Het grasveld op de Portugees-Joodse begraafplaats in Ouderkerk aan de Amstel is door de droogte veranderd in een mozaïek. Oude graven zijn in de loop der jaren in de veengrond weggezakt. Het gras dat over de grafstenen groeide, ziet nu geel. Zo lijken de eeuwenoude stenen op te lichten.
”Mannen dienen deze plaats met een bedekt hoofd te betreden”, staat er op een bordje naast het hek dat toegang geeft tot de begraafplaats Beth Haim, Huis des Levens. Jacob Hoogendoorn (73) heeft zijn pet al op. Hij heeft een fraai geborduurd keppeltje in de hand voor de verslaggever.
De gepensioneerde tuinman ontfermt zich sinds acht jaar over het groenbeheer op de dodenakker, die aan een zijrivier van de Amstel ligt. „Toen kwam mijn zoon pal tegenover dit prachtige stuk natuur wonen”, vertelt Hoogendoorn, terwijl hij de woning aanwijst.
Het lijkt wel herfst op de begraafplaats, die ruim 4 hectare groot is. Sommige plekken zijn bezaaid met dode bladeren. Een forse meidoorn heeft nog maar tien levende exemplaren. En de bruine blaadjes van de hoge beukenhagen ritselen in de wind. Door het neerslagtekort lijkt de natuur begin augustus al met de winterslaap te zijn begonnen.
Zompige veengrond
Ondanks de droogte houdt het gras zich goed staande. Althans, tussen de graven in ziet het nog groen. Daar waar grafstenen in de grond zijn gezakt, is het dood. Daar kan het gras niet diep genoeg wortelen. En dat blijkt op veel plekken het geval. Hoogendoorn: „Ik wist dat er op het hele terrein 28.000 graven lagen, maar nu krijg je er een beeld bij hoeveel dat er zijn.”
De verkleuringen begonnen een paar weken geleden. „Er lichtten steeds meer graven op. Het ene graf is namelijk dieper in de zompige veengrond gezakt dan het andere”, verklaart Hoogendoorn. In de tijd dat hij zich over de begraafplaats ontfermt, werd er bij droogte weleens een enkel graf zichtbaar. „Maar zo veel en voor zo’n lange tijd, dat heb ik nog nooit gezien.”
Nu is de locatie van alle weggezonken grafstenen goed zichtbaar. Veldjes die normaal leeg lijken, blijken bezaaid te liggen met graven. Hier en daar zijn er die boven de grond uit steken. Hoogendoorn: „Er zijn nabestaanden die het graf van hun voorouder ooit hebben opgehoogd.”
Op een enkele afdeling van de begraafplaats liggen alle graven boven de grond. „Dat is te danken aan de Portugese Jood David Henriques de Castro. Hij heeft tussen 1865 en 1883 op de toen sterk verwaarloosde begraafplaats ongeveer 6000 weggezonken grafstenen blootgelegd”, vertelt Hoogendoorn. „Het fonds dat de begraafplaats tegenwoordig in bezit heeft, is naar deze man genoemd.”
De oudste graven op Beth Haim stammen uit 1614. Er worden alleen Portugese Joden begraven. Voor die groep is de begraafplaats wereldberoemd. „Ze komen zelfs uit Amerika om het graf van een voorouder te bezoeken”, vertelt Hoogendoorn. „Het gebeurt wel dat ze op Schiphol landen, met een taxi hierheen komen en na een paar uur weer terugvliegen.”
Het komt ook weleens voor dat iemand op Beth Haim op zoek gaat naar het graf van een voorouder. Vaak ligt dat echter onder een groene grasmat. „Toch is het altijd te achterhalen waar een graf zich bevindt. Het ligt dan bijvoorbeeld vijf graven links van de grafsteen die boven de grond uitsteekt”, legt Hoogendoorn uit. Maar omdat de graven normaal onzichtbaar zijn, is dat een lastig karwei. Met een prikstok voelen beheerders dan waar de grafstenen liggen. „Nu de plaats van alle stenen zichtbaar is, zou dat een stuk makkelijker gaan.”
Het David Henriques de Castro Fonds is bezig om gegevens van alle graven in een digitale bank te verzamelen.
Inquisitie
Begin 17e eeuw vestigden zich veel Portugese joden in Amsterdam. Zij waren gevlucht voor de inquisitie. Bij overlijden werden ze in Ouderkerk aan de Amstel begraven. Hun lichamen werden per boot naar de begraafplaats gebracht. Die voer over de Amstel richting het zuiden en sloeg bij het zijriviertje de Bullewijk af. „De uitdrukking ”Het hoekje om gaan”, komt hier vandaan”, weet Hoogendoorn. „De boot met het lichaam van de overledene moest bij de Bullewijk het hoekje om.”
Beth Haim is genomineerd voor een plaats op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Hoogendoorn: „Het zou mooi zijn als het daarop belandt. Deze prachtige plek verdient meer aandacht.”