Tegen de muur gelopen: reportage uit Mexicaanse grenssteden
Een lange karavaan van duizenden Hondurezen begon twee weken geleden aan een mars richting de grens van Mexico en de VS. Ze willen Amerika in, maar president Donald Trump is niet van plan hen door te laten. In grenssteden als Tijuana en Mexicali wachten duizenden migranten soms al jaren hun kans af.
Jorge is een joviale, goedlachse man van in de vijftig. Twintig jaar werkte hij als elektricien in de Verenigde Staten. Het geld dat hij daar verdiende, gebruikte hij om zijn familie in het zuiden van Mexico te ondersteunen. Totdat hij een auto-ongeluk veroorzaakte en onmiddellijk het land werd uitgezet. Alles wat hij opbouwde in die twintig jaar was hij van de ene op de andere dag kwijt.
Dat is drie maanden geleden. Jorge leeft tijdelijk in een opvang voor mannen van het Leger des Heils in Tijuana, even ten zuiden van de Amerikaanse stad San Diego, aan de Mexicaanse kant van de grens. Overdag gaat hij op zoek naar klusjes. Hij verwacht niet ooit nog terug te gaan naar de Verenigde Staten. „Ik hoop dat ik een baan kan vinden in Tijuana, dan kan ik mijn kinderen hiernaartoe halen om bij mij te wonen.”
Luz is jong en wanhopig. Zij komt uit Guatemala en vluchtte toen haar man verdween. Iedere keer als ze over hem praat, stromen de tranen over haar wangen. Ze is bang voor de (drugs)bendes daar en zag geen toekomst meer voor haarzelf en haar 3-jarige dochtertje Erika. Ze heeft familie wonen in de Verenigde Staten en wil daar graag naartoe, maar ze kan geen visum krijgen. Nu verblijft Luz in een opvangtehuis van het Leger des Heils voor vrouwen en kinderen in Tijuana en hoopt tegen beter weten in dat er een kans zal komen om naar de VS te emigreren. Ze kan niet anders, zegt ze, want: „Het is daar niet veilig, ik kan niet meer terug.”
Kinderen
Iedere migrant in het grensgebied van Mexico en de Verenigde Staten heeft zijn of haar eigen verhaal. En migranten zijn er veel. Na de aardbeving in 2010 vluchtten mensen massaal uit Haïti via Mexico naar de VS. De laatste jaren is er een toenemende stroom van vluchtelingen uit politiek onrustige landen in Midden-Amerika zoals El Salvador, Honduras, Guatemala en Nicaragua.
In Tijuana wonen mensen met dertig verschillende nationaliteiten. Op zoek naar een beter leven komen ze met bussen, de beruchte trein Het Beest, liftend en zelfs lopend door de woestijn, bij temperaturen tot 50 graden, aan bij de grens, om daar letterlijk en figuurlijk tegen de muur te lopen.
Die muur is 6 meter hoog en wordt verder opgehoogd om illegale migratie tegen te gaan. De uitzettingsmaatregelen zijn onder het zerotolerancebeleid van de Amerikaanse president Donald Trump verder aangescherpt. Eerder werd er veel ruchtbaarheid gegeven aan de scheiding van ouders en kinderen aan de grens, waarbij de kinderen wel in de VS mochten blijven, maar de ouders niet. Andersom gebeurt het echter ook. Waar eerder kinderen van migranten met de juiste papieren automatisch zelf ook gerechtigd waren om in de VS te verblijven, is dat nu niet meer het geval.
Zo kan het gebeuren dat migrantenkinderen van 5 of 6 jaar van de kleuterschool worden geplukt en alleen worden uitgezet. Als hun ouders weten waar ze naartoe zijn uitgezet, komen ze hen vaak achterna, maar ze weten niet altijd waar de kinderen zijn gebleven: de administratie van het bureau voor de hervestiging van vluchtelingen vertoont hiaten.
Karavaan
Op 12 oktober vertrok een zogenaamde migrantenkaravaan van duizenden Hondurezen naar de Amerikaanse grens. Ze zijn vorige week vrijdag aangekomen bij de grens van Guatemala en Mexico. Daar werden ze op aandringen van president Trump aangehouden door de Mexicaanse federale politie, maar die kon de grote groep migranten niet stoppen.
Trump dreigde afgelopen week het leger in te zetten als de migranten proberen de grens over te komen. Het is de vraag wat er zal gebeuren als het tot een confrontatie komt. Het nieuws staat op de voorpagina’s van alle Mexicaanse kranten, met weinig vriendelijke woorden aan het adres van de Amerikaanse president. ”Trump bedreigt Mexico vanwege de migrantenkaravaan”, kopte El Pais. El Financiero bericht: ”Mexico verwerpt druk van Trump om migranten”.
