Hoogste punt restauratie Domkerk bereikt
Met de plaatsing van een decoratie op de daklijst van het noordertransept markeerde wethouder Anke Klein woensdag het feit dat bij de restauratie van de buitenkant van de Utrechtse Domkerk het hoogste punt is bereikt.
Met veel geraas komt de bouwlift in beweging. De passagiers, allen met een witte bouwhelm op, zien het Domplein onder zich wegzakken. De lift stijgt door het bladerdek van de platanen voor de Domkerk en dan ontvouwt zich een weids uitzicht over Utrecht. De steiger rondom het noordelijke gedeelte van de dwarsbeuk is hoog: ongeveer 40 meter. Wethouder Klein moet bijna naar de top ervan om een natuurstenen ornament te plaatsen.
Sinds juli 2017 wordt de Domkerk in fasen gerestaureerd. De laatste restauratie vond plaats in de jaren 80 van de vorige eeuw. De vaak eeuwenoude blokken, lijsten en pinakels van natuursteen zijn sinds die tijd achteruitgegaan door weersinvloeden, scheurvorming en roest op het ijzerwerk. Twintig bladvormige ornamenten op de daklijst, de zogenoemde kanthogels, stamden uit de jaren 80 maar moesten helemaal worden vervangen. „Ze waren gemaakt van beton, wat geen duurzaam materiaal is. De vormgeving was ook niet goed. De jaren 80 waren qua kunsten het diepste dal dat we hadden in Nederland, en dat kon je ook zien op de kerk”, zegt beeldhouwer Serge van Druten. Hij werkte aan de nieuwe kanthogels.
Crowdfundingsactie
Wethouder Klein staat hoog op de steiger met een ketting in haar hand. Die is bevestigd aan een nieuwe kanthogel. Beneden in de Domkerk kijkt een groep belangstellenden via een scherm toe hoe ze het ornament omhooghijst. Natuursteensteller Harry Verkuijlen geleidt de kanthogel voorzichtig in de uitsparing. Applaus schalt door de kerk. Het hoogste punt is officieel bereikt.
De restauratie van de gehele Domkerk is niet goedkoop. Een eerste inspectie toonde aan dat er 1,6 miljoen euro nodig was voor acuut onderhoud. Nieuwe mankementen die daarna aan het licht kwamen dreven de prijs op tot 4 à 5 miljoen euro. Daarvan is ondertussen een belangrijk deel bijeengebracht, onder andere door een crowdfundingsactie en een stevige bijdrage van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Als wethouder Klein weer met beide benen op de grond staat, wordt ze bedankt door Frans Ritmeester, directeur van het kerkelijk bureau van de Protestantse Gemeente Utrecht. „Ik wil even wat parallellen trekken tussen Mozes en u. Mozes beklom de Horeb en daalde weer af; u beklom de Domkerk en staat nu weer hier. Er is ook een verschil: de omgeving van de Horeb staat op de Werelderfgoedlijst; het Domplein niet.” Lachend: „Uit ik nu een wens?”
Gotische stijl
De Domkerk werd in de tweede helft van de veertiende eeuw in gotische stijl gebouwd. Latere uitbreidingen en restauraties zorgden voor verschillende decoraties in verschillende stijlen. De beeldhouwers hielden bij het ontwerp van de nieuwe kanthogels rekening met die verscheidenheid. Beeldhouwer Van Druten: „Het moet passen in het geheel; je kunt er niet zomaar een kubistische kanthogel op zetten. Uiteindelijk hebben we het nieuwe ontwerp gebaseerd op ornamenten uit de originele bouwtijd. Die vonden we het mooist.” Vooruitkijkend naar komende restauraties: „Over een paar honderd jaar zal men zien dat ons ontwerp 21e-eeuws is. Wij geven er ongemerkt ook onze eigen touch aan.”