Een boek ter verdediging van wat we geloven met argumenten, maar vooral vol persoonlijke verhalen die laten zien hoe het christelijk geloof de test kan doorstaan van twaalf lastige vragen die vaak gesteld worden.
Aan de vele boeken op het terrein van de apologetiek is er nog weer een toegevoegd. Het is voorzien van een originele omslag, die getuigt van creativiteit door de twaalf vragen te symboliseren in twaalf cirkels waarin een kruis zichtbaar wordt.
Welke vragen stelt auteur Rebecca McLaughlin aan de orde? Vragen die ze van niet-christelijke collega’s op haar universiteit kreeg: ”12 moeilijke vragen voor de grootste religie ter wereld”. Het zijn eigenlijk toch wel heel bekende vragen. Zo gaat ze allereerst in op de vraag of we niet beter af zouden zijn zonder religie, zoals door vertegenwoordigers van het zogenoemde nieuwe atheïsme gesteld wordt.
Wat eigen is voor haar manier van omgaan met deze vraag en de volgende vragen is de aansluiting bij wat met name psychologisch onderzoek naar voren heeft gebracht. Een psychologische basisbehoefte is dat je een verbinding nodig hebt met iets groter dan jezelf om je daaraan te kunnen wijden. Het christelijk geloof geeft in ieder geval gegronde redenen voor onze diepste ethische waarden.
Waarheid
De schrijfster laat de tegenwerpingen beantwoorden door wat ze gehoord heeft uit de mond van mensen die eerst afrekenden met het christelijk geloof of atheïst waren en toch later overtuigd zijn van de waarheid en waarde van Christus. „Dit boek heeft de bedoeling nauwkeurig naar de vragen te kijken door de lenzen die deze vrienden aan me gegeven hebben, en hun ervaring wil ik met je delen.” Dat is mooi, maar heeft natuurlijk als nadeel dat de vraag openblijft wat het antwoord dan moet zijn aan het adres van hen die geen andere weg zien dan te blijven bij hun keus.
Verder komen de volgende vragen aan de orde: of religie een hindernis is voor moreel gedrag en juist niet de oorzaak is van veel geweld, of de wetenschap het christelijk geloof niet achterhaald heeft, of de christelijke leer niet denigrerend spreekt over vrouwen en oorzaak is voor homofobie, hoe een liefhebbende God zo veel lijden kan toestaan en hoe Hij mensen naar de hel kan zenden.
Liefde
Bij de laatstgenoemde vraag laat McLaughlin mooi het verband zien tussen liefde en toorn, liefde en de roep om rechtvaardigheid, in tegenstelling tot een onverschilligheid of hardheid. De hel is de tegenstelling van de hemel. „Als Jezus het Brood des levens is, dan betekent Jezus missen, sterven. Als Jezus het Licht der wereld is, dan betekent zonder Jezus duisternis. Als Jezus de goede Herder is, dan betekent het gemis van Jezus ronddwalen in eenzaamheid en verlorenheid. Als Jezus de opstanding en het leven is, dan is er buiten Hem alleen de eeuwige dood.”
Voegt dit boek iets toe aan alles wat al eerder geschreven is? Eerlijk gezegd, denk ik niet dat er één nieuwe gedachte te vinden is in dit boek of dat er een ander perspectief geboden wordt om deze vragen aan de orde te stellen. Dat is ook niet altijd noodzakelijk om het toch een nuttig boek te vinden vanwege de vele korte praktijkverhalen. Dat zal veel jonge (Amerikaanse) christenen aanspreken.
Of je zo simplistisch vragen kunt beantwoorden rond homoseksualiteit en transgender als hier gebeurt, is voor mij de vraag. Met een vergelijking als „het is verboden uit het raam te springen” met daarbij de uitzondering „alleen bij brand” doe je hen die worstelen met geaardheid en hun lichaam, hun strijd tussen wie ze zijn in hun hoofd en volgens hun lichaam, geen recht.
Typerend is dat de auteur haar boek eindigt met een eerlijke belijdenis. Iedere dag worstelt ze om „te geloven in Jezus’ wereld.” Niet wat een verstandelijke toestemming betreft, want dan vindt ze ieder alternatief minder geloofwaardig. „Maar ik strijd om deze waarheid te leven met mijn hart: mijzelf te verloochenen, mijn kruis op te nemen, gelovend dat Jezus mijn leven is.”
Confronting Christianity. 12 Hard Questions for the World’s Largests Religion, Rebecca McLaughlin; uitg. Crossway; 238 blz.; € 17,99