Familie Wassink woont tussen de kaaskoppen in Ethiopië
Als Geerten en Marleen Wassink één ding geleerd hebben in Ethiopië, is het dat God altijd voorziet. Juist wanneer ze het zelf niet meer weten. „Op God kun je terugvallen. Hij is betrouwbaar.”
Vakantie, dat betekent familiedagen, vrienden zien en bijkletsen. Gelukkig doen Geerten (36), Marleen (35) en hun kinderen Gideon (11), Evalynn (9), Sem (8) en Giulia (2) dat op bekend terrein: hun voormalige woning in Doetinchem. Nu eigendom van een tante. Op een mooie locatie in de bossen, waar de kids graag doorheen racen.
„Ze vliegen van hot naar her”, lacht Marleen in de woonkamer. „Ze zijn niet gewend te fietsen. Ik sta dan te roepen: Steek je hand uit! Blijf rechts rijden! Dat soort simpele dingen hebben de kinderen niet aangeleerd.”
Fietsen is vanwege de drukte te gevaarlijk in Ethiopië, het land waar Geerten en Marleen zes jaar geleden naartoe trokken. Beiden deden in Nederland een agrarische opleiding. Geerten werkt de eerste jaren na hun huwelijk als voorlichter voor een veevoederbedrijf. „Op een gegeven moment begon het te kriebelen”, aldus Geerten, die opgroeide in Nigeria als kind van een zendingsechtpaar. „We wilden met onze agrarische kennis een bijdrage leveren in een ontwikkelingsland.”
Afrika komt, mede door Geertens achtergrond, al snel in beeld. Ter oriëntatie gaat het stel naar Nigeria. Marleen heeft vijf criteria: er moet een kerk zijn, een school, gevarieerd eten, het klimaat mag niet te warm zijn en er moet minstens één ander Nederlands gezin wonen. Nigeria valt snel af: het is er te heet. Uiteindelijk kiest het stel voor Ethiopië, dat over veel landbouwgrond beschikt. Geerten werkt er eerst op een boerderij en sinds een paar jaar bij een veevoederbedrijf van de Nederlandse onderneming De Heus.
Vloek
Marleen geeft samen met een vriendin les op een blindenschool. „We leren de kinderen zingen, spelen en een beetje Engels.”
Volgens Marleen is er in Ethiopië „niks” voor kinderen met een beperking. „Mensen denken soms dat een kind Down heeft gekregen doordat het op de grond gevallen is. Of ze zijn bang dat het een vloek is. We hebben weleens meegemaakt dat een kind aan een ketting vastzat, omdat de ouders geen kans zagen het in de gaten te houden.”
Nederland en Ethiopië zijn twee totaal verschillende werelden, vertelt Geerten. „Hier mogen we genieten van de mogelijkheden die er zijn, waar de generaties voor ons keihard voor gewerkt hebben. In Ethiopië moet dat allemaal nog opgebouwd worden.”
De familie woont in Debre Zeit, een stad met ruim 100.000 inwoners ten zuidoosten van de hoofdstad Addis Abeba. In „het mooiste huis van de buurt”, maar onder Ethiopische omstandigheden. Zo is er al drie maanden geen stromend water en doet de stroom het vaak niet. Als die het wel doet, vliegen de stoppen er geregeld uit. „Je wordt makkelijker met eten”, lacht Marleen. „Vlees ontdooit en daarna vries ik het gewoon weer in.”
Het eenvoudige leven leert hen dat er belangrijker zaken zijn. En dat God zorgt. Dat blijkt bijzonder wanneer de boerderij die ze als familie opbouwen tijdens politieke demonstraties door de lokale bevolking wordt geplunderd en in brand gestoken. Het stel heeft de boel dan al verkocht, toch is de brand ingrijpend.
„Doordat we ons een halfjaar eerder al losmaakten van het bedrijf leden we financieel minder schade”, aldus Geerten. Marleen: „In korte tijd vroegen Woord en Daad en de Wageningen Universiteit of we voor hen wilden werken. Voor wij ons zorgen konden maken, kwam er iets op ons pad.”
Warm nest
In Debre Zeit leeft een heuse Nederlandse gemeenschap. Een groot deel van de Nederlandse families bezoekt net als Geerten, Marleen en hun kinderen zondags de International Evangelical Church, een dochtergemeente van de kerk in Addis Abeba. Volgens Marleen een „warm nest.” „Er zitten mensen in van de Oud Gereformeerde Gemeenten tot aan de baptistengemeente. Iedereen laat elkaar in zijn waarde. Het gaat ons om wat we leren in de Bijbel.” Geerten: „We focussen op wat verbindt. Er zijn verschillen, bijvoorbeeld rond de doop, maar we kunnen het onszelf niet permitteren daar een issue van te maken.”
Tijdens de vakanties in Nederland bezoekt het gezin de plaatselijke gereformeerde gemeente. Marleen: „Dan geniet ik altijd ontzettend van de psalmen. Aan de liederen in Ethiopië heb ik ook veel, maar die oude woorden zitten diep in me.”
Over een jaar komt het gezin terug naar Nederland. Geertens contract loopt af en Gideon gaat naar de middelbare school. „We willen een stabiele plek voor de kinderen”, aldus Marleen. „Met goed onderwijs.” Dat ze vervolgens voorgoed in Nederland blijven, verwacht Marleen niet. „Geerten kan hier niet meer wonen. Tien jaar in Nederland is al lang.” Geerten: „Als de kinderen het huis uit zijn, komen wij weer beschikbaar.”