Orthodox Jodendom heeft alleen de werken
De wereld van het orthodoxe Jodendom in New York is even veelzijdig als ondoorgrondelijk. Het bestaat uit zeer gesloten gemeenschappen met elk een eigen geschiedenis. Overtuigd zijn ze in het bewaren van de voorvaderlijke en als onveranderlijk opgevatte tradities. Maar weten ze ook tot Wie ze bidden in hun vele vaste rituelen en godsdienstige verrichtingen?
Het kost een buitenstaander de nodige tijd om wegwijs te raken in de wirwar van orthodoxe Joodse groeperingen in de Amerikaanse metropool. In de stad van bijna 9 miljoen inwoners wonen naar schatting meer dan 1,1 miljoen Joden.
In Brooklyn bevinden zich naar schatting 700.000 Joden, die een kwart van de bevolking van dit stadsdeel uitmaken. Ongeveer 60 procent is orthodox, en van die groep is 90 procent ultraorthodox. Die worden ook wel de Haredi of Haredim genoemd: „Zij die beven”, ontleend aan Jesaja 66:5: „Hoor het woord van de Heere: u die beeft voor Zijn Woord.” In de praktijk beven zij echter vooral voor de Talmoed en andere rabbijnse geschriften. Want die worden veel meer bestudeerd dan de Thora.
Spijkerbroeken
Volgens Pieter van den Beukel, werkzaam bij Life in Messiah (een organisatie die het Evangelie met Joden wil delen), bestudeer je vanuit orthodox-Joods perspectief vía de Talmoed de Bijbel. De Thora bestaat voor hen uit de geschreven Thora (de vijf boeken van Mozes) én de mondelinge overleveringen, voornamelijk te vinden in de Talmoed. Joods New York kent vele honderden jesjiva’s, talmoedscholen.
Christian Stier, directeur van stichting Israël en de Bijbel, zegt dat het Jodendom in Brooklyn veelal (ultra)orthodox is en dus moeilijk te bereiken is. „Orthodoxe Joodse groeperingen behoren zelfs tot de minst bereikbare groepen ter wereld.” Samen met oudtestamenticus Pieter Siebesma verzorgde hij eind april een visiereis naar Brooklyn in New York om zich te verdiepen in de wereld van het orthodoxe Jodendom en om de mogelijkheden van Bijbelverspreiding te verkennen.
De orthodoxe gemeenschappen kenmerken zich door hun als onveranderlijk beschouwde tradities. Rabbijn Mozes Schreiber (1762-1839) maakte een woordspelletje van een bekende uitspraak uit de Babylonische Talmoed: ”Chadasj asoer min ha Thora”, hetgeen hij opvatte als: „Wat nieuw is, is verboden door de Thora.” Op basis daarvan stelde hij vast dat alle verandering verboden is. Zo was op zijn jesjiva seculier onderwijs niet toegestaan.
In de loop van de tijd namen veel rabbijnen dit principe over. En zo ontstond ook de huidige tegenstelling met wat modern orthodox heet. In de praktijk komt het erop neer dat ultraorthodoxe Joden geen kleding van buiten de groep mogen dragen en dat ze alleen de kleding dragen die hun voorouders in de negentiende eeuw en eerder droegen. Spijkerbroeken of spijkergoed zijn dus niet geoorloofd.
Een ultraorthodoxe Jood verandert zijn (achter)naam niet, is tegen integratie in de maatschappij, mijdt internet, volgt geen seculier onderwijs en spreekt thuis alleen Jiddisch (als de enige Joodse taal), hoewel hij buitenshuis wel weer Engels of Ivriet (modern Hebreeuws) mag spreken. De chassidische (ultraorthodoxe, oorspronkelijk Oost-Europese) Joden hebben nagenoeg allemaal dit principe overgenomen. De geslotenheid van de orthodoxe gemeenschappen impliceert dat het nauwelijks mogelijk is om uit deze groep te breken. Iemand verliest dan alles, in financieel en sociaal opzicht.
