Op naar een asbestvrij Nederland. Het koste wat het kost
Ruimers van asbest kunnen hun mouwen opstropen. De oude vertrouwde en o zo verweerde golfplaten moeten eraf. En liefst zo snel mogelijk. Op naar een asbestvrij Nederland, het koste wat het kost.
Na 2024 moeten alle asbestdaken in Nederland zijn verwijderd. Althans, als de Tweede Kamer daar volgende week toe beslist. Dat is me nogal geen klus, met de minstens 80 miljoen vierkante meter asbesthoudende daken in Nederland. Het overgrote deel ervan ligt op schuren en gebouwen van agrariërs. Eventjes de boel saneren is er niet bij, gezien het oerwoud aan regels. Regels die de hele operatie kostbaar maken.
Asbest. Is het nu wel of niet schadelijk? Soms zou je denken dat het allemaal wel meevalt. Bijvoorbeeld als je een brief van een RD-lezer onder ogen krijgt die zijn hele leven met asbest heeft gewerkt en zegt nog altijd kerngezond te zijn. „Ik ben de zeventig al gepasseerd en heb nog nooit last van mijn longen gehad.” Anderen lopen echter al jaren bij een specialist omdat er longproblemen zijn. Nog erger is het als er sprake is van onomstotelijk vastgestelde asbestkanker door het werk met het materiaal of door aanraking ermee.
Het lijkt, zoals bij veel risico’s voor de gezondheid, een kwestie van vatbaarheid. Tegelijk bestaat het risico wel degelijk, zegt het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid (RIVM). De asbestvezels die vrijkomen bij beschadiging of brand vormen een gevaar. Het spul is decennia geleden al verboden als bouwmateriaal. Ook politieke partijen anno 2018 zijn eensluidend in hun oordeel: asbest moet de samenleving uit.
Het kabinet heeft een wetsvoorstel gedaan dat regelt dat er vanaf 2024 geen asbestdaken meer in Nederland mogen zijn. De Tweede Kamer debatteerde woensdag over de wijziging van de Wet milieubeheer, waar verwijdering van asbest en asbesthoudende producten onder valt. Stemming over het voorstel volgt waarschijnlijk volgende week. Dat de aanscherping van de wet er komt, is helder. De vraag is nog wel wanneer die precies ingaat. Eerst was 1 januari 2024 de datum, maar woensdag bleek dat het kabinet dat hele jaar er nog wel bij wil trekken.
Aan vervanging toe
Het is helemaal niet vreemd om die verplichte sanering in te voeren, aldus staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat. „De daken zijn minstens twintig tot dertig jaar oud en dus sowieso aan vervanging toe.”
Op zich is dat een logische gedachtegang. Maar asbest verwijderen is niet alleen een kwestie is van simpel slopen. Daar zijn gecertificeerde bedrijven voor nodig, die zich strikt aan de regels moeten houden. Regels die de sector zelf heeft opgesteld, uiteraard met inachtneming van wettelijke criteria. Het eerste kabinet-Rutte heeft in 2010 namelijk zelfregulering van de markt toegestaan. Met een wirwar aan beperkende, controlerende en dus dure regels tot gevolg.
Denk aan de certificering van bedrijven en personeel, kledingregels, verplichte ruimten met onderdruk waar het asbest moet worden verpakt, asbestsaneerders die zich drie keer per dag moeten douchen in een speciaal daarvoor geprepareerde ruimte, materiaal dat wel en niet gebruikt mag worden, laboratoria die controleren. En dat is nog lang niet alles.
Even een asbestdakje verwijderen is er dus niet bij. Burgers mogen het weliswaar zelf doen als het dak kleiner is dan 35 vierkante meter, maar ook dan moet je aan allerlei voorwaarden voldoen. Dat blijkt wel uit een instructievideo op de website van Milieu Centraal.
Voor agrariërs valt het al helemaal niet mee. Die mogen het sowieso niet zelf doen, omdat het bij hen altijd om meer gaat dan die 35 vierkante meter. Een grote schuur saneren kost niet alleen veel tijd, maar vooral ook veel geld. En dáár ligt het pijnpunt. De verwijdering van die ruim 80 miljoen vierkante meter asbestdaken in Nederland gaat minstens 800 miljoen euro kosten.
Tenminste, als er normale prijzen worden berekend. En daar gaat het fout, zegt ing. Gerwin Lensink. Hij is gecertificeerd veiligheids-, asbest-, milieu- en arbokerndeskundige en tevens voorman van het RIR, een onafhankelijke instantie die toezicht houdt op de asbestketen en „de corruptie in de sector bestrijdt.”
Witte maanmannetjes
Corruptie zelfs. Dat is een stevige aantijging. „En een heel terechte. Op de meeste plekken waar de witte maanmannetjes verschijnen, gaat het fout met de prijs”, stelt Lensink. „De werkelijke saneringskosten liggen rond de 10 euro per vierkante meter. Maar er zijn voorbeelden dat er 250 euro in rekening wordt gebracht. Sinds 2012 zijn de kosten gemiddeld met 250 procent gestegen. Dat durf ik corruptie te noemen.”
Daar komt bij dat de sector innovaties doelbewust buiten de deur houdt. „Dan gaat het om vernieuwingen die de kosten omlaag kunnen brengen. Denk bijvoorbeeld aan een soort vloeistof die over het dak wordt gespoten en eventuele loszittende vezels met schuim fixeert. We hebben hier proeven mee gedaan in Bleiswijk. Na een korte training konden niet-gecertificeerde dakdekkers het asbest verwijderen, zonder gezondheidsrisico’s.”
Als de sector dergelijke innovaties toelaat, snijdt het mes aan twee kanten: de kosten dalen en er komen enkele duizenden vaklieden bij die de miljoenen vierkante meters voor 2024 kunnen saneren. Daarmee zou het probleem van de beperkte hoeveelheid saneerders in Nederland ook opgelost zijn, waar politieke partijen zich terecht grote zorgen om maken.
Lensink was de afgelopen tijd veel in Den Haag te vinden, om de torenhoge kosten en de beperkte capaciteit in de sector aan te kaarten. Hij lijkt succes te hebben, want begin deze maand maakte staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bekend de regels voor asbestsanering aan te zullen passen. Ten goede, volgens Lensink. Zo gaat het kabinet de zelfregulering van de markt indammen door bijvoorbeeld de sector te dwingen om innovaties toe te staan.
Subsidiepot
Nu is het niet zo dat dit pas het eerste stapje is dat het kabinet heeft gezet. Al in 2016 besloot het een subsidiepot van 75 miljoen euro beschikbaar te stellen voor met name agrariërs om tegemoet te komen in de kosten: 4,50 euro per vierkante meter, met een maximum van 25.000 euro per adres.
Met de prijzen die Lensink noemt, is dat een spreekwoordelijk doekje voor het bloeden. Dat kwam woensdag ook naar voren tijdens het debat over asbestsanering in de Tweede Kamer. Met name daken waar asbesthoudende leien op liggen, blijken zeer kostbare saneringsprojecten te zijn, aldus VVD-Kamerlid Erik Ziengs.
Toch blijkt in de praktijk dat de prijzen soms ook reëel kunnen zijn. Zoals bij de eigenaar van een kalverhouderij in het midden van het land, die liever niet met zijn naam in de krant wil. Vorige maand liet hij 1100 vierkante meter asbest verwijderen van zijn schuren. Eerder dit jaar waren al stukken van 400 en 900 vierkante meter aangepakt.
De prijs noemt hij redelijk. „Die lag op zo’n 10 euro de vierkante meter. Daarnaast kreeg ik subsidie, omdat ik zonnepanelen op het dak heb laten leggen. Als je dat deed, kwam je in aanmerking voor de tegemoetkoming. Nadat we de eerste schuren saneerden is dat losgekoppeld, dus krijg je ook subsidie zonder verduurzaming. Al met al heb je het over behoorlijke kosten, maar die zitten uiteindelijk vooral in het nieuwe dak, en niet in de sanering van de asbestdaken.”
Over de verplichte keuringen die na het saneren uitgevoerd moeten worden om te zien of al het asbest werkelijk is verwijderd, is de agrariër echter niet te spreken. „Iedereen heeft er iets over te zeggen. De gemeente, het saneringsbedrijf met zijn eigen keurmeesters en dan ook nog het laboratorium. De laatste keer had ik een afkeuring, omdat er nog te veel stof op de balken zou liggen. Nou, die waren echt wel schoon. Ze keken in elk hoekje en gaatje. Alles moest weer met water worden schoongemaakt. Kijk, van zulke toestanden moeten we af, die kosten alleen maar geld. Maar ja, die jongens hebben de macht, hè?”
De subsidiepot is ondertussen al bijna leeg. Voor de periode 2016-2019 was de al eerdergenoemde 75 miljoen euro beschikbaar. Daarvan is nog 5,5 miljoen over. Volgend jaar komt er 8,8 miljoen euro bij, aldus Najoua Aachboune, woordvoerster van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid desgevraagd. „Er worden op dit moment veel aanvragen ingediend. Alleen al dit jaar staat de teller op 9500.”
Nagenoeg gelijk
Werk genoeg dus voor de sector. Toch blijft het aantal gecertificeerde asbestsaneringsbedrijven nagenoeg stabiel, zegt Tom Troquay, secretaris van Stichting Certificatie Asbest (Ascert), die zich bezighoudt met het ontwikkelen en beheren van certificaten. „Op dit moment zitten er 344 bedrijven in ons register. Dat waren er een jaar of zeven terug rond de 350. Nagenoeg gelijk dus.”
