Ze verlaten huis en haard, zeggen hun baan op en laten familie en vrienden achter. En dat om meervoudig gehandicapte, islamitische kinderen te helpen in Palestijns gebied. „De liefde van Christus drijft ons.”
Het plan ontstaat in 2018, tijdens een vakantie in Israël. In de bus waarin Peter (33) en Gerdien (27) Heemskerk zitten, spreekt een Nederlandstalige man hen aan. Hij blijkt in Jemima te wonen, een zorginstelling in Bethlehem voor meervoudig gehandicapte kinderen. Zijn verhaal wekt de interesse van Gerdien Heemskerk, zorgverlener bij gehandicapteninstelling De Schutse in Kesteren. Ze wil wel een kijkje nemen bij Jemima. Zo gezegd, zo gedaan.
Later, weer terug in Nederland, bezoekt het echtpaar de website van Jemima. Het blijkt dat de organisatie een vrijwilliger fondsenwerving zoekt. Laat dat nou net een functie zijn die sterk overeenkomt met het dagelijks werk van Peter, die commercieel communicatiemedewerker is bij de RMU (Reformatorisch Maatschappelijke Unie).
In mei en juni 2019 gaan Peter en Gerdien Heemskerk naar Jemima, waar ze vrijwilligerswerk doen. Gerdien verzorgt de gehandicapte kinderen, Peter maakt folders met verhalen van bewoners en verricht allerlei praktische werkzaamheden.
Het contact met Palestijnse christenen spreekt Peter aan. „Het waren mooie, persoonlijke gesprekken. De christenen leven daar in een overwegend islamitische gemeenschap, op 7 kilometer afstand van een muur die hen scheidt van Israëlisch grondgebied. Hun vrijheid is erg beperkt.”
Hondenhok
Gerdien ervaart hoe slecht de voorzieningen zijn voor gehandicapte kinderen op de Westelijke Jordaanoever. „Jemima is de enige plek waar deze kinderen terecht kunnen. Dat heeft alles te maken met de schaamtecultuur in de islamitische samenleving. Het hebben van een gehandicapt kind wordt gezien als een straf van Allah. Bikkelhard. Ouders verstoppen hun kinderen, soms in een hondenhok.”
Omdat er op de Westbank geen islamitische zorginstellingen zijn voor gehandicapte kinderen, hebben moslimouders weinig andere keus dan hun kind naar Jemima te brengen. In de instelling worden dagelijks Bijbelverhalen voorgelezen en christelijke liederen gezongen. Peter: „Zo brengt God deze islamitische kinderen tot Zijn gemeenschap. Je ziet dat ze rustiger worden door de gezangen, ook al kunnen sommigen niet eens zingen. Bij een bewoner merkte ik dat ze wél onrustig werd van gebedsoproepen van moskeeën.” Ook zijn er bewoners die elke dag om vergeving bidden, vertelt Peter. „Een ex-moslim met een spierziekte vond het geweldig als er uit de Bijbel werd gelezen. We hopen dat zijn geloof uitstraalt naar zijn ouders.”
Gods leiding
De Heemskerken ervaren Gods leiding in wat volgt. Peter: „Een week lang liep ik met een bovennatuurlijk verlangen om in Israël te dienen, maar sprak ik dat niet uit naar mijn vrouw. Toen vertelde Gerdien dat zij zich geroepen voelde om bij Jemima te gaan werken. Diverse Bijbelteksten versterkten dat gevoel bij haar. Zo kwamen onze gedachten bij elkaar.”
Ze maken hun voornemen bekend bij Jemima, maar stuiten op een praktisch probleem: er worden geen visums meer uitgereikt voor de Westbank.
Uiteindelijk lukt het hun toch om twee visums te bemachtigen, voor één jaar. „Hopelijk worden die verlengd. We willen daar graag twee of drie jaar blijven.”
Het werk dat het kinderloze stel gaat doen, is onbezoldigd. Een thuisfrontcommissie van de kerk zamelt geld in voor onder meer hun verblijfskosten. Peter: „Zodra de financiën rond zijn, vertrekken we. Hopelijk in april.”
Eerst volgt een tienweekse cursus in Engeland. „Het doel hiervan is dat we leren met andere culturen om te gaan.” Hun huis in Opheusden gaan ze verhuren. „De opbrengst daarvan dekt de hypotheekkosten. En zo hebben we een plaats om in de toekomst naar terug te keren.” Gerdien: „En we wonen hier mooi.”
serie Op de grens van oud naar nieuw
Betrokkenen bij het nieuws van 2019 blikken terug, terwijl anderen juist vooruitkijken. Dit is deel 9 (slot).