„Te veel beperkingen voor Bijbelstudie in azc”
Hoe veel vrijheid heeft een asielzoeker om in zijn kamer in een azc met anderen Bijbelstudie te doen? Te weinig, vindt Stichting Gave. De organisatie trekt aan de bel na onder meer problemen rond een Bijbelstudie in azc Gilze-Rijen. „De godsdienstvrijheid van vluchtelingen wordt ingeperkt.”
Met een taart in de hand en een Bijbel in haar tas bezoekt Rika Meyers (67) eind april enkele Iraniërs in het azc in Gilze-Rijen. De missionair pastoraal werker van de christelijke gereformeerde Mattheüskerk in Breda wil tijdens de wekelijkse ontmoeting trakteren omdat ze jarig is geweest. „Toen ik naar de kamer van een van de bewoners liep, vroeg een medewerkster van het azc of ik naar een groep ging die zat te wachten op Bijbelstudie. „Dan kunt u het kamp verlaten”, zei ze.”
Meyers vraagt of de medewerkster iets tegen Bijbelstudie heeft. Ook vertelt ze dat ze wil trakteren voor haar verjaardag. „Ik mocht doorlopen, maar de medewerkster zei dat ze zouden controleren of ik geen Bijbelstudie deed. In de kamer zat een groep Iraniërs te wachten. Ik zei: „We vieren vandaag mijn verjaardag en praten over Johannes 3, maar leg geen Bijbels op tafel.” Daarop zei een Iraniër: „Als we in mijn land Bijbelstudie deden, hadden we angst dat de politie kon binnenvallen. Ik dacht dat we nu in een vrij land waren.” Dat raakte me.”
Als Meyers zich een week later weer bij de receptie van het azc meldt, krijgt ze een brief waarin staat dat ze de locatie een halfjaar, tot en met 26 oktober 2019, niet mag betreden omdat ze zich niet zou houden aan de COA-bezoekregels: „Het COA is een politiek/religieus neutrale organisatie: politieke en religieuze activiteiten die een inbreuk plegen op de persoonlijke levenssfeer van onze bewoners zijn daarom niet toegestaan.”
Meyers benadrukt dat ze asielzoekers slechts bezoekt op uitnodiging en dat het hun eigen wens is om samen Bijbelstudie te doen. Ze vindt het onverteerbaar dat mensen op hun kamer niet met anderen over de Bijbel mogen praten en bidden. Eerder zou een COA-medewerker juist hebben gezegd dat bidden in een publieke ruimte niet is toegestaan, maar wel in een bewonerskamer. Hoe een vrijwillige Bijbelstudie inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van asielzoekers, is haar bovendien een raadsel. „Als dit niet mag in een azc, wordt mensen pastorale zorg onthouden. Dat vind ik kwalijk.”
De missionair pastoraal werker, sinds augustus 2018 verbonden aan de Mattheüskerk in Breda, schakelt Stichting Gave in, die kerken en christenen ondersteunt in het contact met vluchtelingen. Dat leidt tot twee gesprekken in het azc Gilze-Rijen, in mei en juni, waarbij behalve een afvaardiging van Gave ook de juridische afdeling van het COA-hoofdkantoor in Den Haag is vertegenwoordigd.
Het COA trekt het centrumverbod voor Meyers in en biedt excuses aan voor de wijze waarop haar dit via de receptie is opgelegd, zonder wederhoor toe te passen. Zowel voor Meyers als Gave is de kwestie daarmee niet afgedaan, omdat er volgens hen onduidelijkheid blijft bestaan over de ruimte voor Bijbelstudie in het azc.
Gave-woordvoerder Auke van der Helm: „Tijdens het eerste gesprek werd gezegd dat er zo veel mensen in een kamer mogen komen als er bedden staan. In het tweede gesprek zei het COA ineens dat er alleen in gezinsverband Bijbelstudie mag worden gedaan. En eerder al had Rika Meyers gehoord dat als ze een tolk meenam, het een georganiseerde activiteit werd, die daarmee verboden was.”
