Wereldwijd vieren Joden deze week Chanoeka, het buitenbeentje op de Joodse religieuze feestkalender. Dat er in Israël een feest gevierd wordt, ontgaat niemand in Jeruzalem.
Op straat én in de woningen; overal vind je hét symbool van Chanoeka: de negenarmige kandelaar. Chanoeka is op de Joodse religieuze feestkalender een buitenbeentje. Het Oude Testament zwijgt namelijk over het feest (in tegenstelling tot het Nieuwe Testament, zie Joh. 10:22). De historische achtergrond van Chanoeka wordt beschreven in de apocriefe boeken 1 en 2 Makkabeeën.
In de tweede eeuw voor Christus probeert de Seleucidische vorst Antiochus IV Epiphanes op een agressieve manier de Joden te vergrieksen. De besnijdenis en offerdienst worden verboden. In de tempel wordt zelfs een beeld van de Griekse god Zeus geplaatst.
Op een gegeven moment is de maat vol voor de Joodse priester Mattatias en zijn vijf zonen. Zij beginnen in 167 voor Christus een gewapende guerrillaoorlog tegen de Seleucidische overheersers. De Makkabeeën –zo noemen de Joodse revolutionairen zich– veroveren in 164 voor Christus Jeruzalem. Op de 25e dag van de maand kislew wordt de tempel opnieuw ingewijd.
Inwijding
Dit historische moment wordt tijdens het chanoekafeest herdacht. Het is het feest van de ”chanoeka”, de inwijding van de tempel. Het besliste optreden van de Makkabeeën voorkwam dat de Joodse identiteit verloren ging.
Het symbool van de kandelaar gaat terug op een wonder dat volgens de Joodse traditie plaatsvond tijdens de inwijding van de tempel. Als priesters de kandelaar in de tempel willen aansteken, blijkt er nog slechts één klein kruikje met kosjere olie beschikbaar te zijn. Tot grote verbazing van iedereen blijkt dat kleine beetje olie voldoende te zijn om de lampen acht dagen te laten branden; tot het moment dat er weer nieuwe, zuivere olie voorhanden is.
Het aantal religieuze aanwijzingen in de Talmoed voor Chanoeka is beperkt. Dat is niet zonder reden. Bij veel rabbijnen waren de Makkabeeën niet populair. Er leefde onvrede over hun gewelddadige optreden. Het is in dat licht niet toevallig dat op Chanoeka in de synagoge Zacharia 4:6 wordt gelezen: „Niet door kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden.”
Het acht dagen durende Chanoeka is tegenwoordig vooral een feest van gezelligheid, cadeaus en lekkernijen. Er worden spelletje gespeeld met de speciale Chanoeka-tol, de ”dreidel”. Ondertussen geniet men een ”soefganiot”, een ronde bol met een jamvulling. De symboliek? Deze lekkernij is gebakken in olie…
Elke dag wordt er een extra kaarsje aanstoken. Daarbij worden twee korte zegenspreuken uitsproken. Het aansteken van de chanoekia zien veel Joden als een lichtend teken dat God Zijn volk niet loslaat. Ook in Nederland worden op tal van plaatsen chanoekia’s ontstoken. De aanwezigheid van christenen is voor velen uit de Joodse gemeenschap een hoopvol teken.
De auteur werkt in Jeruzalem, als Israëlconsulent voor het Centrum voor Israëlstudies (hetcis.nl). Een jaar lang schrijft hij op elke Joodse feestdag een bijdrage voor het Reformatorisch Dagblad. Vandaag deel 5: Chanoeka.