Gelovige christenen die flirten met verdedigers van het cultuurchristendom? De vooraanstaande Franse socioloog en islamkenner Olivier Roy kan er met zijn pet niet bij. „Het omarmen van cultuurchristendom is een vorm van secularisatie”, stelt hij. „Als je het geloof terugbrengt tot een reeks symbolen en riten, dan seculariseer je het.”
Vanuit zijn werkkamer op de Europese Universiteit van Florence kijkt Olivier Roy uit over de glooiende heuvels van Toscane. In het dal steken de kerktorens van Florence fier de lucht in. Het zijn de stenen getuigenissen van een christelijk Europa. Politici als Geert Wilders in Nederland en Matteo Salvini in Italië verwijzen met enige graagte naar die christelijke achtergrond van Europa. Maar wat zeggen ze daar eigenlijk mee, vroeg Roy zich af. Is Europa nog wel christelijk te noemen? Hij zette zich aan de studie en schreef er een boek over (L’Europe, est-elle chrétienne?).
Zijn conclusie is helder: nee, Europa is niet christelijk meer. Zelfs in een sterk door het katholicisme gestempeld land als Italië slaat de secularisatie onverbiddelijk toe. „De kerk heeft hier nog altijd een sterke positie”, erkent Roy. „Als de bisschop iets zegt, dan luisteren de mensen. Maar de kerkelijke betrokkenheid neemt zienderogen af.”
Revolutie
Natuurlijk erkent Roy de culturele doorwerking van het christendom in Europa. „Het christendom heeft een enorme invloed op ons denken gehad. Ons idee van individualiteit en persoonlijkheid is een typische erfenis van het christendom, om maar iets te noemen.”
Tot in de jaren zestig bepaalden „geseculariseerde christelijke waarden” bovendien de algehele moraal in Europa, stelt Roy. Hij noemt ze geseculariseerd-christelijk, omdat het fundament ervoor sinds de Verlichting niet meer primair in God lag, maar in de rede. Voor de praktijk maakte het echter weinig uit. Over zaken als gezin en seksualiteit bestond in Europa tot na de Tweede Wereldoorlog een brede overeenstemming.
Maar in de jaren zestig ging er een beslissende knop om. „De vrijheid om zelf te beslissen over ons leven ging domineren”, zegt Roy. „Het streven naar bevrediging van behoeften en verlangens gold voortaan als iets positiefs.” Hij noemt die omslag niets minder dan „een antropologische revolutie.” En Europa was daarmee niet fundamenteel christelijk meer.
De vraag is wel wat christendom is. In uw boek lijkt u leer en denken van de Rooms-Katholieke Kerk als ijkpunt te nemen.
„Het christendom is in de eerste plaats een geloof, dat vanaf keizer Constantijn ook een culturele weerslag heeft gekregen. Als de meerderheid van de bevolking een bepaald geloof aanhangt, gaat dat de algehele cultuur stempelen. Op het moment dat de beul ook christen blijkt te zijn, is dat punt wel zo ongeveer bereikt.
Het Concilie van Trente heeft in de zestiende eeuw een bepalende rol gespeeld in de omschrijving van een christelijk mensbeeld met het gezin als hoeksteen. Dat denken is lange tijd leidend geweest in Europa en is nog altijd het uitgangspunt in het spreken van de Rooms-Katholieke Kerk. Het is dan ook vooral deze kerk geweest die in de jaren zestig de strijd aanging met het vrijheidsdenken. In de Verenigde Staten waren dat de evangelicalen. De grote protestantse kerken in Europa gingen echter mee met de veranderingen, ze seculariseerden zichzelf.”
Maar ook die veranderingsgezinde protestanten beschouwen zich als christen. Is het dus wel mogelijk in algemene termen van het christendom te spreken?
