Kerk & religie

Christendom vindt weg terug op islamitische zijderoute

Oude karavaansteden op de zijderoute in Oezbekistan. Ze waren niet alleen commerciële trefpunten, maar ook hoogtepunten van islamitische cultuur. De kerk kreeg er nauwelijks voet aan de grond, maar heeft haar weg terug gevonden.

Klaas van der Zwaag
23 September 2019 14:41Gewijzigd op 16 November 2020 17:02
De oude vesting in Khiva, met op de achtergrond een nooit afgebouwde minaret. beeld RD
De oude vesting in Khiva, met op de achtergrond een nooit afgebouwde minaret. beeld RD

De oude steden Khiva en Buchara zijn bekende toeristische trekpleisters. Terecht. Wie door de snikhete straten –Oezbekistan kent een woestijnklimaat– loopt, waant zich ruim duizend jaar terug in de oosterse wereld uit de verhalen van ”Duizend-en-één-nacht”. Je ziet het voor ogen: honderden kamelen op drukke handelspleinen, met alle geluid en stank vandien... Nu vormen de steden een concentratie van tientallen moskeeën, madrassa’s (koranscholen), indrukwekkende paleizen van khans (leiders) en rijk gedecoreerde minaretten.

De beide steden liggen op de legendarische zijderoute, de handelsroute die begon bij Rome en via Turkije, het Midden-Oosten en Centraal-Azië helemaal doorliep naar China en Japan. Khiva en Buchara behoren tot de eerste steden in Centraal-Azië die door de Unesco op de lijst van het wereldcultureel erfgoed zijn geplaatst.

Voorheen waren de steden khanaten, door een khan geregeerde feodale vorstendommen. Beide steden werden al eeuwenlang bewoond en herbergden allerlei beschavingen. In religieus opzicht speelde zich veel af in deze regio. In Bijbelse tijden is het waarschijnlijk dat hier Joden naartoe zijn gedeporteerd. Buchara kent nog steeds een historische synagoge, die een bezoek waard is.

Christendom

Het vroege christendom heeft in deze regio nagenoeg geen voet aan de grond gekregen. Toen in de zevende eeuw de Abbasiden vanuit Arabië kwamen en het Arabische kalifaat aanbrak, kreeg de islam in dit deel van de wereld een definitieve plaats. Tijdens de islamitische renaissance –de tijd dat de Perzische en Griekse invloed op de islam belangrijk werd– leefde de islam in deze streek op.

Een van de belangrijkste personen in de islam, Al Bukhari, groeide op in Buchara. Deze imam heeft de belangrijkste Hadith samengesteld die tot op de dag van vandaag gezien worden als de meest betrouwbare geschriften na de Koran.

Lange tijd is Buchara een belangrijke islamitische bedevaartsplaats geweest. Tot eind 19e eeuw was Buchara voor heel de Turkssprekende wereld dé gezaghebbende plaats waar men aan een van de vele madrassa’s de Koran kon bestuderen. Het Oezbeeks is een aan het Turks verwante taal. Veel gezaghebbende Turkse imams, moefti’s en andere belangrijke figuren in de Turkssprekende wereld beheersten de Oezbeeks-Turkse taal, omdat ze geschoold waren aan een van de madrassa’s in Buchara.

Begin zending

Begin 19e eeuw zijn er in de regio van Buchara en Khiva enkele mennonietische enclave’s geweest. Velen van deze doopsgezinden kwamen in kolonnes met huifkarren vanuit Siberië getrokken. Ze verbleven daar slechts enkele jaren. Enkelen trokken zich weer terug en anderen vertrokken naar Noord- en Zuid-Amerika.

In deze periode werden de van oorsprong Duitse mennonieten door de khan uitgenodigd zijn paleis te bouwen en het interieur te ontwerpen. Het parket dat in een van de museumpaleizen ligt, is door de mennonieten gelegd.

Vanuit Engeland is er geprobeerd zending te bedrijven in dit gebied, maar dat bleek niet mogelijk. De reactie was ronduit vijandig. De taal bleek voor de enige Britse zendeling, Edmund Broadbent, te moeilijk.

Dat veranderde met de komst van de mennonietische evangelist Hermann Jantzen (1866-1959). Jantzen bestudeerde acht jaar aan een madrassa in Buchara de Koran en leerde zodoende de Oezbeeks-Turkse taal. Als persoonlijke tolk van de khan van Khiva en later ook als minister van khan Mohammed Rahim II leerde hij de taal nog beter kennen. Toen hij zendeling werd, wilde Jantzen in de huid van de ander kruipen door de kleding van de Oezbeken –en bewust geen Duits-Russische kleding– te dragen.

Jantzen bedreef zending onder de Oezbeken, de Kirgiezen en de Tadzjieken. Na de Russische Revolutie in 1918 vluchtte hij naar Duitsland; op 13 november 1959 stierf hij in Hilversum.

De khan van Khiva is een vazal van de tsaar van Rusland geworden; de khan van Buchara vluchtte naar Afghanistan.

Actualiteit

Buchara telt heden ten dage nog steeds veel moskeeën en madrassa’s. Van religieuze betekenis zijn deze nauwelijks meer. De oude stad Khiva is nog bijna geheel intact en wordt door historici gezien als een modelstad van hoe steden in deze regio en in het gehele Midden-Oosten er in het verre verleden hebben uitgezien.

Tijdens de Sovjetperiode is er veel verloren gegaan van de rijke geschiedenis in deze regio. De Sovjets sloten de moskeeën van Buchara. Religie werd verboden. In deze tijd zijn er in de omgeving van Buchara ook strafkampen geweest. Een van de personen die in een strafkamp gevangen hebben gezeten is de bekende voorganger Nikolai Petrovitsj Chrapov, auteur van het in Nederland uitgegeven boek ”Het geluk van het verloren leven”. Zijn graf is nog steeds te vinden in Tasjkent.

Vandaag leeft de islam weer op in Buchara. Het is een bedevaartsoord en de madrassa’s krijgen weer hun oude functie. Bij de hoofdmadrassa in Buchara, de Miri Arab, is het een komen en gaan van bezoekers. De roep van de imam klinkt regelmatig door de oude stad. Maar niet zoals in de tijd van de enorme Kalon Moskee uit het begin van de 16e eeuw – nog steeds de grote trekpleister van de oude stad. De hoofdkatheder staat er nog. Omdat deze tegen een dichte wand stond, klonk de stem van de iman over het hele plein, dat ruimte bood aan 10.000 gelovigen.

Inmiddels kreeg de christelijke kerk weer voet aan de grond in de oude karavaansteden. In Urganch, grenzend aan Khiva, ontstond een niet-geregistreerde baptistengemeente met enkele tientallen leden. In Buchara is nog geen officiële gemeente, maar er zijn enkele doven die geraakt zijn door het Evangelie en die bezocht worden door evangelist Nicolai Serin uit Navoiy. „Er zijn kleine christelijke groepen in de stad die actief evangeliseren”, zegt een woordvoerder van stichting Friedensstimme, die de niet-geregistreerde baptisten in Oezbekistan steunt. „De Heere voegt mensen toe tot de gemeente die zalig wordt. Dat is des te wonderlijker als je ziet hoe het verleden van deze in cultuurhistorisch opzicht rijke karavaansteden door de islam is gestempeld. De kerk groeit in Oezbekistan, al komt de tegenstand nog steeds van de kant van de islam.”

rd.nl/oezbekistan voor een video

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer