„Het is niet strafbaar om, onder bepaalde voorwaarden, hulp te bieden bij zelfdoding.” Met deze zin opende het constitutionele hof van Italië woensdag de weg naar een wettelijke regeling voor hulp bij zelfdoding.
De Consulta, zoals het hof ook wordt genoemd, kwam woensdagavond na een debat van twee dagen tot haar besluit. De vijftien rechters van de grondwettelijke rechtbank willen hulp bij zelfdoding uit het wetboek van strafrecht halen, maar stelden wel een aantal voorwaarden. Wat het hof betreft is de hulp enkel toegestaan als de patiënt kunstmatig in leven wordt gehouden, een ongeneeslijke ziekte heeft en ondraaglijke pijn lijdt. Hij of zij moet in staat zijn zelf te beslissen.
De kans is groot dat het parlement zich naar de gerechtelijke uitspraak zal plooien. Het kabinet-Conte bestaat uit twee regeringspartners die voorstander zijn van een zekere vorm van euthanasie. Wel zal er naar verwachting enige interne oppositie zijn van rooms-katholieke parlementariërs binnen de Democratische Partij.
Ook van de kant van de artsen klinkt verzet. Filippo Boscia, voorzitter van de rooms-katholieke artsenvereniging AMCI, kondigde woensdagavond alaan dat zijn 4000 leden zich zullen gaan beroepen op het gewetensbezwaar. „Euthanasie is een schending van onze professionele normen,” zei hij. Pro Vita e Famiglia, een prolife-organisatie, schrijft in een verklaring bedroefd te zijn. „Het hof heeft het principe aanvaard dat niet pijn moet worden bestreden, maar de lijdende persoon die een last is.”
Leemte
Het oordeel van het Constitutionele Hof was gevraagd door een lagere rechtbank in Milaan in een zaak tegen Marco Cappato, een voorvechter van euthanasie. Cappato had een 40-jarige man, die verlamd en blind was geraakt bij een verkeersongeval, naar Zwitserland begeleid, waar hij in een kliniek werd geholpen om te sterven.
Bij terugkomst in Italië gaf Cappato zichzelf bij de politie aan en riskeerde daarmee twaalf jaar gevangenisstraf. Tijdens het proces dat vervolgens begon, vroeg de rechtbank advies bij het hof omdat er een wettelijke leemte zou zijn betreffende hulp bij zelfdoding.
Het constitutionele hof droeg vervolgens het parlement op om die leemte op te vullen. Omdat die na een jaar nog niet met een wetsvoorstel was gekomen, besloot het hof zelf tot een oordeel te komen.