Een rootsreis is helend en brengt rust, zegt Maureen Welscher. De adoptiemoeder van Annemei (19) en Luc (16) ontmoette drie jaar geleden in Taiwan de biologische ouders van haar kinderen en heeft daar –ondanks de nodige hobbels onderweg– geen moment spijt van. „Ik kan het iedere adoptieouder aanraden.”
Lang was een rootsreis, een reis naar je biologische wortels, geen onderwerp van gesprek in huize Welscher in Zeist. De in Taiwan geboren Annemei en Luc leefden hun leven in Nederland en waren niet te betrappen op overdreven interesse in hun komaf. Totdat op een dag een pakketje uit Taiwan arriveerde met een brief van Annemeis biologische moeder. Onverschilligheid maakte snel plaats voor interesse.
Vreemd was de aanvankelijke onverschilligheid van de kinderen niet, zegt Welscher, die freelancejournalist is. „Onze voorwaarde voor adoptie was dat we wisten wie de biologische ouders van de kinderen waren en waar de ouders vandaan kwamen. Adoptiekinderen willen doorgaans twee dingen weten: Wie zijn mijn ouders? En waarom hebben ze mij weggegeven? Doordat we dat al wisten, hebben we de angel er bij de kinderen uitgehaald.”
Een baby op Schiphol
Ruim twintig jaar geleden begint het adoptieproces. Welscher schrijft artikelen voor Ouders van nu en interviewt in die hoedanigheid een echtpaar over adoptie. „Na het interview dacht ik: bij onszelf lukt het niet om kinderen te krijgen, misschien is dit wel een heel mooie optie. Mijn man stond er ook voor open en na een jaar hebben we besloten het adoptieproces in te gaan.”
De journaliste is van Indische komaf en dus was het haar wens om een kind uit datzelfde land te adopteren. Toen dat niet mogelijk bleek, zocht het echtpaar het in de buurt van Indonesië. „Ik wilde in ieder geval een Aziatisch land, dicht bij mijn gevoel, een land dat ik begrijp. We kwamen uit bij Taiwan, in feite een westers land, met goede adoptieprocedures. De biologische ouders kunnen daar zelf kiezen door wie ze het kind willen laten adopteren. Heel bijzonder dat wij zijn gekozen door de biologische ouders van Annemei en Luc.”
Na een lange adoptieprocedure stond Welscher met een baby in haar armen op Schiphol. „Ik was niet zo’n moederstype, had nog nooit luiers verschoond, maar op het moment dat ik eerst Annemei en later Luc in mijn armen had, was ik verliefd. Ik voelde meteen een band.” Tegelijkertijd wachtte de opvoeding van de kinderen, een nieuwe aangelegenheid in het leven van de Zeistenaar. „Ik ben ervan overtuigd dat genen veel bepalender zijn dan opvoeding, dus op momenten heb ik me aangepast aan de kinderen. Je kunt hen niet volledig vormen. Luc was bijvoorbeeld als kind erg driftig, soms spuwde hij letterlijk zijn gal. Op zulke momenten dacht ik: misschien moet ik strenger zijn als moeder. Tijdens de rootsreis bleek dat zijn biologische moeder als kind ook erg driftig was. Het lag dus niet aan mij maar aan de genen.”
De journaliste vertelt de kinderen alles wat ze weet over de biologische ouders, in de hoop dat hun interesse in hun komaf aangewakkerd wordt. „Ik hoorde veel verhalen van adoptieouders die de biologische ouders hadden ontmoet en raakte vaak ontroerd door hun ervaringen. Het enige probleem was dat mijn kinderen niet zaten te wachten op een rootsreis. Gelukkig veranderde dat na de brief van de biologische moeder van Annemei.” Het duurde niet lang voordat besloten werd om een reis naar Taiwan te boeken en de biologische ouders te ontmoeten. Maar met de euforie over de aanstaande reis kwamen ook de spanning en de twijfel. Hoe reageren de biologische ouders? Wat voor invloed heeft het op de kinderen? Welscher: „De moeder van Annemei werd op haar negentiende zwanger en zat absoluut niet te wachten op een kind. Ze heeft Annemei naar een kindertehuis gebracht en daarna nooit meer naar haar omgekeken. Luc is een buitenechtelijk kind. Zijn vader ging vreemd met zijn biologische moeder. Je weet dus niet precies wat je aan gaat treffen.”
Toch reist het gezin in de zomer van 2016 af naar Taiwan. In de eerste week ontmoeten ze de ouders van Luc, meteen een bijzondere ervaring, vertelt Welscher. „Aziaten tonen niet snel hun emoties, maar de biologische vader van Luc pinkte een traantje weg en vertelde dat er een droom voor hem uitkwam.”
Emotioneel
Zijn biologische moeder gaat helemaal in Luc op bij het weerzien. Welscher: „Ik vroeg haar hoe dit moment voor haar was. Ze vertelde dat ze vooral dankbaar was dat ze de gelegenheid kreeg om hem weer te zien. Bovendien was het afscheid nu makkelijker, omdat ze had gezien dat Luc in goede handen is. De eerste keer was het afscheid moeilijk geweest. Ze had veel moeten huilen en hulp gezocht.”
Precies de emoties die los kunnen komen, zijn de reden waarom sommige adoptieouders huiverig zijn voor een rootsreis, meent Welscher. „Maar die angst is onterecht. In het beste geval worden de biologische ouders fijne familieleden, in het slechtste geval wordt er geen vervolg gegeven aan het contact. Misschien heeft die ontspannen houding ook wel te maken met hoe ik mezelf zie: als tweede moeder. De biologische ouders hebben de kinderen in goed vertrouwen aan mij gegeven, maar het blijft hun bloed en hun genen. Tot mijn verrassing sta ik vrijwel alleen in die opvatting.”
Na de geslaagde eerste week heeft het gezin nog steeds niets vernomen van Annemeis biologische moeder. Navraag bij het kindertehuis leert dat de brief die de biologische moeder naar Annemei had gestuurd min of meer was georkestreerd door het kindertehuis. Even is er de angst dat het niet tot een ontmoeting zal komen; de biologische moeder is in geen velden of wegen te bespeuren. „Annemei kon wel huilen en was erg boos. Net op het moment dat we de moed hadden opgegeven, kreeg ze op Facebook een melding dat haar biologische moeder een foto van haar bij een bekend gebouw in Taiwan geliket had. Toen hebben we gelijk contact gelegd en kon er alsnog een ontmoeting geregeld worden. Daar ben ik haar voor altijd dankbaar voor.”
De ontmoeting was mooi, maar kent geen fijn vervolg. Annemei hoopt via Facebook een band met haar moeder te kunnen opbouwen, maar die toont weinig interesse in het leven van haar biologische kind. Het maakt Annemei vooral boos dat haar moeder zogenaamd niets meer weet over haar biologische vader. „Hoe vaak onze dochter het ook vroeg, ze wilde niets loslaten. Annemei voelt zich voor de tweede keer afgewezen door haar moeder en wil niets meer met haar te maken hebben.”
Zoektocht
Als ze eenmaal thuis zijn laat de rootsreis Welscher niet los. Ze besluit andere geadopteerde kinderen met hun ouders te interviewen over hun rootsreis en schrijft er een boek over: ”Retourtje roots”. De tendens van het boek: een rootsreis kan ingewikkeld zijn maar is de moeite meer dan waard. Welscher: „Weten is altijd beter dan niet weten, zelfs wanneer weten betekent dat je verder moet leven met moeilijke of verdrietige informatie. Wat er gebeurt na de ontmoeting en hoe de relatie zich ontwikkelt, is voor iedereen anders. Vaak zijn er communicatieproblemen, cultuurverschillen of verschillende verwachtingspatronen die het opbouwen van een diepgaand contact bemoeilijken. Maar zelfs als er geen contact meer is zal het weten wie de biologische ouders zijn innerlijke rust geven.”
Die rust zag ze sterk terug in haar eigen familie. Haar adoptiekinderen ervaren een gevoel van heelheid en zijn zelfbewuster geworden. „Ze hebben gezien op wie ze lijken en van wie ze hun humor en talenten hebben. Bovendien ervaren ze sinds de reis dat hun innerlijke incompleetheid is opgelost.”
