Probeer de Chinezen aan je te binden
De handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China golft op en neer; soms hoop, soms vrees. Trump is vastbesloten het de Chinezen niet makkelijk te maken. En dat is op zich te begrijpen.
Gedurende een paar honderd jaar telde China nauwelijks mee in de wereldeconomie. Nu is volgens de Wereldbank, gecorrigeerd voor koopkracht, de Chinese economie groter dan die van de VS. En alles wijst erop dat China jaar op jaar harder blijft groeien dan de VS, dus neemt de kloof toe.
In het verre verleden is China lang de dominante economie geweest in de wereld. Maar dat was in een tijd dat door de afstand tot China de invloed van dat land beperkt was. De snelle vervoers- en communicatiemogelijkheden van nu maken een supermacht als China bedreigender. De VS vrezen hun positie als wereldmacht te verliezen. Een handelsoorlog is dan een instrument om te proberen de groei van China af te remmen. Maar het lijkt eerder een statement naar de Amerikaanse kiezer, dan dat verwacht kan worden dat dit echt zoden aan de dijk zet.
China heeft grofweg vier keer zoveel inwoners als de VS. In het verleden telde dat nauwelijks omdat de koopkracht nagenoeg nihil was. Maar het inkomen per hoofd van de bevolking is de afgelopen 25 jaar met zo’n 15 procent per jaar toegenomen. Momenteel is er dan ook een gigantische thuismarkt die zorgt voor een groeikracht zonder weerga. Verder is er al vele jaren een overschot op de lopende rekening door een gigantische export.
China heeft ook minder last van de remmende kracht van democratie. Je kunt er terecht je wenkbrauwen bij fronsen, maar voor economische ontwikkeling is de dictatuur van Xi Jinping behulpzaam. Belemmeringen kunnen snel verwijderd worden en Xi investeert volop in het beperken van corruptie en bureaucratie. Xi zal alles op alles zetten om de machtspositie te behouden.
China is geen communistisch land meer, maar een kapitalistisch land met een dictatoriaal regime. Het belang van de partij staat bovenaan. En om dat zo te houden, is groei noodzakelijk. Daarmee kun je de bevolking tevreden houden.
Mijn probleem is dat het erop lijkt dat Westerse machthebbers het conflictmodel kiezen uit angst voor Chinese invloeden. De historie heeft bewezen dat die aanpak weinig productief is als die invloed alleen maar toeneemt. En de verwachting is dat de economie van China in 2050 70 procent groter is dan die van de VS.
„If you can’t beat them, join them”, zou dan verstandiger zijn. China heeft genoeg uitdagingen waarbij het hulp kan gebruiken. Zo heeft het nog jaren nodig om op het vlak van chips even ver te zijn als het Westen.
Een voorbeeld in dit verband: ons beleid is steeds meer dat ASML de nieuwste chipmachines niet mag verkopen aan China. Maar je zou je ook kunnen richten op een goede deal met China. Elk land, ook China, heeft nu eenmaal samenwerking nodig om in een wereldmarkt te kunnen overleven.
De Chinezen zelf begrijpen dat als geen ander. Dat blijkt bijvoorbeeld uit hun plannen om andere landen aan infrastructuur te helpen in ruil voor invloed, grondstoffen en vergroting van de markt. Misschien moet het Westen ook eens nadenken met welke strategie ze de Chinezen kunnen binden in plaats van verslaan.
De auteur is econoom en bijzonder hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam