”Verdwenen” is hét woord van Oeigoeren
In alle stilte (want verzwegen door de officiële media) is China bezig het Oeigoerse volk van zijn geloof en etnische identiteit te ontdoen. Heropvoedingskampen schieten de grond uit. En onder onschuldige Oeigoeren heerst angst.
Je moet de taal beheersen om het op te merken: in Xinjiang, thuisland van de etnische Oeigoeren in het westen van China, wordt vandaag de dag één woord ongekend vaak gefluisterd: ”yoq”, verdwenen. Of: ”kerek yoq”, iedereen verdwenen.
Een journalist van de Britse krant The Guardian kreeg het keer op keer te horen toen hij de regio eerder dit jaar doorkruiste. Vooral in restaurants klonk het als verklaring van het bordje ”gesloten” op de deur. Vrijwel al het personeel was ”yoq”, verdwenen.
In Xinjiang, de enige moslimregio van het land waar ruim 10 miljoen etnische Oeigoeren wonen, is de Chinese staat een alles-of-nietsaanpak begonnen van vermeend islamitisch terrorisme. Tot voor kort werd daarvoor jacht gemaakt op (vermeende) terroristen, maar sinds een aantal jaren wordt het complete Oeigoerse volk gezien als staatsgevaarlijk, vanwege hun religie (islam) en etnische identiteit (Oeigoers).
Wat Peking daarom van plan lijkt te zijn (van die zijde wordt dit alles ontkend) is het laten verdwijnen van die dubbele identiteit. Dat doet ze door Oeigoeren massaal in heropvoedingskampen onder te brengen.
De Verenigde Naties meldden vorige week dat inmiddels 1 miljoen Oeigoeren in kampen opgesloten zitten. Andere bronnen spreken zelfs van 2 miljoen.
De afgelopen twee jaar werd de druk op Chinese moslims al opgevoerd. Zo mochten mannen in Xinjiang geen baard meer dragen en vrouwen moesten onder hun sluiers vandaan komen. Sinds vorig jaar wordt er gewerkt aan een uitgebreid netwerk van heropvoedingskampen, onder het motto ”transformatie door educatie”, wat neerkomt op het onder dwang ”heropvoeden” van Oeigoeren.
Geschat wordt dat er nu 1300 kampen operationeel zijn. Een kleine 100 zijn er nog in aanbouw. Wat er achter de muren gebeurt is overal hetzelfde: Oeigoeren hersenspoelen in de atheïstische ideologie.
Intussen heerst er in de dorpen en steden van Xinjiang een heus klimaat van angst; iedereen kan immers zomaar om niks worden opgepakt.
Vooral contacten met het buitenland worden als uiterst verdacht gezien. De krant The Wall Street Journal liet maandag een Oeigoer aan het woord die was opgepakt omdat hij „verkeerde boeken” in huis had. Ook sommige woorden zijn in de publieke ruimte taboe, waaronder ”gevangenis”. Is iemand opgepakt, dan heeft men het over „die is gaan studeren” of „zit op school.”
Volkskrantcorrespondent Marije Vlaskamp sprak vorige week over „digitaal leninisme”; het met behulp van digitale technieken greep houden op je onderdanen. In Xinjiang zijn de Chinezen er ware meesters in. Zo worden Oeigoeren bij checkpoints gedwongen een speciale app op hun mobiel te laten zetten. Die zorgt er vervolgens voor dat je telefoon (adreslijsten, mailverkeer) wordt leeggehaald. Daarna is met behulp van die app te controleren wat de eigenaar doet met zijn telefoon en vooral: met wie hij of zij contact heeft. En dan zijn er nog de camera’s voor gezichtsherkenning die overal zijn opgehangen.
In heel China worden Oeigoeren lastiggevallen door de politie. Evenals vermeende „handlangers” onder Han-Chinezen. Radio Free Asia meldde vorige week de arrestatie van een huisbaas in het dorp Shifosi, Midden-China. Hij had zijn woning verhuurd aan drie Oeigoerse broodverkopers. De huisbaas ervoer aan den lijve wat veel Chinezen stilletjes denken: vandaag Xinjiang, morgen de rest van China.