Toch is niet iedereen uitsluitend negatief over het beleid van Trump. In grenssteden als Mexicali en Tijuana is relatief veel werk te vinden, omdat veel Amerikaanse bedrijven, zoals autofabrieken, zich net over de grens vestigen. Arbeid in Mexico is immers goedkoper. Bij de onderhandelingen over de toekomst van het handelsverdrag Nafta tussen Canada, de VS en Mexico heeft Trump aangegeven dat hij streeft naar hogere lonen in de fabrieken over de grens, om zo de migratiestroom te verminderen. Dat is een voorbeeld van positief beleid, vinden sommige Mexicanen.
Intussen is Mexico politiek kwetsbaar; de huidige regering van president Enrique Pena Nieto staat op het punt te vertrekken, de nieuwe president, Andres Manuel Lopez Obrador, zal op 1 december worden beëdigd. Veel Mexicanen nemen een afwachtende houding tegenover hem aan.
Criminaliteit
„Tot nu toe heeft de Mexicaanse regering het migrantenprobleem vooral gebagatelliseerd”, zegt een medewerker van het Leger des Heils in Mexico-stad. „De vluchtelingenstromen nemen toe en de bijbehorende problemen zoals (drugs)criminaliteit, bendes, orgaanhandel en mensensmokkel ook. Daar kan onze regering de ogen niet voor sluiten.” In Tijuana is een felle strijd gaande tussen criminele cellen. In vier maanden tijd werden er 700 mensen vermoord; het hoogste aantal in tien jaar tijd.
Vooral kinderen zijn kwetsbaar. Steeds meer alleenstaande vrouwen proberen met hun kinderen te vluchten. In grenssteden zoals Mexicali en Tijuana gaan zij op zoek naar werk. In het beste geval gaan hun kinderen naar school. Het onderwijssysteem in Mexico is echter zo ingericht dat een deel van de kinderen ’s ochtends naar school gaat en een ander deel ‘s middags. Dat betekent dat de kinderen een groot deel van de dag alleen zijn, in een stad waar ze geen familie of kennissen hebben en waar het erg onveilig voor hen is.
Sommigen worden misbruikt door mensen in de omgeving als hun ouders aan het werk zijn, anderen zijn op straat actief als verkoper of bieden seksuele diensten aan. Het gebeurt ook dat bendes kinderen van straat pikken voor orgaanhandel of illegale adoptie.
Opvallend is hoe weinig hulpverlenende instanties er in deze grenssteden zijn. Er zijn nauwelijks (internationale) organisaties actief. Omdat 80 tot 85 procent van de Mexicaanse bevolking rooms-katholiek is, is de kerk sterk aanwezig. Die voorziet in basisbehoeften zoals opvang, dekens en voedsel, betaald door de kerk en donaties van particulieren. Daarnaast zijn organisaties als het Rode Kruis, Artsen zonder Grenzen en het Leger des Heils actief. Ze zetten zich de afgelopen jaren in toenemende mate in op het gebied van opvang van migranten.
Voetbal
Het Leger des Heils werkt al meer dan zestig jaar in Mexico, in verschillende gebieden waar veelal de armste bevolking woont. De organisatie functioneert er als kerk, maar verleent ook hulp in de vorm van opvang voor mannen, vrouwen en kinderen, noodhulp en in toenemende mate op het gebied van ondersteuning van migranten en gedeporteerden. In Mexicali is er met ondersteuning van het Leger des Heils Nederland een voetbalproject opgezet voor kinderen uit de buurt.
De buurt op tientallen meters van de muur is net een oorlogsgebied. De meeste huizen zijn ogenschijnlijk onbewoonbaar, hoewel er vaak toch mensen blijken te leven. Ze zijn hier echter niet om te blijven: op jacht naar de Amerikaanse droom huren mensen hier tijdelijk een oud huisje of kamertje. Sommige huizen zijn de nesten van drugsbendes.
Er zijn weinig voorzieningen in de omgeving, maar opmerkelijk genoeg wel enorm veel (Amerikaanse) tandartsen, orthodontisten en andere medisch specialisten, die zich goedkoop net over de grens vestigen. Voor kinderen is er niets te doen en is het onveilig op straat. Ze vinden het dan ook geweldig om in een veilige omgeving te kunnen voetballen, op het enige stukje groen in de wijde omgeving.
Het voetballen geeft hun hoop. „Ik ben heel gelukkig”, zegt de 11-jarige Mariana. „Toen ik hier kwam wonen, kon ik niets doen. Ik speelde niet en sportte niet. Maar hier ben ik veilig. Hier kan ik spelen met mijn vrienden. Hier zijn mensen die ik kan vertrouwen.”