Intieme relatie
Hebben Joden een intieme relatie met God? Dat varieert van persoon tot persoon, zegt Robert Walter van Chosen People Ministries, een missionaire organisatie in Brooklyn die werkt onder orthodoxe Joden. „Er zijn chassidische gelovigen die een intieme band met God hebben, maar er zijn ook mensen die zich wel Jood noemen, maar zelfs niet in God geloven. Verder bestaan er groepen die charismatisch zijn. Zij kenmerken zich door intens gebed en zoeken naar gemeenschap met God. Ze zijn extatisch in hun geloofsbeleving. Maar we weten dat alleen de Messias, zoals geopenbaard in Jezus Christus, redt van de dood.”
Douglas Pyle, eveneens werkzaam voor Chosen People Ministries, gelooft niet dat orthodoxe Joden een werkelijke band met God hebben. „Ik bezocht twee jaar een Joods theologisch seminarie, een orthodox instituut waarin rabbijnen onderwijzen, maar ik vond geen bewijs dat ze een persoonlijke band met God hadden opgebouwd. Godsdienst is bij orthodoxe Joden vooral een ritueel, een vorm. Ze dienen een God Die ver weg is. Hun voorvaders spraken deze gebeden uit en zij doen dat opnieuw. Zij richten zich tot de God van Abraham, Izak en Jakob, maar ik heb de indruk dat ze Hem Zelf niet kennen. Ze denken hoogstens God lief te hebben.”
Wayne Miller, werkzaam onder orthodoxe Joden in Borough Park, een chassidische wijk in Brooklyn, verwijst naar Johannes 3:36: „Als je de Zoon niet hebt, heb je het eeuwige leven niet. Hoeveel tradities je ook onderhoudt, je mist alles en het oordeel blijft op je rusten. Orthodoxe Joden blijven bij de Messias vandaan, misschien met goede intenties, omdat ze in Jezus niet de Messias herkennen. Ze hebben veel geleden onder de Holocaust. Dat heeft hun houding ten opzichte van kerk en wereld gestempeld.”
Traditie
Is er alleen sprake van formele rituelen? Miller: „De Thora was gericht op de Messias maar orthodoxe Joden missen de kennis van Hem. Ze bidden zonder contact met de bron van hun gebeden, de Messias. Ze lezen weinig over de profeten, die ze soms bewust overslaan. Mensen zeggen vaak dat Joden de mensen van het Boek zijn, maar ze zijn mensen van de Talmoed en van de traditie. Ze vertrouwen op hun werken en hebben daarom geen zekerheid. Ik zou geen rust kunnen vinden, maar zij hebben er vrede mee.”
Toch, zo stelt Miller, „als je jezelf bewogen opstelt, zien ze als het ware Jezus in jou. Omdat ze merken dat je liefde voor hen hebt. Iemand zei tegen mij: „Je bent liefdevol, wat ik niet van mijn eigen volk kan zeggen.” Het blijft daarom de opdracht om hen het goede nieuws voor te houden.”
Vrijheid
Christian Stier kijkt terug op een positieve visiereis. „Er was sprake van een heel mooie combinatie: ’s ochtends kregen we onderwijs over de achtergronden van orthodoxe Joden en ’s middags gingen we de praktijk in en deelden we lectuur uit. Deelnemers konden aan den lijve ondervinden hoe het is om in gesprek te gaan met orthodoxe en seculiere Joden. Zij hebben het als bijzonder ervaren dat God mensen op hun pad bracht aan wie ze een Bijbel konden geven.”
De deelnemers wilden op de laatste dag nog een keer terug naar de plekken waar zij al waren geweest om nog meer gesprekken te voeren en Bijbels te verspreiden. Stier: „We hebben besloten om volgende jaar weer een visiereis te plannen. Het belangrijkste is dat het gebed van Paulus voor Israël –dat het volk zijn Messias Jezus Christus mag leren kennen– bij hen nog meer is gaan leven.”
