Zoektocht naar vermiste tiener in Limburgse bosgrond
In een bosperceel in het Limburgse Beesel zoeken specialisten van de politie en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) naar sporen van de 44 jaar geleden verdwenen Marjo Winkens. „We zijn gespannen en hoopvol.”
Het NFI trekt een week uit voor het zoeken in een bosperceel bij Beesel, tussen Venlo en Roermond. De politie hoopt dat er na 44 jaar eindelijk duidelijkheid komt over haar verdwijning.
De zaak-Marjo Winkens is raadselachtig. Op 1 september 1975 gaat de enige dochter (17) van aannemer H. Winkens uit Schimmert met de bus naar de jaarlijkse kermis in Sittard. Ze mist de bus voor de terugreis en daarom leent ze een bromfiets van de moeder van een vriendin. Tegen het advies van vrienden in rijdt ze in haar eentje naar huis. Ze komt daar echter nooit aan.
Klemgereden
Haar ongeruste ouders schakelen de volgende ochtend de politie in. In een greppel langs de weg tussen Spaubeek en Schimmert vindt een voorbijganger de bromfiets. Remsporen op het wegdek duiden erop dat de tiener is klemgereden. Verderop liggen de huissleutels.
Niet veel later worden zo’n 70 kilometer noordelijker langs de provinciale weg tussen Reuver en Swalmen haar groen legerjack, een oranje helm, haar beurs, een toilettas en haar schoenen aangetroffen. De politie houdt ernstig rekening met een misdrijf.
Tevergeefs kamt een peloton ME’ers de bossen in de grensstreek bij Reuver en Swalmen uit. De eerste, experimentele televisie-uitzending van Opsporing Verzocht levert honderden aanwijzingen op. De gouden tip zit er niet bij. Marjo wordt niet gevonden. Ook niet tien jaar later, als de politie enkele bunkers in Reuver minutieus onderzoekt.
Asfalt
In 2005 gloort er weer even hoop als de politie besluit het asfalt van de N271 tussen Reuver en Swalmen open te breken na hardnekkige geruchten dat het lichaam van Marjo daar zou liggen. Opnieuw blijft het raadsel onopgelost. De ouders van Marjo zijn intussen overleden.
In het najaar van 2017 krijgt de politie een „zeer serieuze tip” binnen over de mogelijke plaats waar Marjo begraven zou liggen. De politie onderzoekt de betrouwbaarheid van de tip en bereidt een graafactie voor die op maandag 1 april begint.
Specialisten van het Nederlands Forensisch Instituut begeleiden het graven in de Limburgse bosgrond in Beesel. Ook een archeoloog is erbij. Hij heeft veel kennis van bodemkunde en van zoek- en opgravingsmethodes.
„De humuslaag van de bosgrond wordt in een gebied van zo’n 200 bij 50 meter afgegraven”, zegt Bob Willemsen, leider van het coldcaseteam Limburg, woensdagochtend desgevraagd. „Het gele zand eronder schrapen we laag voor laag weg. De archeoloog kan aan de verstoring van de bodem zien of er ooit gegraven is.”
DNA
Als Marjo inderdaad in het bosperceel blijkt te liggen, zullen forensisch specialisten en de politie de sporen nauwkeurig en met grote voorzichtigheid onderzoeken om de doodsoorzaak te achterhalen.
„We kunnen bijvoorbeeld kijken naar de manier waarop ze is begraven. Mogelijk kunnen we ook botbreuken vinden. De vraag is of we uit eventueel botmateriaal DNA kunnen halen. Van de ouders van Marjo hebben we DNA-materiaal. De tiener was hun enige kind. We zouden met geschikt DNA-materiaal snel kunnen aantonen of het om Marjo gaat.” Het coldcaseteam Limburg is „erg gespannen en hoopvol” dat het Marjo kan vinden, aldus Willemsen.
>>facebook.com/ColdCasePolitieLimburg
Enige gelijkenis met vermissingen op de Veluwe
De vermissing van Marjo Winkens doet denken aan de verdwijning van Eefke Wolf uit het Veluwse Wezep, evenals aan die van de Puttense Maria van der Zanden.
De dan 25-jarige Eefke wordt op donderdagavond 18 augustus 1983 voor het laatst gezien door haar collega’s van een gezinsvervangend tehuis in Hattem. Na haar late dienst zou ze naar huis in Wezep terugkeren, maar ze komt er nooit aan. Haar bromfiets staat nog in de stalling bij haar werk.
Ondanks grootscheepse zoektochten is er nooit een spoor van de Wezepse ontdekt. Ook haar helm is nooit gevonden. In 2008 begint de politie na een tip een uitgebreide graafactie bij Hattemerbroek, maar ook die loopt op niets uit.
Maria van der Zanden uit Putten is 22 jaar als ze van de aardbodem verdwijnt. Op zaterdag 6 augustus 1994 keert ze niet terug van een ritje op de fiets. Het is niets voor Maria om zomaar weg te blijven. Haar ouders maken zich daarom grote zorgen. De dag na haar vermissing verspreidt de politie een signalement van de Puttense. Op dinsdag is de vermissing van Maria op televisie. Nieuw uitgebreid onderzoek in 2005 levert niets op.