Dat dit aantal niet stijgt, heeft volgens Troquay te maken met het feit dat het wettelijk verbod op asbestdaken vanaf 2024 officieel nog niet is bekrachtigd. „Veel mensen wachten het besluit af en vinden dat ze nog wel even tijd hebben. Dat is ook zo, al is vijf jaar ook weer niet heel veel. De sector heeft er baat bij dat de werkzaamheden verdeeld worden over de jaren die nog resten, vandaar dat het kabinet die subsidieregeling al vroegtijdig heeft ingezet.”
Maar volgens sommige politieke partijen zou het ook weleens kunnen zijn dat er steeds minder mensen in de sector willen werken vanwege de gezondheidsrisico’s en de verplichte certificering van mensen, en dat de capaciteit daarom achterblijft. Met als gevolg dat de enorme vraag naar saneerders de prijs opdrijft. Net als de wettelijk verplichte certificering, die volgens sommigen handenvol geld kost.
Troquay gelooft dat niet. „Aan certificering worden hooguit enkele euro’s per project doorberekend. Mensen roepen wel dat de sector de prijzen zelf opdrijft, maar het is vooral het nieuwe dak dat duur is. En dat is in veel gevallen toch al een investering die gedaan moest worden.”
Nog ruim vijf jaar hebben asbestsaneerders volop werk. Na 2024 is het –als het allemaal volgens de kabinetsplannen gaat– gedaan en zullen asbestbedrijven of delen daarvan ophouden te bestaan of afslanken. Tot die tijd valt er echter nog grof geld te verdienen.
Behalve als het aan Gerwin Lensink ligt. Hij zal in Den Haag en in de sector blijven lobbyen om de prijzen naar reële waarden te krijgen. „Ik ben blij met de stappen die het kabinet nu neemt, maar mijn gevecht gaat door. Daarmee maak ik geen vriendjes in de sector. Ik ben al een aantal keren bedreigd. Gelukkig is het tot nu toe bij woorden gebleven, maar het laat wel zien dat ik die corruptie niet zomaar verzin.”
Gevaarlijk asbest
Rond asbest doen veel vooroordelen de ronde en leven tal van vragen. Is het nu wel of niet gevaarlijk? En zo ja, wanneer dan? Waarom is het eigenlijk ooit gebruikt in de bouw? Enkele vragen en antwoorden.
Wat is asbest voor goedje?
Asbest is een natuurlijk materiaal met een vezelstructuur. Er bestaan verschillende soorten asbestmineralen. Chrysotiel of wit asbest is het meest toegepast (90 procent). In de overige 10 procent is amosiet of bruin asbest en crocidoliet of blauw asbest gebruikt.
Wanneer is asbest gevaarlijk?
In ieder geval niet als het gewoon op een dak ligt. Het wordt pas link als asbestvezels vrijkomen, bijvoorbeeld als je het materiaal zaagt, schuurt of breekt. Dan kun je die kleine deeltjes inademen. Dit kan ook gebeuren als je dakplaten niet op de goede manier verwijdert. Slijtage vindt ook plaats door ouderdom. Wat zijn de risico’s voor de gezondheid?
Asbestvezels kunnen bij inademing diep in de longen dringen en lossen daar niet op. Op termijn kan de stof buikvlieskanker, longvlieskanker (mesothelioom) of asbestose (stoflongen) veroorzaken. De periode tussen blootstelling en het daadwerkelijk ontstaan van klachten kan tientallen jaren beslaan. Hoe groot het risico is, hangt af van de hoeveelheid asbest waaraan iemand wordt blootgesteld en het type asbestvezel dat is ingeademd.
Waarom is asbest zo veel gebruikt in de bouw?
Omdat het materiaal sterk, slijtvast, isolerend, goedkoop en brandwerend is. Het gebruik ervan is sinds 1 juli 1993 verboden, maar in gebouwen, woningen en scholen die tussen 1960 en 1982 zijn gebouwd, kan het aanwezig zijn.
Op welke plekken kan ik asbest in huis aantreffen?
In woningen komt asbest in twee vormen voor: hechtgebonden en losgebonden. Bij hechtgebonden asbest zitten de asbestvezels stevig vast in bijvoorbeeld een golfplaat of brandwerende deur. Die vezels komen nauwelijks vrij als het materiaal in goede staat is en niet wordt bewerkt of gesloopt. Bij losgebonden asbest, ook wel spuitasbest genoemd, zijn de asbestvezels niet of nauwelijks aan het materiaal gebonden. Spuitasbest werd vroeger onder meer gebruikt bij het brandveilig maken van gebouwen en om bijvoorbeeld leidingen te isoleren. De vezels kunnen gemakkelijk vrijkomen, waardoor de gezondheidsrisico’s veel groter zijn.