Begin dit jaar ervoer Welscher opnieuw de helende werking van een rootsreis. Haar in Indonesië geboren moeder ging na 63 jaar terug naar haar geboorteplaats. Net als vroeger plukte ze daar vruchten van de bomen op de kampong. „Het was een feest der herkenning voor mijn moeder, ze begon zelfs weer te lopen met die typerende Indonesische tred.”
Met die positieve ervaringen op zak en de informatie die ze vergaarde door de interviews met geadopteerde kinderen, is Welscher een groot pleitbezorger geworden van rootsreizen. „Laat angst voor negatieve ervaringen niet de boventoon voeren. Verdriet hoort bij het leven en soms ook bij een adoptie. Ga dat niet uit de weg maar kijkt het avontuur recht in de ogen.”
Kinderen reizen naar hun wortels
Jaco Alderliesten is secretaris van de Adoptievereniging Gereformeerde Gezindte en adoptievader. Hij ontwaart twee trends rondom roots-reizen. Steeds meer adoptiekinderen maken de reis naar hun geboorteland en steeds jonger.
Volgens Alderliesten hebben die ontwikkelingen te maken met toegenomen openheid over het onderwerp. „In veel adoptiegezinnen heeft het gesprek over komaf en biologische ouders van jongs af aan een prominente plaats. Eerder werden rootsreizen bijna uitsluitend gemaakt op volwassen leeftijd, daarna gebeurde het in de pubertijd en nu zien we steeds vaker dat op basisschoolleeftijd al een reis wordt gemaakt.”
Bovendien heeft digitalisering alles makkelijker gemaakt, merkt de secretaris. „Het is een stuk eenvoudiger geworden om contact te maken en te onderhouden via Facebook of de mail. Onze eigen adoptiedochter komt uit een pleeggezin waarin ze erg close was met een pleegzus. Via Facebook hebben we weer contact gelegd en uiteindelijk hebben we haar ook ontmoet. Daarin hebben digitale middelen een grote rol gespeeld.”
Ondanks de openheid en digitalisering is contact leggen met de biologische familie niet altijd even makkelijk, zegt Alderliesten. „Soms ontbreekt er veel informatie in het dossier van een adoptiekind of wordt het dossier pas openbaar als iemand meerderjarig is. Als je weinig informatie hebt, kan de zoektocht naar iemands komaf erg ingewikkeld zijn.”
Uiteindelijk wordt vaak positief teruggekeken op rootsreizen, ervaart Alderliesten. „Adoptiekinderen kunnen soms onrust ervaren of problematisch gedrag vertonen, omdat ze het gevoel hebben iets te missen. Dat verdwijnt nog weleens na een bezoek aan hun land van herkomst. Ze kunnen emoties een plaats geven als de open eindjes zijn opgelost.”
Voorwaarden en aandachtspunten
Stichting Adoptievoorzieningen is een landelijke organisatie die voorlichting, voorbereiding en nazorg op het gebied van adoptie aanbiedt. De stichting zet wat voorwaarden en aandachtspunten rondom rootsreizen op een rijtje.
Volgens de stichting is een adoptiekind klaar voor een rootsreis als:
het kind interesse heeft in zijn roots;
het genoeg gehecht is aan zijn adoptieouders om alle emoties die door de reis opgeroepen worden, te verwerken;
er geen grote veranderingen spelen (zoals verhuizing, ziekte, overlijden of de komst van een ander kind in het gezin).
Rondom rootsreizen zijn ook enkele belangrijke aandachtspunten en dilemma’s:
De biologische familie kan heel anders zijn dan gedacht. Afstand doen kan een traumatische ervaring zijn. Biologische ouders kunnen dit trauma diep hebben weggestopt. Dit kan opnieuw naar boven komen door de hernieuwde ontmoeting.
De verschillende talen en culturen kunnen goed contact in de weg staan.
Belangrijke psychosociale of medische informatie over de biologische ouders kan niet-kloppend zijn. Misschien blijkt de reden van afstand een andere te zijn dan in het dossier is vermeld of is verteld.