten. Dat hoort bij mijn beroep.”
Soms heeft zijn werk een moeilijke kant. „Ik ben soms net een stootkussen. Ik moet weleens opdrachten uitvoeren waar het werkveld niet blij mee is en dan kom ik soms eens knel te zitten, maar dat hoort bij mijn beroep. Het is altijd weer goed gekomen. De sfeer is hier prima. Ik kan met iedereen goed opschieten.”
Van Es is geboren in Leiden en groeide op Texel op, waar zijn vader ouderling van de gereformeerde gemeente van Oosterend was en waar hij nog steeds graag komt. Hij kerkt zelf in de gereformeerde gemeente van Woerden.
De beheerder doet het werk inmiddels 35 jaar „met veel plezier.” Een van de dingen die hem werkvreugde geven, is als hij met het personeel of bezoekers van vergaderingen een diepgaand gesprek voert. „Het is een voorecht dat ik op het Centraal Bureau mag werken. Ik loop weleens psalmen te fluiten als ik door de gang loop.”
Van Es stopt nog niet. Hij blijft drie van de vijf dagen in de week doorwerken. Er is geen opvolger benoemd. Het extra werk, bijvoorbeeld schoonmaken, wordt zo veel mogelijk intern opgelost. Van Es is flexibel. „In drukke weken ziet men mij hier misschien nog wel vijf dagen in de week en als het rustig is weer minder. Ik hoop hier nog veel mensen te mogen begroeten.”