Op de ruim opgezette beurs zijn zo’n 200 standhouders die hun beste beentje hebben voorgezet om de bezoekers – mensen uit het vak – de laatste ontwikkelingen op het gebied van interieurdesign te laten zien. Deze standhouders zijn zowel bekende merken als nieuwkomers in de interieurbranche. Er is zelfs een hele gang gereserveerd voor studenten van de Willem de Kooning Academie, waar zij hun beste creaties en ideeën laten zien. De beurs biedt een mooi overzicht van de trends voor het komende seizoen. Wij zetten ze in verschillende categorieën voor je op een rijtje.

Kleur

Het was niet moeilijk om de trendkleuren bij de verschillende stands te ontdekken. Bij een groot aantal merken voerden zachte en romige kleuren de boventoon.

Het lijkt of de pastelkleuren, die afgelopen seizoen helemaal hip waren, een beetje volwassener zijn geworden. De kleuren zijn iets zwaarder, iets donkerder, maar nog steeds zacht en duidelijk familie van de frisse pastelkleuren.

Er is één kleur die er duidelijk uitspringt: roze. In ontzettend veel verschillende tinten en varianten is roze de onbetwiste nummer één voor het komende seizoen. Babyroze, oudroze en hier en daar een voorzichtig beetje fuchsia: alle soorten roze zijn welkom in het trendy interieur.

Voor wie bang is dat een roze interieur te lief en zoet wordt, zijn er ook heel stoere varianten en combinaties te bedenken. Combineer een roze bank met een tafel van onbehandeld hout, bijvoorbeeld, of met natuurlijke grijs- en bruintinten. En voor de mensen die durven: combineer roze eens met felle of diepe kleuren, zoals geel of donkerpaars.

Naast roze zijn vooral natuurlijke en warme kleuren populair. Bij de verschillende stands zijn veel gedempte kleuren te zien, zoals donkergroen of mosgroen, donkerpaars en denimblauw. Het geheel doet heel aaibaar en rustgevend aan, iets wat waarschijnlijk te maken heeft met het idee dat een huis de plek is waar je tot rust moet komen.

Materiaal

De rustgevende factor is ook te zien in het materiaal waarvan de verschillende meubels zijn gemaakt. Op de beurs is er allereerst veel aandacht voor geluidsabsorberende wanden en installaties, die ideaal zijn voor in een grotere ruimte of een kantoortuin. Vaak zijn deze constructies gemaakt van vilt of ander zacht aanvoelend materiaal, wat de ruimte een speels en warm karakter geeft.

Het is opvallend dat de meeste materialen een duidelijke structuur hebben. Stoffen zijn grof geweven. Kussen en poefs zijn grof gebreid of van gevilte wol.

De meeste interieurs die in de stands zijn opgezet, zijn redelijk minimalistisch, waardoor de aandacht veel meer uitgaat naar de materialen die worden gebruikt. En dat geldt niet alleen voor het stoffen meubilair: ook bij de andere meubels zijn er een aantal trends te ontdekken als het om materiaalgebruik gaat.

Een van die trends is het gebruik van onbehandeld (of nauwelijks behandeld) hout. Dat past helemaal binnen de groeiende trend van het gebruik van natuurlijke materialen. Een aantal andere opvallende materialen zijn beton en spijkerstof: aan revolutionaire ideeën geen gebrek.

Marjolein en Jan-Paul van Beton-Lab laten trots hun betonnen fauteuil zien. “Beton wordt altijd gezien als het materiaal voor mensen die in de civiele techniek werken, maar het heeft zoveel meer mogelijkheden dan je in de eerste instantie zou denken.” In hun stand laat het duo verschillende verrassende interieurtoepassingen zien voor beton. Zelfs hun visitekaartje is van beton gemaakt.

Een aantal stands verder heeft designstudio PLANQ een stand ingericht. Dit bedrijf specialiseert in circulair design: meubels waarbij alleen gerecyclede materialen gebruikt worden. Aan de wieg staan tweelingbroers Anton en Dennis Teeuw.

Het meest opvallend in hun stand is een elegante donkerblauwe stoel met een onderstel van hout. Het materiaal lijkt kunststof, maar bij het inspecteren van het informatielabel blijkt dat de stoel gemaakt is van gerecyclede spijkerstof.