Het argument van een maximumaantal personen dat op een kamer mag zijn, bevreemdt zowel Meyers als Van der Helm. „Er zijn kamers met twee stapelbedden waar we prima met twaalf tot vijftien mensen kunnen zitten. Bewoners dragen zelf stoelen aan”, zegt Meyers. „En wat betekent deze regel voor samen in een kamer voetbal kijken, een verjaardag of het suikerfeest vieren?” vraagt Van der Helm zich af.
De ”bed-regel” heeft als gevolg dat ze op drie of vier kamers een aparte Bijbelstudie moet houden met steeds enkele mensen, concludeert Meyers. „Terwijl het juist hun wens is om dit samen te doen. Ze zoeken als christenen, velen afkomstig uit Iran en Afghanistan, steun bij elkaar.”
Gave wil dat het COA duidelijkheid verschaft over de ruimte voor Bijbelstudie in een bewonerskamer in een azc. „Het is niet duidelijk welke regels het COA hanteert en waarop die zijn gebaseerd. Ook over twee andere locaties kregen we recent signalen dat de godsdienstvrijheid van bewoners wordt ingeperkt. In een van die plaatsen zijn de Bijbelstudies verplaatst naar een locatie buiten het azc.”
Dat laatste is voor Meyers geen optie. „De Mattheüskerk in Breda ligt ongeveer drie kwartier fietsen van het azc. Buskosten zijn voor deze mensen te duur. En in Gilze is het niet gemakkelijk om een ruimte te huren.”
Omdat meerdere gesprekken met het COA niet tot duidelijkheid hebben geleid, tekent Gave nu openlijk protest aan tegen het beleid, zegt Van der Helm. „De vrijheid van godsdienst is in het geding. Het recht om op de eigen kamer het geloof te beleven, wordt ingeperkt. Dat is extra schrijnend omdat het gaat om mensen die in hun eigen land alleen in het geheim Bijbelstudie konden doen.”
Gave zegt over dit thema „al jaren” in gesprek te zijn met het COA en roept de organisatie op om te werken aan „een verandering van de houding ten opzichte van het persoonlijke geloof van de azc-bewoners. Het kan niet zo zijn dat de persoonlijke levenssfeer aangetast blijft worden doordat het gezamenlijk beleven van het geloof in bijzijn van iemand van buiten het azc verboden blijft.”
Een woordvoerder van het COA zegt desgevraagd dat iedere azc-bewoner die zijn geloof wil belijden, ongeacht welke religie, daartoe de vrijheid heeft. „Van inperking van de vrijheid van godsdienst kan dan ook geen sprake zijn. Dit geldt voor alle opvanglocaties van het COA.”
Het COA heeft, aldus de woordvoerder, de „leefbaarheid en veiligheid op locatie te borgen. Om die reden zijn (georganiseerde) groepsbijeenkomsten voor politieke en religieuze activiteiten die inbreuk plegen op de persoonlijke levenssfeer van anderen niet toegestaan. Een Bijbel- of Koranstudie die een georganiseerde groepsgewijze bijeenkomst is, is in strijd met de religieuze neutraliteit van het COA.”
Het betreft een regel die het COA „al vele jaren” hanteert, aldus de zegsman. Deze geldt ook als bijvoorbeeld een georganiseerde Bijbelstudie zou plaatsvinden met instemming van alle bewoners van de desbetreffende kamer. „Zij zijn immers niet de enige bewoners van het azc. Het COA heeft de taak de persoonlijke levenssfeer van alle bewoners te bewaken.” Wel zijn „kleine, persoonlijke vormen van religiositeit in gezinsverband toegestaan.”
Gave vindt dat het COA in zijn reactie voorbijgaat „aan de praktijk zoals deze plaatsvindt in Gilze. Het gaat om bewoners die elkaar uitnodigen voor een informeel samenzijn. Niet helder is hoe dit samenzijn dan inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van bewoners. Het COA stelt leefbaarheid en veiligheid op de locatie voorop, maar gaat voorbij aan de grondrechten van de bewoners”, aldus Van der Helm.