Eijsden viert feest na bevrijding
Op 12 september 1944 werd de Muggehof als eerste Nederlandse huis ’veroverd’, maar het dorp achter deze boerderij was nog niet bevrijd. De inwoners van Eijsden wachtten in spanning af.
De bewoners van de Muggehof, de familie Smeets, waren op 12 september het eerste Nederlandse gezin dat bevrijd werd. „De Amerikanen kwamen er vanuit het zuiden en het westen”, zegt H. Claessens, die een weiland tussen de Muggehof en de Belgische grens bezat. „Die groep uit het westen moest over de Maas, dus daarvoor bouwden ze een brug die op rubberbootjes op het water dreef. Die brug was binnen een dag weer afgebroken, dus bijna niemand uit Eijsden heeft hem gezien.” De groep uit het zuiden bleef een nacht op de Muggehof, ook om de bruggenbouwers te beschermen.
De Duitsers hadden opdracht de opmars van de geallieerden zo veel mogelijk te vertragen, omdat de Siegfriedlinie nog onvoldoende bemand was. Een Duitse generaal ontsnapte ternauwernood toen hij op 12 september zijn eenheden hun nieuwe posities wilde aanwijzen. Zijn chauffeur verdwaalde en plotseling stonden ze oog in oog met vijftien Amerikanen, die onmiddellijk het vuur openden. De chauffeur werd gedood, de generaal werd in de heup geraakt, maar wist in twee uur tijd naar de Duitse stellingen terug te rennen en te kruipen. Onderweg zag hij een andere Amerikaanse patrouille op slechts 50 meter afstand passeren.
Op 13 september kwamen de bevrijders Eijsden binnen. „We zaten in de kelders en hoorden het bekende gestamp van de Duitse spijkerlaarzen”, herinneren acht bejaarde dorpelingen zich. „Toen was het urenlang stil en daarna hoorden we weer voetstappen, veel zachter. Dat waren de rubberen schoenzolen van de Amerikanen. Toen zijn we tevoorschijn gekomen. Het eerste wat we aan de Amerikanen vroegen was: „Do you have cigarette?””
De Duitsers waren vertrokken zonder Eijsden tot de laatste kogel te verdedigen, zoals de opdracht luidde. De vorige dag was een groep Amerikanen tussen de spoorlijn en de rijksweg snel opgerukt naar het noorden. Ze veroverden Warsage, Noorbeek, Mheer en Banholt en sloegen daarna in boomgaarden hun tenten op. Aan het eind van de 12e september hadden de geallieerden in Nederland een 3 kilometer diepe en 9 kilometer brede strook tussen Eijsden en Terlinden in handen. De Duitsers in Eijsden vreesden ingesloten te raken en namen daarom snel de benen.
J. Piters: „Er waren hier 25 Duitsers omgekomen en in Mesch 13. Ik stond er als 14-jarige jongen bij te kijken toen twee gemeentewerkers de lichamen verzamelden en in het lijkenhuisje opstapelden: vier naast elkaar, vier kruiselings erop, en zo verder omhoog. Het bloed liep door een goot naar de straat. Dat vergeet je nooit meer.”
Ondertussen vierde het dorp feest. Naast sigaretten deelden de bevrijders ook chocolade, wittebrood en ingeblikt vlees uit. „Hier voor de deur stond een open jeep”, wijzen de mannen in café-restaurant De Greune Mèrt. „Mijn moeder was een Engelse, dus die heeft nog als tolk dienstgedaan”, zegt W. Piters. „Ik had vijf zussen, dus ook daarom kwamen de bevrijders graag bij ons. Zelf vroeg ik in gebroken Engels waar de antenne op de jeep voor diende. Daarmee onderhielden ze hun verbindingen.”
Die 13e september waaierden de Amerikaanse legereenheden uit over Zuid-Limburg, tot aan de Geul. Aan het eind van de middag bereikten ze het oostelijke deel van Maastricht. De Duitsers hadden de bruggen over de Maas inmiddels opgeblazen, zodat de bevrijders de volgende morgen met bootjes de rivier over moesten. In het westelijke stadsdeel ontmoetten ze de Amerikanen die vanaf de andere kant de stad waren binnengetrokken.
Op 14 september werd de hoofdstad van Limburg bevrijd. Al anderhalve week was er geen huisvuil meer opgehaald in Maastricht. De vuilnisbakken waren gevuld, vooral met glasscherven.
„De menigte zingt het Wilhelmus!” noteerde een Maastrichtenaar in zijn dagboek. „Nieuwe tranen! Na 4 jaar, vier maanden en 2,75 dagen onder het Duitse juk van onderdrukking, honger en plundering geleefd te hebben: VRIJ! De moffen weg! De nachtmerrie is voorbij! Maastricht, de eerste grote stad van Nederland die bevrijd is. Nooit zal ik deze dag vergeten. Het is heerlijk, al die blijde gezichten. Die feestkleur. Het rood, wit, blauw. Te mogen zeggen wat je wilt! Mensen die elkaar nooit gezien hebben, schudden elkaar de hand. Waar komt al dat oranje ineens vandaan? De tanks staan vol met krijtopschriften, met groeten uit vorige bevrijde plaatsen.”
Na zware gevechten werd Valkenburg op 16 september bevrijd en op dinsdag 19 september was zo goed als heel Zuid-Limburg vrij. Om het bezit van Kerkrade werd nog wekenlang gevochten. Inmiddels was op 17 september Operatie Market Garden begonnen, waarbij de geallieerden via Eindhoven, Nijmegen en Arnhem naar de IJsselmeerkust wilden oprukken om de verbindingen tussen de Duitsers in West-Nederland en Duitsland af te snijden.
In Eijsden vermaakte de jeugd zich kostelijk, zeker nadat op 22 oktober het 9e Leger werd ingezet. Bij Eijsden werd een werkplaats ingericht en de straten van het dorp stonden vol militair materieel. „Overal stond wat, maar bij de Joodse begraafplaats bleven ze vandaan, uit respect”, zegt J. Piters: „Er stonden hier nogal wat tanks die in de Ardennen kapotgeschoten waren. Wij klommen erin en haalden de granaten eruit. Het kruit deden we in zakken en daarna bij de Maas in melkbussen. En dan de vlam erin, dat gaf een enorme knal. Levensgevaarlijk, zeg je achteraf. Maar we waren opgetogen door de vrijheid die we beleefden. Het zijn tijden die je nooit meer vergeet.”
voetnoot (u17(Dit is het slot van een drieluik over de eerste Nederlandse dorpen die bevrijd werden.