Duurzame materialen zijn een steeds terugkerend refrein op de designbeurs. Verschillende stands staan volledig in het teken van het hergebruiken van materiaal, soms wat subtiel, en soms overduidelijk. Een van de labels draagt zelfs de naam “Opnieuw”. Dit bedrijf wil sociaal en circulair ondernemen. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen bij Opnieuw aan de slag.

Het bedrijf richt zich op het opknappen en hergebruiken van kantoormeubilair. Opnieuw stofferen, reinigen en revitaliseren horen allemaal bij het proces. Ook heeft het bedrijf een verhuurservice. Oprichter Douwe Jan Boersma: “In ons huidige economische systeem produceren en kopen we nog te vaak in op lineaire wijze: een grondstof wordt een product en vervolgens afval of brandstof. Met producten van Opnieuw zorgen we voor een circulaire productie: een grondstof wordt een product, vervolgens wordt het hergebruikt en reduceren we de grote afvalberg.”

Een ander bedrijf wat aan de weg timmert als het om duurzaamheid gaat is PlasticWhale. Het bedrijf, dat in 2011 is opgestart, vist plastic afval uit de Amsterdamse grachten. Dat plastic wordt gerecycled, waarna er deels meubilair van wordt gemaakt, en deels boten om plastic mee te kunnen vissen.

Op de beurs staan een tafel en stoelen die grotendeels gemaakt zijn van gerecycled plastic, en aan de wand hangen de karakteristieke lampen van plastic ‘vilt’. Het doel van PlasticWhale is om de grachten plasticvrij te maken, en om bewustwording te creëren als het gaat om de vervuilende plastic soep.

Vorm

Naast de trends in het materiaalgebruik, valt er ook het een en ander te zeggen over de meest voorkomende of de meest opvallende vormen die we zien in de interieurs voor het komende seizoen.

Allereerst valt op dat veel meubels heel organische vormen hebben. Stoelen en tafels hebben afgeronde hoeken, bijna nergens zijn scherpe randen of hoeken te vinden. Gecombineerd met de zachte kleuren en materialen vormt dit een heel natuurlijk ogend geheel. Deze trend bouwt voort op de trend van afgelopen seizoen, waarin teruggegrepen wordt op de zogenoemde mid-centurystijl; de interieurstijl uit de jaren ’40 tot ’60.

Gestoffeerde meubels met afgeronde hoeken, ovalen tafels en meubels met ronde details zijn in heel veel verschillende soorten en maten verkrijgbaar. Dit alles draagt bij aan de aaibaarheidsfactor van het interieur.

Een tweede opvallende trend is het gebruik van open constructies. Dit valt vooral op bij de verlichting, waar veel lampen opgebouwd zijn uit verschillende delen die allemaal duidelijk zichtbaar zijn. Verschillende ringen of banden, meubels die als een soort blokhut in elkaar zijn gezet of eruitzien als een bouwpakket: alles is mogelijk. Deze trend heeft te maken met de hang naar eenvoud die het laatste jaar duidelijk zichtbaar wordt.

Bij een van de stands ligt zelfs een bouwpakket van een krukje, gemaakt uit één stuk hout. Zelf het hamertje om het pakket mee in elkaar te zetten, komt uit hetzelfde stuk hout. Lekker eenvoudig en overzichtelijk.

Multifunctioneel

Trendwatchers signaleren een aantal andere trends, die wat minder concreet te vangen zijn op de beursvloer. De IFDA (International Fournishing and Design Association) bracht kortgeleden een rapport uit over de trends voor in 2020, waarin een aantal dingen naar voren kwamen.

„Mensen gaan kleiner wonen, in kleinere huizen met minder kamers”, is een van de eerste conclusies uit het rapport. Deze trend heeft tot gevolg dat de formele zitkamer uit de meeste interieurs verdwijnt, en dat ook de eetkamer niet meer alleen fungeert als eetkamer, maar ook als werk- en speelruimte.

Uit het rapport blijkt dat ruim 90% van de design experts geloven dat de meeste nieuwe huizen vaker zullen bestaan uit grote ruimtes met verschillende doelen, in plaats van kleinere kamers die allemaal een eigen functie hebben. Ook het meubilair wordt multi-inzetbaar: een poef moet ook dienst doen als opbergplek, terwijl een bank gebruikt moet kunnen worden als bed.

De moderne techniek is niet meer weg te denken uit huis, aldus de trendwatchers. „Stem- en sensorgestuurde gadgets worden langzaamaan de norm, klimaatcontrole en zonwering worden allemaal geautomatiseerd - en dat is niet alleen meer voor de bovenste laag van de samenleving.”