Lachgas, van verdovingsmiddel tot drug
Lachgas, met de scheikundige naam distikstofoxide (N20), wordt al ruim tweehonderd jaar gebruikt als verdovingsmiddel in ziekenhuizen en bij tandartsen. Begin jaren negentig werd het door jongeren gebruikt op feesten als drug. Daarna verdween het aanbod uit de uitgaanswereld. Sinds enkele jaren is het middel weer populair onder veel jongeren.
Lachgas wordt via een ballon in- en uitgeademd. Dat zorgt voor een korte roes, waarbij mensen soms lachbuien krijgen en duizelig worden. Gebruikers gaan waziger zien en geluiden lijken te vertragen en te vervormen, aldus verslavingszorgverlener Jellinek. Het effect houdt een paar minuten aan.
Het gas zit in slagroompatronen. Gebruikers vullen hun ballonnen met een slagroomspuit. Daarom liggen er vaak lege slagroompatronen op de plek waar jongeren lachgas gebruikten.
Lachgas mag nooit rechtstreeks vanuit de gasfles geïnhaleerd worden. Dit is volgens Jellinek levensgevaarlijk omdat het gas dan zo koud is dat de longen kunnen bevriezen. Ook lippen, neus en stembanden kunnen bevriezen.
Het gebruik van het middel kan tot een zuurstoftekort in de hersenen leiden. Daardoor kunnen gebruikers concentratiestoornissen en hoofdpijn krijgen. Andere bijwerkingen zijn duizeligheid, verwardheid en misselijkheid. Langdurig gebruik van lachgas kan leiden tot hersenschade, impotentie en onvruchtbaarheid. Het is nog onbekend wat het effect van lachgas is op het jonge puberbrein.
Volgens Jellinek heeft bijna 17 procent van de zestienjarigen ooit weleens lachgasgebruikt. Op een feest kost lachgas meestal rond de 3 euro. Bij de groothandel kost een doos met 50 slagroompatronen rond de 15 euro.