Moord op Theo van Gogh wakkerde tegenstellingen aan
Het is zaterdag vijftien jaar geleden dat filmmaker Theo van Gogh werd vermoord door de radicale moslim Mohammed B. Dat zorgde voor een polarisatie van het debat rond moslims. Uitersten moeten weer in gesprek, vindt kenner Gert Jan Geling.
Toen in de jaren 60 gastarbeiders naar Nederland kwamen, werden christenen en moslims al geschoffeerd. In 1966 deed de schrijver Gerard Reve profane uitspraken over God. Ook Theo van Gogh kwetste christenen, zegt ds. Cees Rentier, directeur van Evangelie & Moslims. Dat deed hij onder meer in 1995 in een geruchtmakende column in HP/De Tijd. „Vanaf halverwege de jaren 90 werden ook moslims het mikpunt van spot en hoon. Je kon erop wachten dat het een keer mis zou gaan. Eer is belangrijk voor oosterse mensen.”
Op 2 november 2004 gebeurde waarvoor gevreesd werd. Dat is nooit goed te praten, vindt ds. Rentier. Maar hij ziet ook geen reden om Van Gogh te verheerlijken. „Kritiek op de islam mag scherp zijn. Ook spotten, zoals oudtestamentische profeten dat deden met beelden van hout en steen, kan een legitiem middel zijn om iets aan de kaak te stellen. Maar het doelbewust beledigen van moslims is geen vorm die christenen moeten koesteren.”
Het schofferen van moslims is na de moord op de cineast niet gebruikelijk geworden in het publieke debat, constateert ds. Rentier. „Helaas wel op het internet. Geert Wilders doet het ook, maar anders dan Van Gogh. We zien nu dat zijn invloed gelukkig afneemt. De verdienste van Wilders is wel dat hij ervoor heeft gezorgd dat vrijwel alle partijen kritischer naar de islam en naar de moslimgemeenschap zijn gaan kijken. Het debat wordt nu op het scherp van de snede gevoerd. Dat is een terechte correctie op de jaren 80 en 90.”
Vergeleken met hoe in het Midden-Oosten soms dingen worden gezegd, is het Nederlandse islamdebat alleszins beschaafd, stelt ds. Rentier. „Mijn vraag aan moslims is: Neem je ook afstand van leiders in de moslimwereld als die uithalen naar het Westen en het christendom?”
Christenen in Nederland hebben ook een ontwikkeling doorgemaakt in hun spreken over moslims, ervaarde ds. Rentier. „Lange tijd stonden christenen onverschillig tegenover de islam. Toen de dreiging van de islam in het Westen zichtbaarder werd, veranderde dat en ontstond er polarisatie. Nu Islamitische Staat verslagen lijkt, zie ik de uitersten tussen christenen weer afnemen.”
Bubbel
Gert Jan Geling, islamdeskundige aan de Haagse Hogeschool, stelt dat Van Gogh een scherpe tong had. „Hij was een provocateur. Dat Van Gogh beledigde om het beledigen, keur ik af. Vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar je moet altijd het effect van je woorden wegen. Wat levert het mij en anderen op? Houd je zo nodig in.”
Toch is Geling niet zonder meer negatief over de cineast. „Zijn woorden riepen discussie op. Een samenleving heeft mensen als Van Gogh hard nodig.”
Het islamdebat verhardde sinds 2 november 2004, ziet Geling, die onlangs met arabist Jan Jaap de Ruiter de bundel ”Wordt het nog wat met het islamdebat?” samenstelde. „De moord zette veel in gang. Terrorisme werd ineens heel zichtbaar. Mensen als Wilders en wetenschapper Hans Jansen radicaliseerden in feite. Islamitische medeburgers werden onheus bejegend.”
Na vijftien jaar verhit islamdebat spreken tegenpolen elkaar nauwelijks meer, constateert Geling. Zelf ervoer hij dat toen sommige linkse en islamitische denkers aangaven niet te willen meewerken aan zijn bundel. Ze weigerden om met islamcritici in een boek staan. Zorgelijk, zegt de wetenschapper. Volgens hem zijn drie dingen nodig om de polarisatie te doorbreken.
„Erken allereerst dat moslims bij Nederland horen. Anders is er geen eerlijk speelveld om het debat te voeren. Stop verder met hokjesdenken en kom uit je bubbel. Scherp je op door met andersdenkenden te praten en lees ook eens artikelen waarmee je het oneens bent. Voer ten slotte het islamdebat feitelijk. Wees geïnformeerd, baseer je oordeel over moslims niet op enkele Koranverzen.”