„Die vraag kreeg ik ook in Denemarken, toen ik daar lezingen over mijn boek gaf. Mensen zeggen daar: we geloven niet in God, maar natuurlijk zijn we lid van de kerk. Dat hoort bij onze cultuur. Maar dan vroeg ik: wat vind je ervan als een moslim zich tot jullie lutherse kerk wil bekeren? Nee, daar zouden ze zich ongemakkelijk bij voelen. Maar dan is je geloof optioneel geworden en in feite niet veel meer dan nostalgie.”
Voor veel protestanten zit er nog wel iets tussen dit soort relativisme en verandering in denken rond bepaalde ethische thema’s.
„Ja, natuurlijk. Ik kom zelf uit een protestantse Franse familie en ken de nuances en afwegingen van kerken rond maatschappelijke ontwikkelingen. Ik vel geen oordeel over de vraag wat christendom mag heten. Maar je kunt bijvoorbeeld niet zeggen dat het christendom homoseksualiteit altijd al heeft geaccepteerd. Daarom heb ik me vanwege de continuïteit sterk geconcentreerd op de Rooms-Katholieke Kerk.”
Rechtse politici, onder wie Thierry Baudet in Nederland, vragen aandacht voor de christelijke wortels van Europa. Dat spreekt ook christenen aan. Begrijpt u dat?
„Ik begrijp dat, als je de islam als het grootste gevaar ziet waartegen we onze manier van leven moeten verdedigen. Maar het probleem is dat populisten voor hun doel grasduinen in de traditie van het christendom: ze pikken eruit wat hen aanstaat. De katholieke kerk is uiterst consistent in de leer: tegen abortus en homoseksualiteit, maar ook voor een ruimhartig asielbeleid. Op al die punten gaan de meeste populisten andere wegen. Wat betekent een verwijzing naar het christendom dan nog?”
Baudet stelt dat we niet in God hoeven te geloven om „de opstandingsgedachte als leidend motief in de westerse samenleving te erkennen.” Kan dat, denkt u?
„Wat voor gedachte? Wat bedoelt hij daarmee?”
Vermoedelijk zoiets als dat een cultuur zich telkens weer kan hervinden, dat er ruimte is voor een wederopstanding.
„Dat lijkt me dan toch een andere invulling van opstanding dan de christelijke. Ik geloof niet dat cultuurchristendom toekomst heeft. Het is nostalgie en folklore. Leuk voor een kleine groep, maar het overleeft de globalisering niet.”
De Duitse bondskanselier Angela Merkel zei: wil je het christendom bewaren, ga dan naar de kerk en lees je Bijbel.
„Ja, precies. Dat was in de roos.”
U bent weinig optimistisch over de toekomst van het christendom in Europa. In een eerder interview zei u: Het christendom is iets van ons verleden, niet van onze toekomst. Er is geen terugkeer van religie.
Met een lach: „Dat was een beetje provocerend gesteld. Toch is er niets wat op het tegendeel wijst. Neem nu Ierland, dat tot in de jaren 90 zeer kerkelijk was. Nu is de kerkgang er drastisch gedaald en zijn abortus en homohuwelijk er toegestaan. Het is mijn overtuiging dat landen die zich nu nog schrap zetten, ook zullen volgen. In Polen neemt het aantal roepingen tot het priesterschap bijvoorbeeld sterk af. Dat laat zien dat veranderingen ook daar slechts een kwestie van tijd zijn. Daarom zeg ik: wees realistisch, accepteer dat het christendom op de terugtocht is.”
In Beieren kwamen de kruisjes terug in openbare gebouwen, in het uiterst seculiere Frankrijk verschijnen er her en der weer kerststallen in gemeentehuizen. Hoe moeten we dat duiden?
„Als uitingen van antipolitiek, enkel bedoeld om de islam te kunnen verwerpen. In Bologna, hier in Italië, was er pas een controverse omdat de burgemeester had voorgesteld op de plaatselijke feestdag het varkensvlees in de tortellini te vervangen door kippenvlees. Zo konden meer mensen in de stad, moslims bijvoorbeeld, meedoen. Een deel van de bevolking reageerde verontwaardigd: hoe durft die man aan onze christelijke traditie te komen? Maar de bisschop zei: sinds wanneer hoort varkensvlees bij onze christelijke traditie?
Het voorval is typerend voor het huidige debat rond christelijke identiteit. Ik zie de controverse tussen de kerk en rechtse politici daarover toenemen. Toen Salvini tijdens een campagnebijeenkomst een kruisbeeld kuste, reageerde de kerk hier verbolgen. Hij misbruikte naar de mening van de bisschoppen een christelijk symbool voor politiek gewin. Sterker nog: voor een anti-immigratiepolitiek die de kerk vanuit het oogpunt van barmhartigheid onchristelijk acht.”
In het begin van uw boek noemt u twee oorzaken voor de teloorgang van het christelijke Europa: de secularisatie en de islam. Begrijpt u vanuit dat oogpunt de angst voor de komst van islamitische immigranten?
„Ja, die begrijp ik. Maar die twee hangen ook samen. De islam is juist door de secularisatie van Europa zo’n heikel thema geworden. Had de immigratiestroom vóór de jaren zestig plaatsgehad, dan waren er wellicht minder problemen geweest. Mijn Franse grootmoeder droeg bijvoorbeeld altijd een hoofddoekje als ze de deur uitging. Het gold als onbehoorlijk dat niet te doen. Van een moslima met hoofddoek had in haar tijd dus niemand raar opgekeken, integendeel.
Ik geloof niet in een botsing van beschavingen, zoals (de Amerikaanse politicoloog, MW) Huntington, maar wel in een botsing van waarden. Dat is er wat er gebeurt.”
Die botsing is dan wel zo hevig dat populisten brede weerklank vinden met hun waarschuwing dat Europa islamiseert.
„Terwijl er juist sprake is van een assimilatieproces van moslims in Europa. Neem Frankrijk. Er trouwen meer en meer moslimmeisjes met niet-islamitische Fransen, de eetpatronen veranderen, er vinden minder huwelijken binnen de familie plaats. Steeds meer moslims bevinden zich in de middenklasse. Dat zijn tekenen van integratie. Daarmee verandert ook het gezicht van de islam. Een andere samenleving vraagt om een andere islam.”
Critici zeggen: ga eens kijken in de voorsteden rond bijvoorbeeld Parijs. Daar verandert er helemaal niets aan de islam, die wordt hooguit conservatiever.
„Ik ontken niet dat er problemen zijn. Er is naar mijn overtuiging gebrek aan religieus leiderschap van moslims die hier in Europa geworteld zijn. We moeten niet accepteren dat er vanuit Turkije imams worden aangesteld.
Tegelijk is niet alles wat het lijkt. Collega’s van mij kwamen pas met cijfers over de toename van eerwraak in Duitsland. Dat kon ik toch moeilijk zien als teken van vooruitgang. Maar volgens mij is het in zekere zin goed nieuws, want het betekent dat er reden is om eerwraak toe te passen. Ofwel: de nieuwe generatie accepteert de regels van de oude niet meer.”
Frankrijk heeft een aantal bloedige aanslagen vanuit islamitische hoek achter de rug. Daarmee hebben we het ware gezicht van de islam gezien, stellen de populisten.
„Dat is precies wat de salafisten en aanhangers van IS zelf ook zeggen. Maar daarmee maak je ze veel te belangrijk. Waarom zouden zij het ware gezicht van de islam bepalen? De islam is geen statisch geheel: er verandert theologisch van alles. Een nieuwe islamitische elite in Europa heeft een nieuwe islam nodig heeft en zal die creëren. Het helpt echter niet de islam daartoe te dwingen.”
Roy vraagt zich overigens af hoe diep de overtuiging van populisten zit dat „het christelijke Europa” tegenover de islam stand moet houden. „Waarom zijn ze dan ook allemaal anti-Europa? Als het echt zo belangrijk is de christelijke erfenis te bewaren, dan zouden ze toch juist de christelijke krachten willen bundelen? Het is immers duidelijk dat de kerk altijd Europees is geweest. Een specifiek Duits christendom slaat nergens op, net zomin als een typisch Nederlands christendom.”