Siebesma denkt dat de deelnemers veel hebben geleerd van het onderwijs en het Joodse leven in Brooklyn. „Velen kwamen voor het eerst met orthodoxe Joden in gesprek. Een wereld ging voor hen open. Het viel op dat in New York en Brooklyn de sfeer totaal anders is dan in Nederland en Europa. Als je ziet dat in Europa soms elk Joods gebouw beveiligd moet worden, kun je zeggen dat Joden in Amerika veel meer vrijheid hebben om hun geloof te belijden dan in Europa. In Duitsland wordt Joden afgeraden om met een keppeltje de straat op te gaan. Dat advies zou in New York waanzin zijn. Daar zie je tienduizenden mensen met hun keppeltje op lopen. Ze kleden zich zoals zij denken zich te moeten kleden en niemand doet daar moeilijk over.”
Israëlstichting 50 jaar
De stichting Israël en de Bijbel bestaat 50 jaar. De stichting is in 1969 ontstaan dankzij de vraag van een voormalige orthodoxe Jood, dr. Arthur Michelson. Hij dacht eerst, zoals vele van zijn geloofsgenoten, dat het Nieuwe Testament een bron van antisemitische gedachten was, totdat hij het zelf ging lezen en tot geloof kwam. Vanaf die tijd spande hij zich in om zijn eigen volk met het Evangelie bekend te maken.
Een belangrijk sleutelmoment deed zich voor toen in 1989 de Berlijnse Muur viel en er tal van Russische Joden naar landen als Israël, Duitsland en Amerika gingen. Velen strandden in afwachting van een visum voor Amerika in Ladispoli (bij Rome). Israël en de Bijbel heeft daar gedurende een aantal maanden in totaal 7000 Hebreeuws-Russische exemplaren van het Nieuwe Testament uitgedeeld.
In 1990 plande de stichting een eerste reis naar Kiev. In tien dagen tijd deelde ze 3000 Bijbels uit. In Kiev heeft de stichting sinds 1992 een eigen kantoor en medewerkers. Zo’n 2800 Russische Joden ontvangen een gratis Bijbelmagazine in hun eigen taal. Enkele keren per jaar staat er een Bijbelseminar op het programma.
De doelstelling van stichting Israël en de Bijbel is om Joodse mensen hun eigen Boek weer terug te geven. De stichting verspreidt tweetalige Bijbels. Het Oude Testament is in negen talen beschikbaar en het Nieuwe Testament in dertien talen. Voor de ultraorthodoxe Joden heeft de stichting een speciale uitgave van de Hebreeënbrief in het Jiddisch en het Bijbels Hebreeuws, de taal van hun hart. De stichting trekt zich het lot aan van Israëlische jongeren die na hun militaire dienst met een rugzak over de wereld gaan zwerven. Vaak zijn ze getraumatiseerd, ontgoocheld en op zoek naar de zin van het leven. Voor hen is de Backpackbijbel gedrukt, een speciale uitgave van het Hebreeuwse Nieuwe Testament in zakformaat.
Directeur Christian Stier: „We zien de geestelijke nood onder het Joodse volk groeien. Ik denk vaak aan Mattheüs 9:36, waar we lezen dat de Heere Jezus met innerlijke ontferming bewogen was toen Hij de grote menigte mensen zag, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, zoals schapen die geen herder hebben. Deze bewogenheid met het Joodse volk zien we ook terug bij de apostel Paulus in Romeinen 9 tot en met 11. Zijn gebed voor Israël was gericht op hun zaligheid. Christus’ hart en bewogenheid voor Israël was Paulus’ hart en bewogenheid geworden. Ik hoop dat we als kerk aan dat gebed vasthouden. De Heere wil niets liever dan dat Joodse mensen thuiskomen bij hun eigen Messias.”
Het Evangelie onder Joden in Brooklyn
Dit is de zevende en laatste aflevering over Evangelieverspreiding onder de Joodse gemeenschap in de Amerikaanse stad New York.